P535 Gebruikershandleiding
Du3218 Tweede uitgave V2 Juni 2007 Copyright © 2007 ASUSTeK COMPUTER INC. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze handleiding, inclusief de beschreven producten en software, mag worden gekopieerd, overgedragen, bewerkt, opgeslagen in een retrievalsysteem, of vertaald in elke willekeurige taal in eender welke vorm of door eender welk middel, behalve documentatie die door de aankoper wordt bewaard voor back-updoeleinden, zonder de expliciete schriftelijke toestemming van ASUSTeK COMPUTER INC.
Inhoudsopgave Specificaties van de P535...................................................................... 8 Inhoud verpakking.................................................................................. 9 Hoofdstuk 1: Aan de slag Kennismaken met uw P535.................................................................. 12 Schema ...................................................................................................... 12 Beschrijving apparaatonderdelen...................................
Hoofdstuk 2: Gegevens invoeren Het invoerpaneel gebruiken................................................................. 28 Het toetsenbord op het scherm gebruiken..................................................... 28 Schrijven en tekenen op het scherm.................................................. 30 Spraak opnemen................................................................................... 32 ActiveSync™ gebruiken.......................................................................
Spraakopdracht gebruiken............................................................................. 50 Een oproep ontvangen......................................................................... 51 Hoofdstuk 4: Draadloze functies Draadloos beheer gebruiken............................................................... 54 Bluetooth® gebruiken .......................................................................... 55 Overzicht .........................................................................
Instelling Mijn geheimen................................................................................ 76 Mijn geheimen uitschakelen........................................................................... 79 Hoofdstuk 6: Multimediafuncties De camera gebruiken........................................................................... 84 De camera starten......................................................................................... 84 Functies navigatieknoppen in de cameramodus..............
De beltonen instellen...........................................................................117 Een beltonen toevoegen aan de selectie......................................................117 De beltoon wijzigen.......................................................................................118 De activeringsinstelling......................................................................119 Keuzeschakelaar.................................................................................
Specificaties van de P535 Processor De nieuwste Intel® XScale™ 520 MHz-processor Besturingssysteem Microsoft® Windows Mobile™ 6 Professional Geheugen 256 MB NAND Flash ROM 64 MB SDRAM Beeldscherm 2,8", 65.536 Touchscreen, 240 x 320-resolutie,���� TFT LCD���� aanraakscherm Frequentieband Tri-band GSM� ������������������� (900/1800/1900 MHz) GPRS Klasse B, multisleuf klasse 10 Camera 2.
Inhoud verpakking Controleer of de volgende items aanwezig zijn in de verpakking van de P535: P ASUS ��������� P535 P Batterij �������� P Adapter ������� P Mini-USB-kabel �������������� P Headset ������� P Stylus ���������� Pen P Autolader �������������������������� mobiele telefoon P Carkit� ������������������������������������������������ (PDA-houder en stand met zuignap voor voorruit)* P Beschermhoes ������������ P Installatie ������������ CD �� P Gebruikershandleiding ��������������������� P Snelstartgi
Hoofdstuk Aan de slag 1 • Kennismaken met uw P535 • Uw apparaat voorbereiden • Opstarten • Het scherm Vandaag 11
Kennismaken met uw P535 Onderdelen: Schema 3 2 1 3 Stylus pen I ���������� 4 Cameraknop Bovenkant 7 ������������ 1 MiniSD-sleuf ���������� 2 Power knop �������������� 5 Volumeregelaar ��������� 6 Resetknop 8 7 Meldings-LED ������������ 4 8 Ontvanger oortje 9 ��������������� LCD Touchscreen 10 �������� Kiesknop 5 11 Linkersoftwareknop 12 �������������������������� Modus Knop/Takenschakelaar 9 13 Navigatieknoppen 14 Knop Actie ���������� 15 Rechtersoftwareknop ��
Kennismaken met uw P535 Onderdelen: 20 18 18 Cameraflitser Cameralens 19 23 21 19 20 Aansluiting GPS-antenne 21 Luidspreker 24 22 Batterijvak 23 Knop Spraakbesturing/ Opnemen 24 Knop Vergrendelen 22 25 Hoofdtelefoon aansluiting 26 Mini-USB-aansluiting 27 Microfoon Zijkant rechts Achterkant 25 26 27 Onderkant 13
Beschrijving apparaatonderdelen Nr. 14 Item Beschrijving 1 MiniSD-sleuf Hier kunt u een MiniSD-opslagkaart plaatsen. 2 Power knop Druk eenmaal om de slaapstand in te stellen of om het apparaat uit de slaapstand te activeren. Houd de knop ingedrukt om de voeding in of uit te schakelen. 3 Stylus pen Gebruik de Stylus pen om items te schrijven, te tekenen of te selecteren op het Touchscreen. 4 Camera/ontspanknop Druk op deze knop om de camera te starten.
Beschrijving apparaatonderdelen Nr. Item 12 Modus Knop/ Takenschakelaar Hiermee kunt u schakelen tussen toepassingen en taken. Houd de knop ingedrukt om de flitser in of uit te schakelen. Beschrijving 13 Navigatieknoppen Gebruiken om door menu's te navigeren. Druk in het midden om een toepassing te starten en of om in de cameramodus een foto te maken. 14 Knop Actie Voer de taak van het geselecteerde item uit. 15 Rechtersoftwareknop Voert de opdracht uit die boven de knop is aangegeven.
Uw apparaat voorbereiden De SIM-kaart en batterij installeren Voordat u een telefoongesprek kunt voeren met uw P535, moet u een SIM-kaart (Subscriber Identity Module) installeren. Een SIM-kaart bevat uw telefoonnummer, abonnementgegevens, telefoonboek en extra telefoongeheugen. Uw P535 wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij. Nieuwe batterijen zijn bij de levering gedeeltelijk ontladen. Daarom moet u ze volledig opladen voordat u ze gebruikt.
2. Verwijder de batterij. 3. Plaats de SIM-kaart met de gouden contacten omlaag gericht en de schuine kant in de richting van de linkerbovenhoek van de sleuf, zoals weergegeven. 4. Plaats de batterij terug in het vak en zorg ervoor dat de koperen contacten zijn uitgelijnd op de koperen geleider op het apparaat. 5. Sluit het deksel van het batterijvak.
De batterij opladen De bijgeleverde Batterij is bij de levering slechts gedeeltelijk opgeladen. Laat de batterij volledig opladen gedurende vier (4) uren voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt. De batterij opladen: 1. Sluit de AC-adapter aan op de mini-USB-aansluiting op de onderkant van het apparaat. 2. Sluit de adapter aan op een geaarde wandcontactdoos of multistekker.
