Nederlandse Gebruiksaanwijzing
Gefeliciteerd! U heeft de interface DS-200 van Aston aangeschaft, wereldleider op het gebied van satelliet-TV. Deze positioner, gekoppeld aan een analoge of digitale DiSEqC 1.2 (of hoger) ontvanger, stuurt uw antenne, indien deze is uitgerust met een standaard 24-36 Volt motor, automatisch. Dit product is ontwikkeld en vervaardigd overeenkomstig de specificaties, veiligheidsnormen en de vele mondiale kwaliteiteisen.
Uw Interface Vooraanzicht • Probeer nooit het apparaat te openen als het onder spanning staat • Vermijd plaatsing van het apparaat in een vochtige omgeving • Zoals alle elektrische apparaten wordt uw interface warm en dat is normaal, daarom nooit de ventilatiesleuven blokkeren, vermijd het in een gesloten kast te zetten of in een object dat de ventilatie kan blokkeren. • Plaats uw interface op een stabiele ondergrond.
Achteraanzicht • Overtuig u ervan dat de spanning overeenkomt met de opgave op de achterkant van uw interface DS-200 • Vermijdt het gebruik van meerdere aangesloten apparaten. • Maak het apparaat nooit schoon als het onder spanning staat. Gebruik nooit schoonmaak middelen of vochtige doeken. Schakel de spanning uit en gebruik een droge doek.
De Aansluitingen. • Sluit de LNB aan d.m.v. een kabel F-F aan de “F”connector aansluiting op de ingang van de DS-200 • Verbind de satellietontvanger op de “F”connector aansluiting van de DS-200. • Sluit de motor aan op en , de aarde aan , de pulse op <Π< en sluit de <+5V> aan als uw motor een optoelectronische sensor heeft. • Sluit indien noodzakelijk de kabel voor de magnetische polarisator aan op en .
Afstelling en Gebruik Als Voorbeeld wordt een Aston Xena 1700 ontvanger gebruikt. Nadat de aansluitingen zijn aangebracht conform de aanwijzingen in het vorige hoofdstuk, zet dan zowel de satelliet ontvanger als de interface aan door de aan /uitschakelaar aan te zetten. Uw Aston DS-200 interface kan gebruikt worden met alle digitale en analoge ontvangers die van DiSEqC 1.2 gebruikmaken of hoger met een retourkanaal (DiSEqC 2.2).
De frequentie, polarisatie, symboolrate en PID parameters die voor elke satelliet zijn opgegeven dienen voor het uitrichten.
U zult merken dat zodra het groene waarschuwingsteken van de antennebeweging op het scherm verschijnt de antenne nog niet kan laten draaien, de motor blijft staan op de referentiepositie. Wacht totdat de waarschuwingsteken is verdwenen en druk op de knoppen [EAST] (rood) of [WEST] (blauw) om de antenne op de tweede gezochte satelliet te richten. Verfijn de afstelling met de knop [AUTOFOCUS] (geel) indien nodig.
FOUTINDICATIE: In geval de aansluitingen verkeerd zijn aangesloten (motor en sensor) of als de motor op een obstakel botst (in dat geval stopt de motor automatisch) gaat de aanduiding enkel oplichten. In het geval er een limiet is bereikt gaar de aanduiding branden evenals de betrokken richting. BELANGRIJK: (HERBEREKENEN SATELLIETPOSITIES) slechts gebruiken in twee gevallen 1.
TECHNISCHE SPECIFICATIES DiSEqC 1.2 en hoger (met retourkanaal) Voor motor en polarisator Uitgang demodulator - Type F connector - Impedantie 75 Ohm Ingang Sensor - Reed, Optoelectronisch / Hall effect - connector type bornier Uitgang motor - 3A maximaal - beschermd tegen kortsluitingen - connector type bornier Ingang LNB - 500 mA max. - Type F connector - Impedantie 75 Ohm Verbruik - 120 W maximaal Uitgang magnetische polarisator - max.
Contacten 11