AAN DE INSTALLATEUR Voor de gebruiker en installateur Bedienings- en installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept heeft deze ketel zaken die nieuw voor u zullen zijn. Lees daarom goed de bijgevoegde instructies. De tijd die u daaraan besteedt wint u terug bij het installeren.
INHOUDSOPGAVE PAGINA BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER 3 1 GEBRUIK VAN HET TOESTEL 5 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Als eerste willen we u als gebruiker bedanken voor de aanschaf van dit kwaliteitsproduct en wensen u veel warmte en woongenot toe. U als gebruiker doet er verstandig aan het gebruikersgedeelte goed door te nemen voordat u dit toestel in gebruik laat stellen. Gebruikte symbolen Let u s.v.p. bij gebruik van het toestel op de veiligheidsaanwijzingen uit deze handleiding! Algemene punten GEVAAR! Waarschuwing, direct levensbedreigend.
Veiligheidsregels en aanbevelingen Neem de onderstaande veiligheidsregels en aanbevelingen in acht: • Gebruik in de buurt van het toestel geen aerosol, oplosmiddelen, schuurmiddelen, schoonmaakmiddelen met chloor, verf, lijm etc. Onder ongunstige omstandigheden kunnen deze substanties zeer corrosief zijn, zelfs voor het rookgaskanaal. • Gebruik of bewaar geen explosieve of gemakkelijk ontvlambare materialen (bijv. benzine, verf etc.) in de ruimte waar het toestel zich bevindt.
1 GEBRUIK VAN HET TOESTEL 1.1 Bedieningspaneel 1 2 7 3 6 4 5 1 Bedrijfsindicatie 5 Kap 2 Display 6 Temperatuurinstelling verwarming 3 Bedrijfsmodusselectie 7 Reset 4 Warmwater temperatuurinstelling Figuur 1.1.
1.2 Indicatie van de geselecteerde bedrijfsmodus 1.6 Wordt weergegeven, als het toestel een storing ontdekt (zie hoofdstuk “Storingsopsporing”). Verschijnt naast de gekozen bedrijfsmodus. 1.3 Storingssymbolen Indicatie ingestelde mode Wordt weergegeven wanneer het apparaat in de vorstbeschermingsmodus staat. Wordt weergegeven wanneer het apparaat in de verwarmings- en heetwatermodus staat. 1.7 Wordt weergegeven wanneer het apparaat in de heetwatermodus staat.
2 INBEDRIJFSTELLING • Zorg ervoor: - dat de ketel op de netvoeding aangesloten is, - dat de gaskraan open is. • Sluit het toestel op de netvoeding aan. OPMERKING: het ECO-symbool wordt weergegeven tot 49°C. Het display en de bedrijfsindicatie op het bedieningspaneel gaan aan: de ketel is gebruiksklaar. • Bedrijfsindicatie: - Continu groen brandend: toestel in bedrijf - Rood knipperend: storingssignaal (zie hoofdstuk “Storingsopsporing”). 4.
6 RESET VAN DE KETEL • Druk de “reset” toets naar rechts en houd hem 5 seconden vast. Het display en de bedrijfsindicatie gaan uit. • Laat de “reset” toets los om het apparaat opnieuw te starten. 7 STORINGSOPSPORING Bij storingen wordt het storingssymbool weergegeven en de bedrijfsindicatie op het bedieningspaneel knippert rood. LET OP! Probeer nooit om zelf het toestel te repareren of te onderhouden en start het apparaat pas weer, nadat een erkende installateur de storing verholpen heeft.
8 VORSTBESCHERMING 9 ONDERHOUD / SERVICE Dit toestel is gecertificeerd voor gebruik in installaties die tegen vorst beschermd worden. Neem alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen. Elke ketel heeft na een bepaalde bedrijfstijd onderhoud nodig. Hiermee valt en staat de betrouwbare werking. Zoals u uw auto regelmatig laat onderhouden heeft ook een cv-ketel onderhoud nodig.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING Temperatuurverlaging van de cv-installatie Verlaag de kamertemperatuur gedurende de nachtrust en uw afwezigheid. Dit kan eenvoudig door een klokthermostaat met individueel in te stellen tijdprogramma’s. Stel gedurende de verlagingsperiode de temperatuur maximaal 5°C lager in dan de normale temperatuur. Meer dan 5°C brengt geen hogere besparing, omdat door de sterkere afkoeling meer energie nodig is om de woning weer op temperatuur te brengen.