Opstarten Uw apparaat inschakelen Zorg ervoor dat uw P535 volledig is opgeladen voordat u het apparaat voor de eerste keer opstart. De voeding inschakelen: 1. Houd de Power knop ingedrukt. Power knop 2. Volg de instructies op het scherm om het scherm uit te lijnen en de lokale tijdzone in te stellen. De Stylus pen gebruiken De Stylus pen bevindt zich achter de rechterbovenhoek van uw P535. • Gebruik de Stylus pen om een item te schrijven, te tekenen, te selecteren of te slepen op het scherm.
De P535 kalibreren Door de kalibratie van uw apparaat bent u zeker dat het item waarop u tikt op het scherm, ook wordt geactiveerd. Hiervoor moet u op het scherm tikken in het midden van de doelschijven die verschijnen op verschillende coördinaten op het scherm. Uw scherm kalibreren: 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem en tik vervolgens op het pictogram Scherm. 2. Tik op het tabblad Algemeen op Scherm uitlijnen en volg de opeenvolgende kalibratie-instructies op het scherm.
Het scherm Vandaag Het scherm Vandaag toont nuttige informatie. U kunt het scherm Vandaag configureren zodat u over alle benodigde belangrijke informatie beschikt. • Tik op Start > Vandaag om het scherm Today te openen. • Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag om het scherm Vandaag persoonlijk aan te passen.
Statusindicators Raadpleeg de onderstaande tabel voor de pictogramstatusindicators op het scherm Vandaag. Pictogram Beschrijving GPRS (General Packet Radio Services) beschikbaar. Verbinden via GPRS. Verbonden via GPRS. Verbinden via ActiveSync. ActiveSync-verbinding niet actief. Bezig met synchronisatie via ActiveSync. Synchronisatiefout. Oproep doorgestuurd. Gesprek bezig. Gesprek in wacht. Gemiste oproep. Nieuw bericht.
Statusindicators Pictogram Beschrijving Nieuwe voicemail. Geen mobiele telefoonservice. Geen signaal. Bezig met zoeken van mobiele telefoonservice. Geeft de signaalsterkte aan. Geluid UIT. Geluid AAN. Batterijvermogen laag. Batterij extreem laag. Batterij gedeeltelijk opgeladen. De batterij is bezig met opladen. De batterij is volledig opgeladen.
Statusindicators Pictogram Beschrijving Bezig met zoeken van Wi-Fi-verbinding. Wi-Fi actief. Roaming. Dit pictogram verschijnt alleen als u over een internationale roamingfunctie beschikt. Tril- of stille modus aan. Bluetooth-hoofdtelefoon aangesloten. Bluetooth-hoofdtelefoon aangesloten met geluid. Verschijnt wanneer u het alarm instelt. Geen SIM geïnstalleerd. Indicator mededeling. Tik om de mededeling weer te geven. Servicemelding Pocket MSN. Pocket MSN chat is online.
Schermstand U kunt het scherm in drie verschillende standen instellen: 1. Staand 2. Liggend (rechtshandig) 3. Liggend (linkshandig) Stel de modus Staand in voor een betere weergave of een beter gebruik van bepaalde toepassingen op uw apparaat. Stel de modus Liggend in om foto's, video's of langere tekstbestanden weer te geven. Om de schermstand te wijzigen, tikt u op Start > Instelling > tabblad Systeem > Screen en selecteert u vervolgens de gewenste stand.
Startmenu Het Startmenu bevat verschillende programma's en toepassingen die u vaak gebruikt. Tik op Start om het items van het startmenu weer te geven: Staand Liggend U kunt de items die in het menu Start verschijnen ook aanpassen. Ga hiervoor als volgt te werk: 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Menu's. 2. Schakel de selectievakjes in naast de items die u wilt weergeven in het menu Start. U kunt maximaal zeven (7) items selecteren.
Hoofdstuk Gegevens invoeren 2 • Het invoerpaneel gebruiken • Schrijven en tekenen op het scherm • Spraak opnemen • ActiveSync™ gebruiken • Synchroniseren met Exchange Server • Informatie zoeken • Help-informatie weergeven 27
Het invoerpaneel gebruiken Wanneer u een toepassing start of een veld selecteert dat tekst, symbolen of cijfers bevat, verschijnt het pictogram van het invoerpaneel op de menubalk. ���������������������������� Via het invoerpaneel kunt u verschillende invoermethodes selecteren, met inbegrip van:�������������� Toetsenbord. Het toetsenbord op het scherm gebruiken Via het toetsenbord op het scherm kunt u tekst, symbolen, cijfers of andere speciale tekens invoeren wanneer invoer mogelijk is.
Het toetsenbord op het scherm vergroten: 1. Tik op de pijl van het invoerpaneel en tik daarna op Optie. 2. Selecteer Toetsenbord in de lijst Input Invoermethode. 3. Tik op Grote toetsen.
Schrijven en tekenen op het scherm U kunt rechtstreeks op het scherm schrijven of tekenen en notities in uw eigen handschrift opslaan. Als u er de voorkeur aan geeft uw eigen handschrift of tekeningen te gebruiken in uw notities, stelt u de standaard invoermodus in op Schrijven. Als u de voorkeur geeft aan tekst, stel dan de standaardmodus in op Invoeren. De standaard invoermodus instellen voor Notities: 1. Tik op Start > Programma's > Notities. 2. Tik in de lijst Notities op Menu > Opties. 3.
Een notitie schrijven: 1. Tik op Start > Programma's > Notities. 2. Tik in de lijst Notities op Nieuw. 3. Schrijf uw tekst op het scherm. 4. Tik op wanneer u klaar bent om terug te keren naar de lijst Notities.
Spraak opnemen U kunt op elk ogenblik, ongeacht of uw telefoon in stand-by of in actieve modus is, geluid of spraak opnemen of een opname toevoegen aan een notitie via uw apparaat. Een spraakopname starten: 1. Druk op de opnameknop om de spraakrecordertoepassing op te starten. 2. Tik op het opnamepictogram om de opname te starten. 3. Plaats de ontvanger dicht bij uw mond of geluidsbron. 4. Tik op het pictogram Stop wanneer u klaar bent met opnemen. Een opnamepictogram verschijnt op de notitie. 5. Tik op .
Een opname toevoegen aan een opgeslagen notitie: 1. Tik op Start > Programma's > Notities. 2. Tik in de lijst Notities om een opgeslagen notitie te openen. 3. Als u geen opnamewerkbalk ziet, tik dan op Menu > Opnamewerkbalk weergeven. 4. Tik op het opnamepictogram om de opname te starten. 5. Plaats de ontvanger dicht bij uw mond of geluidsbron. 6. Tik op het pictogram Stop wanneer u klaar bent met opnemen. Een opnamepictogram verschijnt op de notitie. 7. Tik op .
