8A.51.59.07/12.12 Wijzigingen voorbehouden.
Verklaring van symbolen en tekens van het beeldscherm en toetsen Vlam Ketel in bedrijf Bel Error indicatie Sleutel Service-mode of blokkering Kraan Functie warmwater (warmtevraag) Radiator Functie centrale verwarming (warmtevraag) LCD beeldscherm met backlight Indicator voor: Programma CV Programma WW Pompprogramma % bar °C + Scroll-en +/-functie (nevenfunctie) Instelling warmwatertemperatuur Informatietoets bar i + R - ( OK ) Direct bedienbare Soft cushion toetsen ( ESC) OK en Escape (nevenfu
Inhoud 7 8 9 10 11 12 13 Inleiding ..........................................................................................................................................4 Regelgeving ...................................................................................................................................4 Leveringsomvang ...........................................................................................................................6 Ketelbeschrijving ............................
1 Inleiding Dit installatievoorschrift beschrijft de werking, installatie, bediening en het primaire onderhoud van de ATAG A CV-ketels. Dit installatievoorschrift is bedoeld voor erkende installateurs die de ATAG ketels installeren en in gebruik stellen. Lees ruim voor aanvang van installatie van de ketel dit installatievoorschrift goed door. Voor gebruikers van de ATAG A is een aparte gebruikshandleiding bij de ketel geleverd.
Houd rekening met de volgende veiligheidsvoorschriften: - alle werkzaamheden aan de ketel dienen in een droge omgeving plaats te vinden. - laat de ATAG ketel niet functioneren zonder mantel, tenzij er controle- en afstelwerkzaamheden moeten plaatsvinden (zie hoofdstuk 13). - laat nooit elektrische en elektronische componenten in contact komen met water.
3 Leveringsomvang De ketel wordt gebruiksklaar geleverd. Het leveringspakket is als volgt samengesteld: • Ketel met mantel; • Automatische ontluchter (in ketel); • Doseerventiel (in ketel); • Ophangbeugel; • Bevestigingsmateriaal bestaande uit pluggen en schroeven; • Aftekenmal; • Installatievoorschrift; • Gebruikshandleiding; • Garantiekaart. De ATAG A is hoofdzakelijk voorzien van 230V elektrische componenten.
4 Ketelbeschrijving De ATAG A is een gesloten, condenserende en modulerende CV-ketel voorzien van een geïntegreerde warmwatervoorziening. Condenseren Resultaat van het onttrekken van veel warmte uit de rookgassen. Waterdamp zal als 'water' neerslaan op de wisselaar. Moduleren Harder of zachter branden afhankelijk van de warmte die gevraagd wordt. RoestVastStaal Superdegelijke staalsoort die levenslang zijn bijzondere eigenschappen behoudt. Het roest en erodeert niet, zoals aluminium.
13 14 3 6 2 5 1 T1 4 P1 T2 11 9 15 7 10 8 T3 F1 12 G A W K R C Installatievoorschrift ATAG A-Serie toestelweergave ATAG A 8 1 2 3 4 5 6 7 T1 T2 T3 figuur 4.
4.1 Gaskeurlabels ATAG A ketels hebben allen Gaskeurlabels. De volgende Gaskeurlabels komen bij ATAG CV-ketels voor: - HR107 Hoog Rendement 107%. ATAG ketels bereiken zelfs 109,7% op onderwaarde. Hoog Rendement WarmWater. Alle Combi-ketels produceren efficiënt warmwater op hoog rendement. Comfortklasse Warmwater. Klasse-indeling van de tapprestaties. De Combi-ketels vallen in de klassen 3 en 4! Schone Verbranding. De emissies liggen ver onder de norm die hiervoor gesteld wordt.
6 Aansluiten van de ketel De ketel beschikt over onderstaande aansluitleidingen: • CV-leidingen. Deze bestaan uit ø22mm koperen leidingen en moeten met knelfittingen aangesloten worden op de installatie; • Gasleiding. De aansluiting op de ketel is voorzien van 1/2" binnendraad waarin het staartstuk van de gaskraan gedraaid kan worden; • Condensafvoerleiding. Dit is een 22 mm kunststof leiding. Hierop kan door middel van een open verbinding de afvoerleiding aangesloten worden.
Indien de installatieweerstand hoger is dan de vermelde waarde zal de besturing de belasting aanpassen totdat een, voor de regeling acceptabel, temperatuurverschil tussen aanvoer- en retourwater is bereikt. Wanneer het temperatuurverschil hierna te groot blijft zal de ketel zichzelf uitschakelen en wachten tot het te grote temperatuurverschil tussen aanvoer en retour weer afgenomen is.