GASKEURMERK De ThermoElegance 6 is voorzien van de volgende gaskeurmerken: Label Gaskeur basis HRww Gaskeur HR 107 Gaskeur SV Gaskeur CW TE 6 ja ja ja ja CW 6 CE-markering Met de CE-markering wordt aangegeven dat het toestel voldoet aan de criteria van de: Gastoestellenrichtlijn 90/396/EEG EMC-richtlijn 89/336/EEG Rendementsrichtlijn 92/42/EEG Machinerichtlijn 89/392/EEG, 91/386/EEG, 93/68/EEG Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG, 93/68/EEG Gaskeur basis geeft aan dat het toestel voldoet aan de basiseise
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR PAGINA BELANGRIJKE INFORMATIE 13 1 SCHEMATISCHE VOORSTELLING EN MAATSCHETSEN 15 2 KENMERKEN 17 3 WERKING VAN DE KETEL 19 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.3 CV-bedrijf Algemeen Niet adaptief Adaptief Tap-bedrijf Service-bedrijf 4 BESTURING DOOR BRANDERAUTOMAAT 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.
BELANGRIJKE INFORMATIE Algemeen De ThermoElegance 6 is ontwikkeld en gemaakt voor de verwarming van ruimten als onderdeel van een cv-installatie, uitgelegd op een aanvoertemperatuur van 80°C en een retourtemperatuur van 60°C en het direct verwarmen van sanitair water in de CW-classificatie CW6. Met de ingebouwde RVS tank is het toestel in staat om continue 10 liter/min van 63°C te leveren, of zelfs 14 liter/min van 60°C gedurende 10 minuten.
Bescherming tegen bevriezing De ketel heeft een ingebouwd vorstbeschermingsprogramma zolang de elektriciteit en het gas aangesloten blijven. Dit stelt de pomp in werking wanneer de temperatuur in de ketel onder 7°C komt. De brander zal aangaan wanneer de temperatuur in de ketel 3°C is. Andere delen van het systeem die blootstaan aan koude temperaturen moeten worden beschermd met behulp van een afzonderlijke vorstthermostaat.
1 SCHEMATISCHE VOORSTELLING EN MAATSCHETSEN 1 2 3 4 5 8 6 10 9 12 11 7 13 14 15 16 17 18 20 24 22 23 21 19 GAS A B C D E Figuur 1.
Schematische voorstelling FIGUUR 1 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. afvoer van de verbrandingsgassen primaire warmtewisselaar brander ontstekingselektrode en vlamcontrole ventilator gasregelklep sanitairboiler sifon maximaal thermostaat boiler NTC retour NTC aanvoer NTC ontstekings transformator CV circulatiepomp drukopnemer cv 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
2 KENMERKEN Algemene kenmerken Max belasting cv (ow) Min belasting cv (ow) Max sanitair belasting (ow) Max cv vermogen ( 50/30°C) Min cv vermogen ( 50/30°C) Max cv vermogen ( 80/60°C) Min cv vermogen ( 80/60°C) Max sanitair vermogen (koud water + 10°C & ΔT° = 40 K) HR toprendement 30% bij 30°C retourtemperatuur Toestel massa (zonder verpakking) CE certificaat Rookgas toepassingen Gas Categorie (kW) (kW) (kW) (kW) (kW) (kW) (kW) (kW) (%) (Kg) 28,6 8 34,2 30,6 8,6 28 7,6 33,2 108,6 65 1312 BP 4108 B23-C13-
Emissies Emissies bij max cv vermogen (G25 / 80/60°C) Emissies bij 20 kW cv vermogen ( 20 kW, G 25 / 80/60°C) Emissies bij min cv vermogen (G25 / 80/60°C) CO gewogen (volgens EN 483) NOx bij P. max (0% O²) NOx omgerekend naar 0% O² NOx klasse O² CO CO² O² CO CO² O² CO CO² CO (%) (ppm) (%) (%) (ppm) (%) (%) (ppm) (%) (ppm) 4,3 86 9,1 4,3 46 9,1 4,3 1 9,1 4,7 34.5 ppm = 62 mg/kWh 21.