ActiveSync™ gebruiken Met ActiveSync™ kunt u de gegevens in uw apparaat synchroniseren met de gegevens in uw computer. ActiveSync kan ook synchroniseren via een draadloos of mobiel netwerk met Microsoft Exchange Server, op voorwaarde dat uw mobiele telefoonservice of het mobiele telefoonbedrijf Microsoft Exchange Server uitvoert met Exchange ActiveSync. Wanneer u rechtstreeks synchroniseert met Exchange Server kunt u up-to-date blijven, zelfs als uw pc is uitgeschakeld.
Als u uw apparaat wilt synchroniseren met Exchange Server via uw bedrijf of serviceprovider, moet u uw netwerkbeheerder vragen u de naam van de Exchange Server, de gebruikersnaam, het wachtwoord en de domeinnaam te bezorgen voordat u de Wizard Instelling synchronisatie start. ActiveSync installeren en configureren op uw computer: 1. Installeer ActiveSync vanaf de Microsoft companion CD die bij de verpakking van uw apparaat is geleverd. 2. Volg de opeenvolgende scherminstructies. 3.
Synchroniseren via mini-USB �������� U kunt uw apparaat via de bijgeleverde mini-USB-kabel aansluiten om uw computer te synchroniseren. Uw apparaat synchroniseren via ��������� mini-USB�: 1. Sluit de USB-stekker aan op de mini-USB-aansluiting op de onderkant van het apparaat nadat u ActiveSync op uw computer hebt geïnstalleerd. 2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op uw computer. Wanneer de verbinding is gemaakt, synchroniseert ActiveSync uw apparaat automatisch.
Synchroniseren met Exchange Server Uw apparaat synchroniseren met Exchange Server: 1. Tik in het ActiveSync-menu op Menu > Serverbron toevoegen. 2. Voer in het veld Serveradres de naam in van de server die Exchange Server uitvoert en tik op Volgende. Tik, indien nodig, in het selectievakje Deze server vereist een beveiligde (SSL) verbinding.
3. Voer uw naam, wachtwoord en domein in en tik daarna op Volgende. 4. Tik in de selectievakjes om de gegevensitems te selecteren die u wilt synchroniseren met Exchange Server. Om de beschikbare synchronisatieinstellingen te wijzigen, selecteert u een gegevensitem en tikt u vervolgens op Instellingen. Tik op Voltooien wanneer u klaar bent. 5. Start het synchronisatieproces.
De synchronisatieplanning instellen De synchronisatie instellen met Exchange Server: 1. Tik in het scherm ActiveSync op Menu > Schema. 2. Raadpleeg de tabel voor invoerdetails. Volume Aanbevolen instelling Hoog Selecteer de optie Bij binnenkomst van items of kies een korter interval in de lijst Buiten piektijden. Laag Selecteer de optie Bij binnenkomst van items of kies een langer interval in de lijst Buiten piektijden times.
Informatie zoeken Met het zoekhulpprogramma kunt u bestanden en andere items zoeken die op uw apparaat of op de externe Mini-SD-kaart zijn opgeslagen. U kunt zoeken op bestandsnaam of op woorden die zich in de verschillende toepassingen bevinden, met inbegrip van Agenda, Contactpersonen, Excel Mobile, Word Mobile, Outlook Mobile, Help, Berichten, Notities en Taken. U kunt uw zoekopdracht ook filteren om bestanden die groter zijn dan 64 KB te zoeken. Een bestand of item zoeken: 1.
Help-informatie weergeven Voor alle programma's op het apparaat is een Help-functie beschikbaar. Help-informatie voor een programma weergeven: • Tik in het scherm Vandaag of in het programma op Start > Help. Een pagina wordt geopend met koppelingen naar onderwerpen die u uitleg geven over de manier waarop u het programma kunt gebruiken.
Hoofdstuk Telefoonfuncties 3 • De telefoon gebruiken • Een nummer kiezen • Een oproep ontvangen 43
De telefoon gebruiken U kunt uw P535 gebruiken om oproepen te maken en te ontvangen, net als bij een standaard mobiele telefoon. U kunt ook een geschiedenis bijhouden van de uitgaande en binnenkomende gesprekken, SMS- of MMS-berichten verzenden, notities maken tijdens het gesprek, bellen vanaf Contactpersonen en contactpersonen van uw SIM-kaart kopiëren naar uw apparaat.
Het volume van het apparaat regelen Het volume van het apparaat regelen: 1. Tik op het luidsprekerpictogram. 2. Van het volumemenu, kunt u: • Pas het volume van de telefoon of het apparaat aan door de schuifregelaar te verplaatsen naar het gewenste volumeniveau. • Tik op Aan, Trillen of Uit om de systeem- en belvolume-instellingen te wijzigen. U kunt het volume van het apparaat ook aanpassen door op de knoppen van de volumeregelaar op de linkerkant van het apparaat te drukken.
Een nummer kiezen U kunt een nummer kiezen via het telefoontoetsenblok. U kunt ook rechtstreeks nummers kiezen vanaf Contactpersonen, Oproepen, Snelkeuze of Spraakbesturing. Het telefoontoetsenblok gebruiken Een nummer kiezen via het telefoontoetsenblok: 1. Tik op Start > Telefoon. 2. Tik in het telefoonscherm op het nummer van de persoon die u wilt bellen en tik vervolgens op . Als u op een verkeerd getal hebt getikt, tik dan op de pijl achteruit om het cijfer links van de cursor te wissen. 3.
Functies van het telefoontoetsenblok Naam operator Indrukken om het cijfer of symbool links van de cursor te verwijderen Numeriek toetsenblok Indrukken om de snelkeuze in te stellen Indrukken om Call Oproepgeschiedenis te starten Indrukken om een nummer te kiezen Indrukken om de lijst met contactpersonen te openen Indrukken om het menu te openen Toont de huidige belstatus Indrukken om te dempen Indrukken om de lijst met contactpersonen te openen Indrukken om de luidspreker IN/UIT te schakelen Indrukk
Een nummer kiezen vanaf Contactpersonen Rechtstreeks vanaf Contactpersonen een nummer kiezen: 1. Tik vanaf het scherm Vandaag op Contactpersonen op de menubalk of druk op de rechterschermtoets. 2. U kunt een van de volgende bewerkingen uitvoeren om een nummer te kiezen: • Tik om een contactpersoon te selecteren en tik vervolgens in de lijst Contactpersonen op Oproepen.