6.2 Expansievat De CV-installatie moet voorzien worden van een expansievat. Het expansievat dat wordt toegepast moet afgestemd zijn op de waterinhoud van de installatie. De voordruk is afhankelijk van de installatiehoogte boven het gemonteerde expansievat. Zie tabel 6.2.a. Het expansievat moet zo dicht mogelijk in de retour bij de ketel aangesloten worden. installatiehoogte boven het expansievat voordruk van het expansievat 5m 0,5 bar 10 m 1,0 bar 15 m 1,5 bar keuze expansievat tabel 6.2.a 6.
6.4 Waterkwaliteit Installatie vullen met drinkwater. In veruit de meeste gevallen kan een CV-installatie worden gevuld met water volgens landelijk geldend waterbesluit en is behandeling van dit water niet noodzakelijk. Om problemen met CV-installaties te vermijden moet de kwaliteit van het vulwater aan de specificaties voldoen die vermeld staan in tabel 6.4.
Parameter Waarde Type water Drinkwater Onthard water pH 6.0-8.5 Geleidbaarheid (bij 20°C in μS/cm) Max. 2500 IJzer (ppm) Max. 0.2 Hardheid (°dH) Installatievolume/-vermogen 1-12 <20 l/kW Installatievolume/-vermogen 1-7 >=20 l/kW Zuurstof Geen zuurstof diffusie toegestaan gedurende bedrijf. Max.
6.5 Verwarmingssystemen met kunststof leidingen Bij het aansluiten of het toepassen van kunststof leidingen (vloer- en/of wandverwarming) of leidingdelen (radiatoraansluitingen, verdeeleenheden), moet men er rekening mee houden dat de toegepaste kunststof leidingen voldoen aan: - DIN 4726 t/m 4729 (geen hogere zuurstofdoorlatendheid dan 0,1 g/m3.d bij 40°C) of - Nationale BRL 5606 van KIWA (geen hogere zuurstofdoorlatendheid dan 0,18 g/m2.
6.7 Warmwatervoorziening Monteer de drinkwaterinstallatie volgens de huidige regelgeving. De ATAG A is voorzien van een roestvaststalen platenwisselaar voor bereiding van warmwater. De ketel heeft geen warmwatervoorraad en zal bij warmwatervraag het doorstromende water direkt verwarmen. In gebieden met een waterhardheidswaarde hoger dan 15°D dient de platenwisselaar frequenter van kalkaanslag ontdaan te worden. Een verkalkte platenwisselaar valt niet onder garantie.
6.8 Zonneboiler (voorverwarmer) NZ De ATAG A is geschikt voor het aansluiten op een standaard zonneboiler (voorverwarmer). ATAG levert hiervoor de ATAG EcoNormII en CBSolarII. De CV-ketel dient dan als Naverwarmer Zonneboiler (NZ). Sluit de zonneboiler aan volgens VEWIN werkblad 4.4 C. - Een thermostatisch mengventiel moet in de installatie opgenomen worden. Het thermostatisch mengventiel beschermt de CV-ketel voor te hoge temperaturen. Deze wordt bij de EcoNormII en CBSolarII meegeleverd.
6.10 Rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem Met het rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem wordt bedoeld: - De rookgasafvoerleiding; - De luchttoevoerleiding; - Dak- of geveldoorvoer. De rookgasafvoer- en luchttoevoerinstallatie moet voldoen aan: - de regelgeving genoemd in hoofdstuk 2, - de voorschriften uit dit installatievoorschrift en het installatievoorschrift van het toe te passen rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem.
De ketelaansluitdiameter is ø 80 mm. Hierop kan het rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem gemonteerd worden al dan niet voorzien van bochten. Zie tabel 6.10.1.a voor de maximaal toepasbare leidinglengte. Wij adviseren een eenvoudig rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem samen te stellen uit de Monopass rookgasafvoercomponenten. Voor nadere informatie omtrent het leveringsprogramma van het afvoer- en toevoersysteem verwijzen wij u naar de Prijswijzer Monopass Rookgasafvoerprogramma.
Uitzetten - Monteer het rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem altijd spanningsvrij. - Schuif kunststof rookgasafvoerdelen altijd eerst geheel in elkaar en trek de verbinding 10mm terug. Zo ontstaat er voldoende ruimte tot uitzetten bij temperatuurverhogingen.
6.10.1 Voorbeeld: Een A203C met een concentrisch afvoersysteem ø80/125mm heeft volgens de tabel een maximale rechte afvoerlengte van 30m. In het toe te passen systeem moeten 2x een 45° bocht opgenomen worden. De maximale afvoerlengte wordt dan: 30 - 2x1,1 = 27,8m. Dimensionering afvoerkanaal / toevoerkanaal De diameter wordt bepaald door de totale lengte, inclusief aansluitpijp, en het verloop van het rookkanaal (zoals bij inmeten is vastgesteld) en het type ketel.