3 WERKING VAN DE KETEL Indien er warmtevraag optreedt (warmwaterbehoefte of ruimteverwarming) zal het toestel in bedrijf komen en zal het cv-water door de RVS warmtewisselaar verwarmd worden. Bij een toestel met warmwatervoorziening zal, afhankelijk van de warmtevraag, de driewegklep gestuurd worden en wordt het cv-water door de pomp vanuit de tank of vanuit de installatie naar de warmtewisselaar gepompt.
Aan de rechterzijde van het display wordt de ingestelde waarde aangegeven van de links weergegeven parameter. Onder de ingestelde waarde staat de aanduiding “VAL”. Met de + en – toetsen onder de parameter en waarde kan vervolgens de parameter worden geselecteerd, en de ingestelde waarde. Voor geforceerd branden drukt men vervolgens op de + en/of – toets van de parameter totdat het cijfer 8 verschijnt.
4.2.4 Toestelmodes 1) (zie pagina 4) Het is voor de gebruiker mogelijk om 4 verschillende modes in te stellen: LET OP: tapvraag heeft altijd voorrang op cv-warmtevraag. Gedurende afwezigheid kan men het toestel in de vakantiemode zetten. Op dat moment is er een koffersymbool op het display zichtbaar (zie figuur 4.2.5.a). In deze mode is het vorstbeveiligings-programma actief.
5 INSTALLATIE VAN HET TOESTEL 5.1 Plaatsen toestel Algemeen – Monteer leidingen, ter voorkoming van geluid, spanningvrij. – Neergaande leidingen moeten worden voorzien van een ontluchtingsmogelijkheid. – De PH-waarde van het cv-water moet tussen de 3,5 en de 8,5 liggen.
Thermostatische (sanitair)mengkranen Bij toepassing van thermostatische mengkranen dient men er voor te zorgen dat de weerstanden in het koud- en warmwater-circuit nagenoeg gelijk zijn. Bij snelsluitende kranen kan men in de leidingen waar drukgolven optreden een waterslag-demper plaatsen. 6 1 2 Condensafvoer 3 Omdat er in een HR-toestel condens ontstaat, dient er een voorziening gemaakt te worden om dit condenswater af te voeren. In het toestel is een sifon geplaatst (zie figuur 5.3).
Bij uitvoering A liggen toe- en afvoer in hetzelfde drukvlak en is een uitmonding boven de nok niet toegestaan. De opstellingsmogelijkheid voor een open toestel is weergegeven in figuur 5.4 (uitvoering B). Uitvoering B betreft de vrije uitmonding. Verticale dakdoorvoer (C/E). Gesloten toestel in meervoudige toepassing (C6) 675 De luchttoevoer en de verbrandingsgas-afvoer worden voor meerdere toestellen gecombineerd.
5.5 Gastechnisch 5.6 Elektrotechnisch 5.5.1 Algemeen De gasaansluiting dient gemaakt te worden in overeenstemming met “Voorschriften voor aardgasinstallaties” NEN 1078 en NEN 3028. Leidingen Controleer de gasleiding op vervuiling. Afpersen met druk mag gebeuren met een druk van maximaal 150 mbar (buiten het toestel, dus exclusief het gasblok). 5.5.2 Controle en afstellen CO² Het toestel is uitgerust met een gas/luchtregeling (verhouding 1:1).
5.6.1 Kamerthermostaten Aan/uit thermostaat De kamerthermostaat dient aangesloten te worden op het kroonsteentje dat zich op de achterplaat van de elektronicabox bevindt (zie figuur 5.6.1). Elektronische aan/uit kamerthermostaten dient men aan te sluiten op de kroonstenen voor OpenTherm en aan/uit (geel en oranje draad, zie figuur 5.6.1). Mechanische kamerthermostaten dient men aan te sluiten op de kroonstenen voor anticipatiestroom van 110 mA (geel en blauwe draad).