Intelligent kiezen gebruiken Met Smart Dialer kunt u een contactpersoon sneller vinden. Als u bijvoorbeeld een contactpersoon met de naam ‘Clara’ wilt bellen, tikt u gewoon op . Uw apparaat zal de treffers in uw lijst met contactpersonen op een intelligente manier zoeken en weergeven. Intelligent kiezen gebruiken: 1. Tik op het telefoontoetsenblok de beginletters van de naam van de contactpersoon. 2. Tik op de naam van de gewenste contactpersoon in de lijst die boven het telefoontoetsenblok verschijnt.
Spraakopdracht gebruiken Een nummer kiezen met een spraakopdracht: 1. Druk op de opnameknop op de rechterkant van uw apparaat. Opnameknop 2. In het volgende scherm geeft uw apparaat de melding �������������� “Say command” ("Spreek uw opdracht in"). 3. Zeg duidelijk hoorbaar ������� “Call” ("Kiezen"), gevolgd door de naam van de persoon in de lijst contactpersonen die u wilt bellen. 4. Zeg “Yes” ������ ���������� ("Ja") of “No” ����� �������������� ("Nee") na de vraag om bevestiging.
Een oproep ontvangen Als u een oproep ontvangt, verschijnt een bericht waarin u de keuze hebt het binnenkomende gesprek te beantwoorden of te weigeren. Een binnenkomende gesprek beantwoorden of negeren: • Om een oproep te beantwoorden, tikt u op Beantw of drukt u op Kiesknop. • Om een binnenkomende oproep te weigeren, tikt u op Negeren of drukt u op Knop Einde. Kiesknop TIP: Houd de toets Kiezen ingedrukt om de ontvanger te schakelen naar de luidsprekertelefoonmodus.
Hoofdstuk Draadloze functies 4 • Draadloos �������������������������� beheer gebruiken ® • Bluetooth gebruiken • WLAN (IEEE ��������������������������� 802.
Draadloos beheer gebruiken Met Draadloos beheer kunt u de voeding van uw draadloze verbindingen vanaf één locatie uit- of inschakelen. Dit is een snelle manier om batterijvermogen te sparen of om uw apparaat voor te bereiden voor een vlucht. Draadloos beheer gebruiken: 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen. 2. Tik op Draadloos beheer. 3.
Bluetooth® gebruiken Overzicht Bluetooth® is een draadloze communicatietechnologie op korte afstand waarmee apparaten met Bluetooth-capaciteiten in staat zijn gegevens uit te wisselen binnen een straal van ongeveer 10 meter (30 ft) zonder enige fysische verbinding. Als Bluetooth is ingeschakeld op uw apparaat, kunt u: • Een verbinding maken en communiceren (bijv. bestanden, taken, contactpersonen doorsturen) met andere apparaten met Bluetooth-functies. • De Bluetooth-service gebruiken.
Bluetooth configureren Bluetooth configureren op uw apparaat: 1. Tik op Start > Instellingen > Verbindingen en tik vervolgens op het pictogram Bluetooth. 2. Vanaf het Bluetooth-scherm hebt u toegang tot de volgende tabbladen: •A lgemeen - hier kunt u het gebruikersprofiel instellen en Bluetooth in- of uitschakelen, de Bluetooth-status wordt weergeven en u vindt een koppeling naar de Bluetooth Manager.
Een Bluetooth-headset gebruiken Instelling mono headset 1. Zorg ervoor dat Bluetooth op uw apparaat is ingeschakeld. 2. Tik op het scherm Vandaag op en tik vervolgens in het snelmenu op Bluetooth Manager. 3. Tik in Bluetooth Manager op Nieuw. 4. Tik in de wizard Bluetooth-verbinding op Hands-free/headset instellen en tik daarna op Volgende.
5. Zorg ervoor dat uw headset in de modus Koppelen is en dat het klaar is om binnenkomende verbindingsaanvragen te ontvangen. Tik daarna op Volgende. 6. Tik op de naam van uw Bluetoothheadset en tik daarna op Volgende. 7. Geef de alfanumerieke wachtwoordsleutel van uw headset op in het veld Wachtwoordsleutel en tik vervolgens op . U kunt deze sleutel vinden in de documentatie die bij uw headset is geleverd. 8. Tik op Voltooien. U bent nu klaar om uw headset te gebruiken.
Instelling stereo headset De P535 ondersteunt A2DP (Advanced Audio Distribution Profile = geavanceerd audiodistributieprofiel) dat wordt gebruikt door stereo Bluetooth-headsets. Controleer of uw stereo headset ook A2DP ondersteunt. 1. Tik op het scherm Vandaag op en tik vervolgens in het snelmenu op Bluetooth Manager. 2. Tik op het scherm Bluetooth Manager op Nieuw en selecteer vervolgens High-quality audio-instellen. 3.
5. Tik op Voltooien om de verbinding tot stand te brengen. OPMERKINGEN: • Om een oproep te beantwoorden via uw stereo headset, moet u ervoor zorgen dat u tegelijk over een mono en stereo verbinding beschikt. • Om de spraakbesturing te gebruiken terwijl u een headset gebruikt, drukt u op de antwoordknop op de headset en volgt u de opgegeven instructies. ������������������������ (*De knop Beantwoorden zal mogelijk niet worden ondersteund voor andere headsetmodellen.
6. Tik op de naam van uw Bluetooth-GPS en tik daarna op Volgende. 7. Selecteer SPP Slave in de lijst Serviceselectie en tik vervolgens op Volgende. 8. Tik op Voltooien. 9. Tik en houd de Stylus pen op het snelkoppelingspictogram om het snelmenu weer te geven en tik vervolgens op Verbinden. 10. Geef de alfanumerieke wachtwoordsleutel van uw headset op in het veld Wachtwoordsleutel en tik vervolgens op OK. U ����������� kunt dit vinden in de documentatie die bij uw GPS-apparaat is geleverd.
WLAN (������������������������� IEEE 802.11b/g����������� ) gebruiken Inleiding WLAN (IEEE ������������������������������������������������������������������������� 802.11b/g)��������������������������������������������������������� verwijst naar bepaalde types draadloze lokale netwerken (WLAN's) ��������� die specificaties van de 802.11-familie gebruiken.
WLAN configureren WLAN configureren op uw apparaat: 1. Tik op Start > Instellingen > Verbindingen en tik vervolgens op het pictogram Wi-Fi Manager. 2. Van het scherm Wi-Fi Manager hebt u toegang tot de volgende tabbladen: • Wi-Fi toestand • Instelling • IP-info • Site onderzoek OPMERKING: Tik op ? voor Wi-Fi Help. Wi-Fi toestand Hier vindt u de gegevens voor Wi-Fi toestand, ESSID, BSSID, BSS-modus, kanaal, gegevenssnelheid, IP-adres en signaalsterkte.
IP-info Toont de netwerkinformatie en stelt u in staat een netwerkverbinding te vernieuwen of te pingen. 64 Site onderzoek Toont de beschikbare draadloze netwerken in het gebied.