6.10.2 CLV-systeem Voor toepassing in de gestapelde bouw met een overdruk-CLV systeem mogen uitsluitend de volgende typen worden toegepast: - A203C HP - A244CL HP - A244EC HP Deze zogenaamde HP-versie is namelijk voorzien van een ingebouwde terugslagklep om recirculatie over de ketel te voorkomen. In onderstaande tabel staan het aantal ketels die bij de corresponderende afvoer- en toevoerdiameters aangesloten mogen worden. De maximale belasting per toestel is 34,2 kW. De maximale overdruk is 25 Pa.
7 Elektrische aansluiting De ketel voldoet aan de CE- machinerichtlijn 89/392/EEG. De installatie moet (blijven) voldoen aan: - Voorschriften voor elektrische apparaten NEN 1010; - De plaatselijk geldende voorschriften; Een afwijking op het net van 230V (+10% of -15%) en 50Hz is toegestaan. De ketel moet worden aangesloten op een geaarde wandcontactdoos. Deze moet zichtbaar en binnen handbereik zijn.
10K 16. FLUE GAS SENSOR T5 10K OPTION 15. RETURN SENSOR T2 10K 14. FLOW SENSOR T1 12. OUTSIDE SENSOR 1K T4 OPTION 17. WATER FLOW SENSOR 1. EXTERNAL SAFETY CONTACT* 11 B. ALTERNATIVE: ROOMTHERMOSTAT BATTERY POWERED* 11 A. ATAG Z ROOMTHERMOSTAT OPTION Installatievoorschrift ATAG A-Serie X5 X13 X1 X2 X4 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. X6 20.
Vullen en ontluchten van ketel en CV-installatie De CV-installatie dient gevuld te worden met drinkwater. Voor het vullen van de CVinstallatie gebruikt u de vul- en aftapkraan.
9 Ketelregeling De volgende pagina beschrijft de toetsfuncties en symbolen op het beeldscherm. De ketel is voorzien van een zelfsturende regeling, het zogenaamde Control Management System. Deze regeling neemt een groot deel van de handmatige instellingen over, waardoor het in bedrijf nemen sterk is vereenvoudigd. Na het vullen van de installatie wordt het automatisch ontluchtingsprogramma geactiveerd. Het automatisch ontluchtingsprogramma duurt ca.7 minuten en stopt automatisch.
+ ii + - R - + ii + - R - Warmwater Instellen van de warmwatertemperatuur: Druk kort op de + of - ; het beeldscherm toont knipperend de ingestelde waarde; Druk kort op de + of - om de ingestelde waarde te wijzigen. Elke wijziging is direct actief. Warmwaterprogramma UIT: Druk op de - tot de laagste waarde en druk vervolgens is uit. nogmaals op -. Beeldscherm toont -- en middelste Inschakelen werkt in omgekeerde volgorde.
10 In werking stellen van de ketel % bar °C Zorg ervoor, alvorens de ketel in bedrijf te stellen, dat de ketel en de installatie goed ontlucht zijn. Ontlucht de gasleiding en open de gaskraan van de ketel. De ketel behoeft geen afstelling van branderdruk en luchthoeveelheid, omdat deze zelfregelend is en fabrieksmatig is afgesteld en mag niet worden nagesteld.
10.4 Instellingen Wanneer de ketel geïnstalleerd is, is het in principe gereed om in gebruik genomen te worden. Alle instellingen van de besturing zijn reeds geprogrammeerd voor een verwarmingsinstallatie met radiatoren/convectoren met een aanvoertemperatuur van 85°C. De instellingen zijn beschreven in het Parameter-hoofdstuk op pagina 30.
Parameter-hoofdstuk PARA 518 520 fabrieksinstelling 5 5 Instelmogelijkheden Omschrijving Gradiënt snelheid CV Nachtverlagingstemperatuur (alleen actief bij 100% weersafhankelijk): 0 - 15 (0=uit) 0 - 10 K De dagtemperatuur wordt met deze waarde verlaagd 532 541 24 max. Stooklijn CV-watertemperatuur (zie ook stooklijngrafiek) maximale vermogen CV in % 1 - 40 0 - max Alleen te reduceren, niet te verhogen.
aanvoertemperatuur in °C buitentemperatuur in °C stooklijn grafiek 10.4.a 10.5 Fabrieksinstelling activeren (groene toetsfunctie) Installatievoorschrift ATAG A-Serie Ga om de fabrieksinstellingen opnieuw te activeren als volgt te werk (alle gewijzigde instellingen vervallen hierdoor) : - Selecteer, volgens de in hoofdstuk 10.4 beschreven procedure naar P6 81; - Selecteer b7; - Druk op OK; Display toont 'off'; - Selecteer 'on'; - Druk op OK.