1 2 3 4 5 6 18 7 17 16 8 9 10 11 12 13 14 15 1. maximaal thermostaat 7. doorstroomsensor 13. aardklem 2. ventilator 8. sanitair-pomp 14. zekering (630 mA) 3. gasregelklep 9. cv-pomp 15. stappenmotor driewegklep 4. retour NTC 10. hoofdprintplaat 16. ontstekingstransformator 5. aanvoer NTC 11. display 17. tapwater NTC 6. druksensor 12. reset schakelaar 18. ontstekingselektrode Figuur 5.6.1.a.
OPEN THERM INTERFACE Sluit de kamerthermostaat aan, en verwijder deze blauwe draad. Aan/uit of Open Therm kamerthermostaat ORANJE 110 mA mechanische kamerthermostaat NTC GEEL BLAUW ROOD WIT BLAUW M/A - reset schakelaar NTC2 - aanvoer NTC P - pomp NTC3 - boiler NTC PS - sanitair pomp F1 - trage smeltzekering 630 mAT.
5.6.2 Buitenvoeler den door middel van de instelling van -9 tot 10, wat overeenkomt met een buitentemperatuur van 6 tot 25°C (default 0). Voor het aansluiten van de buitenvoeler (10 kOhm), AWB artikelnr. A000035027 dient het toestel spanningsloos gemaakt te worden. De buitenvoeler dient op de koudste gevel van het huis (noordoost) in de schaduw geplaatst te worden.
5.6.4 Bypass bypass instelschoef Het toestel is voorzien van een bypass, waarmee u de opvoerhoogte van het toestel af kunt stemmen op de installatie. De restopvoerhoogte zijn afhankelijk van de pomp en bypass-instellingen weergegeven in figuur 19. De instelling van de bypass kunt u aanpassen met de moer (zie figuur 5.6.4). 5.6.5 Sanitair-pomp Het toestel is eveneens uitgerust met Wilo sanitair-pomp type ZRS 15/4-1 Ku, voor het leveren van extra veel warm water.
6 VUL-/AFTAPINSTRUCTIE Vullen / aftappen Werkdruk Voor het vullen of aftappen dient het toestel te zijn voorzien van netspanning. Zolang de druk in het systeem lager dan 0,6 bar is, zal de pomp niet gaan draaien. Voordat men gaat vullen dient men de cv- en sanitair-installatie te spoelen met schoon leidingwater. De ketel dient in koude toestand gevuld te worden tot een druk tussen de 1,5 en de 2 bar.
7 SPECIFIEKE INSTELLINGEN De bedrijfsinstellingen van de ketel kunnen door de installateur rechtstreeks via het display ingesteld worden, middels een aantal parameters (zie figuur 6). De ingestelde parameters worden pas actief wanneer de “mode” toets 10 seconden is ingedrukt, en men terug is in de normale weergave. BELANGRIJK: de toegang tot de technische instellingen van de ketel dient voorbehouden te blijven aan erkende installatieen servicebedrijven.
Tabel 6. Parameterlijst van de HR branderautomaat Nr. Omschrijving Set waarde Instelbereik 1 2 3 4 5 Maximale cv instelling [kW] Minimum setpunt cv temperatuur Maximum setpunt cv temperatuur Pomp mode 20 0 22 73 1 6 7 8 Stooklijn Buitenvoeler voetpunt t.o.v.
8 GASCONVERSIE Sluit een CO² analyzer aan op het testpunt van de adapter, verwijder het binnenpaneel en volg de instructies: off-set schroef D 1. Voorinstelling: uit te voeren bij een niet brandend toestel: Stap 1: Draai de schroef zo ver mogelijk rechtsom (schroef volledig in). hooglastinstelling gasregelklep Stap 2: Draai de schroef 6 omwentelingen linksom. OPMERKING: - De voorinstelling is dusdanig om het toestel te laten ontsteken. - Draai bij het voorinstellen niet aan schroef (D). 2.