Een GPRS-verbinding instellen Met uw P535 kunt u een verbinding maken via GPRS (General Packet Radio Service). GPRS is een draadloze communicatiestandaard die werkt aan snelheden tot 115 kbps, in vergelijking met 9,6 kbps van de huidige GSM (Global System for Mobile Communications = Algemeen systeem voor mobiele communicatie). Dit ondersteunt een wijd bereik bandbreedten waarmee kleine bursts gegevens, zoals e-mails en webbrowsers, kunnen worden verzonden en ontvangen.
4. Tik op het scherm Verbindingen op Een nieuwe modemverbinding toevoegen. 5. Voer een unieke naam in voor de verbinding en selecteer vervolgens Mobiele verbinding (GPRS) in de modemlijst.
6. Voer de naam in voor het Toegangspunt. 7. Voer uw gebruikersnaam, wachtwoord en domein in en tik daarna op Voltooien. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor hulp. OPMERKING: De GPRS- en USB-verbindingen kunnen niet tegelijk worden gebruikt.
GPRS verbinden GPRS verbinden: 1. Tik op Start > Instellingen > Verbindingen en tik vervolgens op het pictogram Verbindingen. 2. Tik op het scherm Verbindingen op Bestaande verbindingen beheren. 3. Tik en houd de Stylus pen op een bestaande verbinding en tik vervolgens in het pop-upmenu op Verbinden. Tik op Verwijderen als u de geselecteerde verbindingsinstelling wilt verwijderen. 4. Wanneer de verbinding is gemaakt, tikt u op om af te sluiten.
Als u een standaard GPRS-verbinding hebt ingesteld, wordt deze automatisch verbonden wanneer u een toepassing start die een verbinding maakt met het internet. 1. Start een willekeurige toepassing die een verbinding maakt met het internet (bijv. Internet Explorer). Het apparaat zal automatisch een verbinding maken met uw standaard GPRS-verbinding. Een pop-upvenster verschijnt om de verbindingsstatus aan te geven. Pop-upvenster 2. Wanneer u verbonden bent, kunt u het surfen op het internet starten.
Het GPRS-hulpprogramma gebruiken Met het GPRS-hulpprogramma kunt u uw GPRS-serviceprovider gemakkelijk selecteren en probleemloos een verbinding maken met deze provider. Een verbinding maken via GPRS-hulpprogramma: 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen en tik vervolgens op het pictogram Netwerkinstelling. U kunt ook in de statusbalk tikken op en vervolgens in het popupvenster tikken op Instellingen. 2. Selecteer uw GPRS-provider in de lijst op het scherm Netwerkinstelling.
Hoofdstuk Mijn geheimen 5 • Mijn geheimen gebruiken 71
Mijn geheimen gebruiken Mijn geheimen is een geheim archief waarin u uw vertrouwelijke documenten, foto's en video's kunt bewaren. De items die in de map My Secrets worden geplaatst, worden gecodeerd voor hun beveiliging. Er is een door de gebruiker gedefinieerd wachtwoord nodig om de map te ontgrendelen of de instellingen te wijzigen. Mijn geheimen inschakelen Mijn geheimen inschakelen via de Expresmodus (aanbevolen): 1. Tik op Start > Programma's en tik vervolgens op het pictogram Mijn geheimen. 2.
3. Typ een 4-cijferig wachtwoord. 4. Typ hetzelfde wachtwoord opnieuw in als bevestiging wanneer u dit wordt gevraagd. 5. Tik opVoltooien. Wanneer u klaar bent, wordt de map Mijn documenten\Mijn geheimen een gecodeerde map. U kunt deze map nu gebruiken. BELANGRIJK: • Wanneer de map Mijn geheimen is vergrendeld, wordt de map verborgen. Gebruik het wachtwoord om de map te ontgrendelen en de bestanden te openen.
Mijn geheimen ontgrendelen Mijn geheimen ontgrendelen: 1. Tik op het scherm Vandaag op het pictogram Mijn geheimen . 2. Tik in het snelmenu op Ontgrendelen. 3. Geef het juiste wachtwoord op. U kunt de map Mijn geheimen nu gebruiken.
Mijn geheimen vergrendelen Mijn geheimen vergrendelen: 1. Tik op het scherm Vandaag op het pictogram Mijn geheimen . 2. Tik in het snelmenu op Vergrendelen. Het pictogram Mijn geheimen wijzigt om aan te geven dat de map Mijn geheimen is vergrendeld.
Instelling Mijn geheimen De instellingen voor Mijn geheimen wijzigen: 1. Tik op het scherm Vandaag op het pictogram Mijn geheimen . 2. Tik in het snelmenu op Instelling Mijn geheimen. 3. Geef het juiste wachtwoord op.
Beveiligingsinstelling Met de beveiligingsinstelling kunt u de automatische vergrendeling wanneer het apparaat naar de slaapstand gaat in- of uitschakelen, het apparaat nu vergrendelen of de beveiliging opheffen. Wachtwoord Op het tabblad Wachtwoord kunt u het wachtwoord en het wachtwoordtype wijzigen.
Tip Geef een tip op voor het geval u uw wachtwoord vergeet. • Tik op het selectievakje om het gebruik van de tip om het apparaat te ontgrendelen, in of uit te schakelen. • Selecteer een van de vooraf gedefinieerde vragen en typ vervolgens het antwoord in. 4. Tik op 78 wanneer u klaar bent.
Mijn geheimen uitschakelen Mijn geheimen uitschakelen: 1. Tik op het scherm Vandaag op Start > Programma's > Mijn geheimen of Tik op het scherm Vandaag op het pictogram Mijn geheimen en tik in het snelmenu op Instelling Mijn geheimen. 2. Selecteer het tabblad Beveiligingsinstelling en tik vervolgens op Beveiliging stoppen.
3. Wanneer u dit wordt gevraagd, tikt u op Ja om te bevestigen. 4. Druk op Volgende om alle actieve programma's te stoppen.
5. Tik op Volgende om het decoderen van bestanden in de map Mijn geheimen te starten. 6. Tik op Gereed wanneer u klaar bent.
Hoofdstuk Multimediafuncties 6 • De camera gebruiken • Foto's en video's weergeven 83
De camera gebruiken Met de ingebouwde 2 megapixels camera kunt u foto's maken en audio/videoclips opnemen. De camera starten Starten met de camera: • Tik op Start > Programma's > Afbeeldingen & video's > het pictogram Camera of • Druk op de Cameraknop op de linkerkant van uw apparaat. Camera/ontspanknop Cameraknop De camera afsluiten: 84 • Tik op het pictogram Afsluiten OPMERKING: • Het voorbeeldscherm is standaard ingesteld in liggende Landscape.