11 Buiten bedrijf stellen In sommige situaties kan het voorkomen dat de gehele ketel buiten bedrijf moet worden gesteld. Door de 2 functietoetsen, het Warmwaterprogramma en CV-programma, wordt de ketel buiten bedrijf gesteld. + ii + - R - + ii + - R - Warmwaterprogramma UIT: Druk op de - tot de laagste waarde en druk vervolgens nogmaals op -. Beeldscherm toont -- en middelste is uit. Inschakelen werkt met de +toets in omgekeerde volgorde.
12.1 Controle O2 (Schoorsteenvegerfunctie) Het O2 percentage is fabrieksmatig ingesteld. Deze moet bij controle, onderhoud en storing gecontroleerd worden. Door middel van de volgende handeling kan deze worden gecontroleerd: meetpunt ten behoeve van O2 Figuur 12.1.
12.2 Onderhoudswerkzaamheden Om onderhoud te kunnen verrichten moeten de volgende handelingen uitgevoerd worden: - schakel de ketel uit; - verwijder de schroeven uit de 4 snelsluitingen A, B, C en D (zie fig. 12.2.a); - ontgrendel de 4 snelsluitingen A, B, C en D en neem de mantel naar voren weg. Luchtkast/mantel De mantel heeft tevens de functie als luchtkast: - reinig de luchtkast/mantel met een doek en een niet-schurend schoonmaakmiddel. Figuur 12.2.a 2 9 1 4 3 Figuur 12.2.
Warmtewisselaar - controleer de warmtewisselaar op vervuiling. Reinig deze, indien nodig, met een zachte borstel en een stofzuiger. Voorkom dat eventuele vervuiling naar beneden valt. Het van bovenaf doorspoelen, met water door de wisselaar, is niet toegestaan. Montage geschiedt in omgekeerde volgorde. Let tijdens montage op het juist positioneren van de knevelstangen. Deze dienen verticaal te staan. Ontstekingselektrode Het vervangen van de ontstekingselektrode is noodzakelijk als de pennen versleten zijn.
12.3 Onderhoudsfrequentie ATAG adviseert, om jaarlijks een inspectie- /onderhoudsbeurt aan de ketel uit te voeren, echter minimaal elke 2 jaar een inspectiebeurt en elke 4 jaar een onderhoudsbeurt, afhankelijk van de in de garantievoorwaarden vermelde bedrijfsuren. 12.4 Garantie Voor de garantievoorwaarden verwijzen we naar de Garantiekaart die bij de ketel is bijgeleverd. 13 Storingsmelding Op het beeldscherm wordt een geconstateerde fout aangegeven in blokkerings- of errormeldingen.
Bijlage A Technische specificaties ATAG A-Serie Keteltype Qnw Belasting op onderwaarde WW Efficiency klasse volgens BED Rendement volgens EN677 (36/30°C deellast, onderw.) Rendement volgens EN677 (80/60°C vollast, onderw.
Bijlage B Toevoegmiddelen systeemwater Indien voldaan is aan de gestelde eisen aan het vulwater gesteld in hoofdstuk Waterkwaliteit, zijn er middelen die toegestaan zijn voor onderstaande toepassing en bijbehorende dosering. Indien deze middelen en concentratie niet volgens deze bijlage gehanteerd worden vervalt de garantie op de door ATAG geleverde producten in de installatie. Type toevoegmiddel Leverancier en specificaties Max.
Bijlage C Afmetingen plafond wand minimaal 10 mm minimaal 250mm Verbrandingsluchttoevoer Rookgasafvoer mm mm Gasleiding - g A203C A244CL A244EC 80 80 ½" binnendr.
Bijlage D Conformiteitsverklaring CE DECLARATION OF CONFORMITY Hereby declares ATAG Verwarming Nederland BV that, the condensing boiler types: ATAG A203C A244CL A244EC A203C HP A244CL HP A244EC HP are in conformity with the provisions of the following EC Directives, including all amendments, and with national legislation implementing these directives: Directive Gas Appliance Directive 2009/142/EC (ex.
Installatievoorschrift ATAG A-Serie
Installatievoorschrift ATAG A-Serie
Installatievoorschrift ATAG A-Serie
Met deze vernieuwde uitgave vervallen alle voorgaande installatievoorschriften. Postbus105 • 7130 AC Lichtenvoorde • Telefoon: 0544 - 391777 • E-mail: info@atagverwarming.com • Internet: www.atagverwarming.