9 STORINGSOPSPORING 9.1 Algemeen Toestel reageert niet op boilervraag Indien er geen cijfers op het display zichtbaar zijn, dient men te controleren of de stekker in het stopcontact zit en of de juiste spanning op het stopcontact aanwezig is. Beweeg de "reset"-knop eenmaal op en neer (zie figuur 6) en controleer of de ketel weer gaat functioneren. Indien geen verandering optreed, dient men verder te gaan met het controleren van het elektrische circuit.
9.4 Vergrendelende storingen ontsteekstoring watergebrekstoring Een vergrendelende storing wordt weergegeven middels een rood knipperend lampje op het front-paneel van de elektronica. Na opening van het klepje is het display zichtbaar en kan de foutcode (F gevolgd door een cijfer) afgelezen worden.
VERGRENDELENDE STORINGEN, STORINGSTABEL Naam storing weergave display Omschrijving storing storing 11 Geen signaal op hoofdboard Waarneming tijdens storing Mogelijke oorzaak Oplossing Controleer bedrading en user interface. Indien in orde vervang dan het hoofdboard Ventilator defect Vervang ventilator 12 Geen signaal op user interface Controleer bedrading en hoofdboard.
10 BEDIENING / INBEDRIJFSTELLING 11 GEBRUIKERSINFORMATIE Zodra het toestel geïnstalleerd is, controleert u of het functioneert: De gebruiker moet weten hoe hij het toestel moet gebruiken. • Start het toestel volgens de aanwijzingen van de bedieningsinstructies en controleer of het werkt. • Controleer het toestel op lekkages (gas en water) en verhelp eventuele lekkages. • Controleer of de ontsteking correct functioneert en of de vlammen van de brander uniform zijn.
12 ONDERHOUD Laat na het eerste jaar een inspectiebeurt aan het toestel uitvoeren door een erkend installateur. Deze installateur kan aan de hand van deze inspectie en omstandigheden de onderhoudstermijn vaststellen. Controlepunten tijdens inspectie • • • • • • Contoleer de start bij 1,5 liter/min. NTC’s Hebben de NTC’s de juiste weer standswaarde: – 10000 Ohm bij 25°C – 12500 Ohm bij 20°C – 1750 Ohm bij 70°C Is de verhouding van gas-lucht mengsel goed.
13 12 11 2 10 1 9 O T P 8 4 3 5 6 7 1. sanitairpomp 8. druksensor 2. bevestigingsschroeven sanitairpomp (4 stuks) 9. bevestigingsschroeven platenwisselaar (2 stuks) 3. cv-pomp 10. platenwisselaar (“TOP” altijd aan bovenzijde) 4. bevestigingsschroeven cv-pomp (4 stuks) 11. doorstroomsensor 5. clip sanitair-filter 12. clips doorstroomsensor (2 stuks) 6. sanitair-filter 13. connector doorstroomsensor 7. clip druksensor Figuur 12.1.
EG-VERKLARING THERMOELEGANCE 6 EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES Fabrikant: Adres: Apparatenfabriek Warmtebouw BV Ringovenweg 4 - 5708 JX HELMOND Verklaart hiermede dat het toestel met de typeaanduiding: ThermoElegance 6 voldoet aan de volgende EEG richtlijnen: 90/393/EEG 92/42/EEG 73/23/EEG 89/336/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lidstaten inzake gastoestellen.
CONTACT OPNEMEN MET UW INSTALLATEUR DE GEGEVENS VAN U INSTALLATEUR Sticker of stempel installateur INDIEN ER GEEN STICKER OF STEMPEL VOORHANDEN IS STAAN HIERONDER DE GEGEVENS VAN UW INSTALLATEUR: Adres : Plaats : Postcode : Telefoonnummer : Faxnummer : E-mail adres : Internetpagina : Mocht u geen contact krijgen met uw installateur, neem alleen dan contact op met AWB cv-ketels. Belt u 0492 - 469 500 dan wordt er voor u gezocht naar de dichtbijzijnde erkende installateur of kijk op www.awb.
Postbus 2138, 5700 DA Helmond 0020013233-06 G 06/2008 T F E I (0492) 46 95 00 (0492) 46 95 09 info@awb.nl www.awb.