Functies navigatieknoppen in de cameramodus Hieronder worden de functies beschreven van de navigatieknoppen in de Cameramodus: Omhoog Knop Enter/Actie Achteruit Vooruit Omlaag Omhoog Druk omhoog in de voorbeeldmodus van de camera om naar de videomodus te gaan. Druk omhoog in het menu van de camera of de video-opties om menu-items te selecteren. Omlaag Druk omhoog in de videovoorbeeldmodus om naar de cameramodus te gaan.
Beschikbare opnamemodi Uw apparaatcamera kan worden ingesteld in twee opnamemodi: • Cameramodus - Met de camera kunt u foto's maken en ze opslaan op uw apparaat of Mini-SD-kaart. U kunt de camera ook aanpassen aan de omgevingsomstandigheden, de grootte van de foto's aanpassen, de vergrotingsfactor selecteren, de fotokwaliteit aanpassen, effecten toepassen en andere geavanceerde instellingen wijzigen. • Videomodus - In de Videomodus kunt u audio/videoclips opnemen.
Cameramodusscherm Hieronder worden de schermpictogrammen in de Cameramodus beschreven: Pictogram Opnamemodus Pictogram fotokwaliteit Flitserstatus Status macromodus Pictogram standaard opslagruimte Pictogram Scènemodus Timerpictogram Status burst-modus Pictogram effecten Beeldresolutie Tik om de camera te sluiten Tik om Foto's en video's te starten Aantal beschikbare foto’s Tik om in te zoomen Opnamemodi: Cameramodus Videomodus Tik om uit te zoomen Tik om het cameramenu te openen 87
Pictogrammen cameramodus • Pictogram opnamemodus [ / ] - geeft de huidige opnamemodus aan. • Pictogram fotokwaliteit [ / / ]- geeft de fotokwaliteit aan die wordt gebruikt. • Pictogram flitserstatus [ de macromodus is. • Pictogram macromodus [ macromodus is. / / ] - dit pictogram verschijnt wanneer de camera in ] - dit pictogram verschijnt wanneer de video in de • Pictogram standard opslagruimte [ / gemaakte foto's en opgenomen videoclips.
Menu Camera-opties In het menu met de cameraopties kunt u verschillende camera- en opname-instellingen wijzigen. Het optiemenu openen: 1. Tik op het camerascherm op Menu. 2. Tik in het snelmenu op een pictogram om de inhoud weer te geven.
Modus wijzigen Met de optie Modus wijzigen kunt u de opnamemodus instellen op de Camera- of Videomodus. Scène Met de optie Scène kunt u voorinstellingen selecteren die geschikt zijn voor de opname van een nachtscène of van een sportevenement. Selecteer Auto om de beste instelling voor elke scène te gebruiken. Afbeeldingsformaat Hiermee kunt u de framegrootte van de opname instellen.
Afbeeldingskwaliteit Deze optie biedt drie vooraf ingestelde fotokwaliteiten: Normaal, Fijn en Superfijn. De fotokwaliteit is standaard ingesteld op Superfijn. Flitsermodus Met deze optie kunt u de flitsermodus aanpassen aan verschillende belichtingsomstandigheden. Macromodus Met deze optie schakelt u de functie voor macrofotografie in of uit.
Zoom Hiermee kunt u de maximale toegelaten zoomfactor wijzigen. Zelfontspanner Hiermee kunt u de vertraging van de sluiterontspanning instellen op 5 of 10 seconden nadat u op de camera/ ontspanknop hebt gedrukt. Burst Hiermee kunt u 4 of 9 opeenvolgende foto's maken met één druk op camera/ontspankop.
Frame Hiermee kunt u een frame instellen. Effect Met de optie Effect kunt u bepaalde effecten toepassen op het onderwerp. Selecteer een van de volgende configuratie-opties: Zwart-wit, Negatief en Sepia. Selecteer Normaal als u geen effecten wilt toepassen. Opslaan als Hiermee kunt u de standaard opslagruimte voor de opnamen selecteren. OPMERKING: Bereid een Mini-SD-kaart voor voordat u de standaardopslagruimte instelt op Opslagkaart.
Geavanceerd Met deze optie kunt u de volgende items instellen: - Prefixformaat bestandsnaam - Prefix bestandsnaam - Bestandsnummer - Datum en tijdstempel - Geluid ontspanknop - Burst-interval 94
Foto’s maken Nadat de camera is gestart, wordt uw apparaat automatisch ingesteld op de cameramodus. Als dit anders is ingesteld, tikt u op Menu > Modus wijzigen > Cameramodus en vervolgens op Gereed. U kunt de cameramodus ook instellen door op het scherm te tikken op het pictogram van de cameramodus. Een foto maken: 1. Richt het apparaat op uw onderwerp en druk vervolgens de camera/ontspanknop halverwege in om automatisch scherp te stellen op het onderwerp.
Videomodusscherm Hieronder worden de schermpictogrammen in de Videomodus beschreven: Pictogram Opnamemodus Resterende videoopnameduur Pictogram standaard opslagruimte Videoresolutie Tik om de camera te sluiten Tik om Foto's en video's te starten Opname-indicator Groen: Gereed Rood: Opnemen Tik om in te zoomen Pictogrammen Opnamemodus: Cameramodus Videomodus Tik om uit te zoomen Tik om het videomenu te openen 96
Pictogrammen videomodus • Pictogram opnamemodus [ / ] - geeft de huidige opnamemodus aan. • Pictogram flitserstatus [ ingeschakeld. ] - dit pictogram verschijnt wanneer de flitser is • Pictogram macromodus [ macromodus is. ] - dit pictogram verschijnt wanneer de video in de • Pictogram standaard opslagruimte [ voor opgenomen videoclips.
Menu video-opties In het menu met de video-opties kunt u verschillende video- en weergave-instellingen wijzigen. Het menu met de video-opties openen: 1. Tik op het videoscherm op Menu. 2. Tik in het snelmenu op een pictogram om de inhoud weer te geven.
Modus wijzigen Met de optie Modus wijzigen kunt u uw apparaat instellen in de camera- of videoopnamemodus. Zoom Hiermee kunt u de maximale toegelaten zoomfactor wijzigen. Videoformaat Hiermee kunt u de framegrootte van de video instellen.
Flitsermodus Met deze optie kunt u de flitsermodus aanpassen aan verschillende belichtingsomstandigheden. Macromodus Met deze optie schakelt u de functie voor macrofotografie in of uit. Opslaan als Hiermee kunt u de standaard opslaglocatie voor de opnamen selecteren. OPMERKING: Bereid een Mini-SD-kaart voor voordat u de standaardopslagruimte instelt op Opslagkaart.
Effect Met de optie Effect kunt u bepaalde effecten toepassen op het onderwerp. Selecteer een van de volgende configuratie-opties: Zwartwit, Negatief en Sepia. Selecteer Normaal als u geen effecten wilt toepassen.
Video's opnemen Stel het apparaat in op de video-opnamemodus om video's op te nemen. De videomodus instellen: • Tik op Menu > Modus wijzigen > Videomodus en vervolgens op Gereed. • U kunt de videomodus ook instellen door op het scherm te tikken op het pictogram van de videomodus zoals weergegeven. Pictogram videomodus Een video opnemen: 1. Richt het apparaat op uw onderwerp en druk vervolgens de camera/ ontspanknop halverwege in om automatisch scherp te stellen op het onderwerp.
2. Druk de camera/ontspanknop volledig in of druk op de actieknop van de navigatieknop om de opname te starten. De opname-indicator verandert van groen naar rood terwijl de video bezig is met opnemen. 3. Druk de camera/ontspanknop volledig in of druk opnieuw op de actieknop van de navigatieknop om de opname te stoppen. Opname-indicator 4. Herhaal stappen 1 tot 3 om een andere video op te nemen. OPMERKING: • De videoclip wordt automatisch opgeslagen naar de standaard opslaglocatie.
Foto's en video's weergeven Gebruik de toepassing Afbeeldingen en video's om een voorbeeld te bekijken van opgeslagen foto's en videoclips af te spelen. Foto's en video's weergeven Foto's en video's weergeven: 1. Tik op Start > Programma's > Afbeeldingen en video's. 2. Tik op de foto of videoclip die u wilt bekijken. • Om foto's of videoclips die op de Mini-SD-kaart zijn opgeslagen te bekijken, tikt u in de mappenlijst (met de naam Mijn afbeeldingen) en tikt u op MiniSD Card.
Hoofdstuk 7 Overige eigenschappen • Windows Live • WorldCard Mobile • Presentator afstandsbediening • De beltonen instellen • De activeringsinstelling • Modusschakelaar • Systeeminformatie • De standaardwaarden herstellen 105
Windows Live Windows Live Windows Live op uw apparaat biedt u een reeks Windows Live-services, zoals e-mail, IM en zoekacties. • U kunt zien wie van uw contactpersonen online is en chatten met deze personen door expresberichten te verzenden en te ontvangen. • Open uw hotmail-account als u er een hebt en verzend en ontvang e-mails. • Zoek op het web en laat de resultaten afleveren op uw telefoon in een gemakkelijk leesbaar formaat.
2. Tikken om aan te melden bij Windows Live. Tik op Accepteren op het scherm dat verschijnt. 3. Voer uw e-mailadres en wachtwoord in. Tik daarna op Volgende. Windows Live zoekactie: Met de Windows Live-zoekactie kunt u snel informatie, richtlijnen, kaarten en afbeelding zoeken op het web. 1. Tik op Start > Programma’s > Pictogram Windows Live 2.
WorldCard Mobile WorldCard Mobile is een tekenherkenningshulpprogramma dat de gedrukte tekst op een visitekaartje scant en identificeert en de informatie vervolgens automatisch categoriseert en naar uw lijst Contactpersonen verzendt.
BELANGRIJK: • Zorg ervoor dat de cameralens proper is en dat er voldoende belichting is voordat u foto's maakt van een visitekaartje. • Houd een resolutie van "1600x1200" wanneer u een foto van een visitekaartje maakt. 3. Maak een duidelijke foto van het visitekaartje. 4. Tik op scherm. in het opgegeven 5. Selecteer, indien nodig de geschikte Taal en Regio of pas de stand van de foto aan. 6. Tik op Herkennen.
7. Tik op Exporteren om de informatie op te slaan in Contactpersonen. Raadpleeg de onderstaande labels voor andere schermopties en -functies. Tik om de categorie te wijzigen Tik op het selectievakje om een gegevensveld op te nemen of uit te sluiten Tik op de overeenkomende pijl om het gegevensveld te wijzigen Tik om een gegevensveld toe te voegen Tik om de informatie op te slaan in Contactpersonen 8.
Presentator afstandsbediening Met Presentator afstandsbediening kunt u op afstand PowerPoint™-presentaties besturen die op uw pc of notebook worden uitgevoerd vanaf uw P535-apparaat. Door het gebruik via een draadloze Bluetooth-verbinding, wordt uw gebruiksgemak en bewegingsvrijheid tijdens uw presentatie verbeterd. Hierdoor hebt u ook de mogelijkheid dianotities te controleren zonder dat het publiek van de diavoorstelling hierdoor wordt gehinderd.
Hieronder vindt u de beschrijving van het menu van Presentator afstandsbediening op uw computerscherm. Bestandspad PowerPoint .ppt Tik om het pad te wijzigen Tik om te starten of te stoppen Bluetooth COM-poort 3. Selecteer de naam van computer die de PowerPoint-presentatie bevat in de lijst van gevonden Bluetooth-apparaten en tik vervolgens op Volgende. 112 Tik om af te sluiten 4. Voer de verificatiesleutel in op uw computer en uw P535 wanneer u dit wordt gevraagd.
5. Klik in het Remote Controller-menu op uw computer op om een verbinding tot stand te brengen. Tik op sluiten. om de herinnering af te 6. Tik op Verbinden wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
7. Uw apparaat geeft een melding als de verbinding al dan niet is geslaagd. Herhaal vanaf stap 1 als de verbinding is mislukt. 8. Tik op de naam van het PowerPoint-bestand (.ppt) dat u wilt weergeven en tik vervolgens op Selecteren.
Bij de selectie wordt Microsoft® PowerPoint automatische gestart op uw computer en wordt het geselecteerde bestanden geopend.
9. Met uw apparaat kunt u de PowerPoint-presentatie op uw computer nu op afstand beheren. Hieronder vindt u de beschrijving van het bedieningsmenu van uw apparaat.
De beltonen instellen Met de P535 kunt u uw favoriete muziek toevoegen en configureren als de beltonen van uw telefoon. U kunt uw favoriete nummer of geluid gemakkelijk als uw beltonen configureren met de volgende compatibele audio-indelingen: ������������������������������������������ aac/acc+, amr, .mp3, .wav, .wma, and .mid. Een beltonen toevoegen aan de selectie Een beltonen toevoegen aan de selectiecategorie onder de telefooninstelling: 1.
De beltoon wijzigen De beltoon wijzigen: 1. Tik op Start > Instellingen > Persoonlijk en tik op het pictogram Telefoon. 2. Selecteer een beltonen in de keuzelijst Beltonen. De nummers of geluiden die u als beltonen hebt toegevoegd, verschijnen in de lijst samen met de standaard beltonen die bij het apparaat zijn geleverd. Tik op 3. Tik op 118 om het beltoongeluid te controleren en tik op wanneer u klaar bent. om te stoppen.
De activeringsinstelling Wanneer uw apparaat in de slaapstand is, kunt u de acties voor de activering instellen. De activeringsactie instellen: 1. Tik op Start > Instellingen > Persoonlijk en tik op het pictogram Activeringsbron. 2. Maak uw keuze uit de beschikbare activeringsacties. Tik op Alles selecteren om alle acties te selecteren of tik op Niets selecteren om de selectie van alle beschikbare acties op te heffen. 3. Tik op wanneer u klaar bent.
Keuzeschakelaar Met de modusschakelaar kunt u gemakkelijk schakelen tussen toepassingen en taken. Om de modusschakelaar te gebruiken, drukt u op het toetsenblok van uw apparaat op de modusschakelaarknop. Druk opnieuw om te schakelen tussen toepassingen. U kunt ook de modusschakelaar gebruiken om de flitserlamp in of uit te schakelen. Houd de modusschakelaar ingedrukt om deze functie te gebruiken.
Systeeminformatie Systeeminformatie bevat belangrijke apparaatinformatie, inclusief de huidige apparaatinstellingen en de versie. Systeeminformatie starten: 1. Tik op Start > Instellingen > Systeem > pictogram Systeeminformatie. 2. Tik op het tabblad Apparaatgegevens voor informatie over de apparaathardware. 3. Tik op het tabblad Versie� (Version�) om de versies van de ROM, Boot, Radio, MP en batterij weer te geven.
De standaardwaarden herstellen Met deze optie kunt u de standaardinstellingen herstellen. De standaardinstellingen herstellen: 1. Tik op Start > Instellingen > Systeem > Standaardinstellingen. 2. Typ “1234” in het veld Wachtwoord om te bevestigen dat u de standaardinstellingen wilt herstellen. 3. Tik op OK. U kunt de fabrieksinstellingen ook herstellen door de knop OMHOOG op de navigatietoets en de resetknop tegelijkertijd in te drukken.
Hoofdstuk 8 Status apparaatonderdelen • ASUS-statuspictogram 123
ASUS-statuspictogram Via het ASUS-statuspictogram kunt u de huidige status van de volgende apparaatonderdelen gemakkelijk controleren of zien: CPU, USB, LCD-helderheid, batterijvermogen, geheugen, mini-SD-kaart en opslag. Om de status van deze onderdelen te controleren, tikt u op het ASUS-statuspictogram het scherm Vandaag. op CPU: hiermee kunt u de CPU-modus instellen. Stel deze optie in op de Automatische modus om de CPU-snelheid automatisch aan te passen volgens de CPU-belasting.
Instelling CPU-modus Hiermee kunt u de CPU-modus selecteren (Turbo, Standaard, Energiebesparing). Tik om Automatische modus in te schakelen om de CPU-snelheid automatisch aan te passen volgens de CPU-belasting. USB-instelling Hiermee kunt u de USB-aansluitmodus instellen.
LCD-helderheid Past de LCD-helderheid aan volgens het batterijvermogen of de externe voeding. Batterij Displays the battery power status. 126 Via Geavanceerde instellingen kunt u een tijdstip instellen om het apparaat uit te schakelen wanneer het niet wordt gebruikt.
Geheugen Toont het totale, gebruikte en beschikbare geheugen. Opslagkaartgeheugen Toont het totale, het gebruikte en het beschikbare geheugen op de opslagkaart.
Programma's die in het geheugen worden uitgevoerd Hiermee kunt u elk programma dat in het geheugen wordt uitgevoerd, activeren of stoppen. BELANGRIJK: Wanneer u een actief programma afsluit, wordt het in werkelijkheid alleen geminimaliseerd en blijft het in het geheugen. Met deze optie kunt u het uitvoeren van deze programma's op de achtergrond stoppen. Instellingen Hiermee kunt u instellen welke items moeten worden weergegeven in het pop-upmenu van de ASUS-instellingen.
Bijlage • Mededelingen • Contactgegevens 129
Mededelingen Vervangbare batterijen Als een apparaat wordt geleverd met een vervangbare batterij en deze wordt vervangen door een verkeer type, kan dit leiden tot een explosie (bijv. met sommige lithiumbatterijen).
Operatortoegang met een gereedschap Als een GEREEDSCHAP nodig is om toegang te krijgen tot een OPERATORTOEGANGSGEBIED, moeten alle overige compartimenten binnen dat gebied die gevaarlijk zijn ontoegankelijk zijn voor de OPERATOR door middel van hetzelfde GEREEDSCHAP of moeten alle dergelijke compartimenten worden gemarkeerd om te OPERATOR-toegang te vermijden. Een aanvaardbare markering voor gevaar op elektrische schokken is (ISO 3864, Nr. 5036).
ASUS Adres: 15 Li-Te Road, Peitou, Taipei, Taiwan Tel: 886-2-2894-3447; Fax: 886-2-2890-7698 Verklaring Wij verklaren dat de IMEI-codes voor dit product, P535, uniek zijn voor elke eenheid en alleen aan dit model zijn toegewezen. De IMEI van elke eenheid wordt in de fabriek ingesteld en kan niet door de gebruiker worden gewijzigd. De IMEI voldoet aan de relevante vereisten met betrekking tot de IMEI-integriteit zoals beschreven in de GSM-standaarden.
Informatie over RF-blootstelling (SAR) DIT MODEL VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN Uw mobiel apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is ontwikkeld om de beperkingen op de blootstelling aan radiogolven zoals aanbevolen door de internationale richtlijnen, niet te overschrijden.
U kunt aanvullende informatie vinden op de website van de Wereldgezondheidsorganisatie (http://www.who.int/emf). * De tests worden uitgevoerd in overeenstemming met de internationale richtlijnen voor het testen. De beperking bevat een aanzienlijke veiligheidsmarge om het publiek extra bescherming te beiden en om rekening te houden met alle variaties in de metingen.
Contactgegevens ASUSTeK COMPUTER INC. (Taiwan) Hotline: 0800-093-456 (gratis nummer, alleen in Taiwan) Fax: 886-2-2895-9254 E-mail: http://vip.asus.com/eservice/techserv.aspx WWW: http://tw.asus.com ASUSTeK COMPUTER INC. (Azië-Pacific) Hotline: 886-2-2894-3447 Fax: 886-2-2890-7698 E-mail: http://vip.asus.com/eservice/techserv.aspx WWW: http://www.asus.com ASUS COMPUTER GmbH (Duitsland/Oostenrijk) Hotline: MB/Overige: +49-2102-9599-0 Fax: +49-2102-9599-11 E-mail: http://www.asus.de/support/support.