Wijziging ophangsituatie ECONPACT 225C en 225C HP (vanaf juni 2003) Tot serienummer 0321L60541 Vanaf serienummer 0321L60541 Situatie met bestaande ophangstrip (1801515) Situatie met bestaande ophangstrip (1801515) 85 230 125 Bestaande ophangstrip 20 55 85 20 115 95 125 230 230 155 Met aangepaste universele ophangstrip (1801545) t.b.v.
Gebruikershandleiding Montagehandleiding Verwarmingstoestel AGPO HR ECONPACT 225C AGPO HR ECONPACT 225C HP ATTENTIE: Ophanging gewijzigd na serienummer 0321L0541. Zie bladzijde 19.
AGPO b.v. Postbus 3364, 4800 DJ Breda Konijnenberg 24, 4825 BD Breda Internet: e-mail: Consumenten-informatielijn 076 - 5 725 740 (storingen melden bij uw installateur) www.agpo.nl info@agpo.nl Geachte gebruiker, Geachte installateur, Gefeliciteerd met uw nieuwe cv-toestel. Dit toestel geeft u naast een hoog comfort een laag energieverbruik: gunstig voor u en voor het milieu. Deze gebruikershandleiding geeft u diverse adviezen om goed met uw toestel en de cvinstallatie om te gaan.
Gebruikershandleiding Montagehandleiding Verwarmingstoestel AGPO HR ECONPACT 225C AGPO HR ECONPACT 225C HP 0063/2002 Inhoud gebruikershandleiding bladzijde 5 - 11 1. Algemeen .................................................................................................... 5 Voor uw veiligheid: let op! ................................................................................. 5 2. Bediening, storingen en instellingen ................................................................... 6 3.
Inhoud montagehandleiding Aandachtspunten vóór montage 7. Voorschriften .................................................................................................... 13 8. Aandachtspunten vóór montage ......................................................................... 8.1 Leveringsomvang ............................................................................... 8.2 Toestelaccessoires ............................................................................ 8.3 Montagemogelijkheden ..
1. ALGEMEEN Introductie De AGPO HR ECONPACT 225C en 225C HP zijn moderne hoogrendement combitoestellen, die zowel warm tapwater leveren als warmte voor de cv-installatie. Het toestel is voorzien van de meest moderne technieken, die ervoor zorgen dat zowel het gasverbruik als het elektriciteitsverbruik onder alle omstandigheden zo laag mogelijk blijven. Tevens zorgen de nieuwe technieken ervoor dat er een minimum aan onderhoud behoeft te worden uitgevoerd en dat de levensduur van het toestel wordt verlengd.
2. BEDIENING, STORINGEN EN INSTELLINGEN Informatie op het display Ruststand, weergegeven met de cv-aanvoertemperatuur. Hiernaast wordt de betekenis van de mogelijke aanduidingen op het functiedisplay (2) weergegeven. Cv-bedrijf, weergegeven met de cv-aanvoertemperatuur. Het kan even duren voordat het toestel in bedrijf komt. Tapwaterbedrijf, weergegeven met een temperatuur. De weergegeven temperatuur is cv-zijdig.
Menu-optie 0. (0 met punt): instelling zomer-/winterstand Veranderen van de zomer-/winterstand Waarde: Instelling: Winterstand (standaard instelling): cv-bedrijf èn warm waterbedrijf mogelijk. Zomerstand: geen cv-bedrijf maar wel warm waterbedrijf mogelijk. Het veranderen van de instelling kan door of in te drukken. Het linker display gaat nu knipperen. Aanpassen van de ingestelde waarde kan door of in te in te drukken. drukken.
Menu-optie 9: instelling stooklijn weersafhankelijke regeling Alléén als uw cv-installatie geschikt is voor het gebruik van een WA-regeling, kunt u deze menu-optie gebruiken om de ingestelde stooklijn aan te passen. Als deze regeling niet is ingeschakeld, de waarde = 0, laat de instelling dan op 0 staan! Veranderen van de stooklijn waarde: instelling: De WA-regeling is uitgeschakeld. Als uw installateur deze waarde heeft ingesteld, mag u deze niet aanpassen.
3. HET IN EN UIT BEDRIJF NEMEN VAN HET TOESTEL In bedrijf nemen 1. Open de gaskraan; 2. Steek de stekker in het stopcontact; Het toestel begint met zijn opstartprogramma, dat ca. 2 minuten in beslag neemt. 4. GEBRUIKERSADVIEZEN In dit hoofdstuk worden een aantal adviezen gegeven met betrekking tot het gebruik van het toestel en de installatie.
5. INSPECTIE EN REINIGING Inspectie en onderhoud Bevriezingsgevaar Om te voorkomen dat onderdelen van uw cv-installatie of waterleidingen bevriezen, dient u de kamerthermostaat bij voorkeur niet lager dan ongeveer 12oC in te stellen. • Sluit de gastoevoer niet af. • Laat het toestel aan staan. • Draai alle radiatorkranen open, vooral van ruimtes met bevriezingsgevaar: zet eventueel tussendeuren open. • In het toestel zit een automatische vorstbeveiliging.
6. HET BIJVULLEN EN ONTLUCHTEN VAN DE CV-INSTALLATIE Het ontluchten van de cv-installatie Neem de stekker uit het stopcontact Ontlucht de installatie. Dit is vooral in de eerste twee weken na de installatie nodig. Gebruik het ontluchtsleuteltje. Begin bij de laagstgelegen radiatoren. Eindig op de bovenverdieping. Ontlucht tot er geen lucht meer uit komt. Algemeen Er kan een vulprocedure bij de vulkraan hangen: volg deze instructie. Als er geen instructie aanwezig is, volg dan de instructie hiernaast.
Inhoud montagehandleiding Aandachtspunten vóór montage 7. Voorschriften .................................................................................................... 13 8. Aandachtspunten vóór montage ......................................................................... 8.1 Leveringsomvang ............................................................................... 8.2 Toestelaccessoires ............................................................................ 8.3 Montagemogelijkheden ..
7. VOORSCHRIFTEN 8. Voor installatie van de ECONPACT dient rekening te worden gehouden met de volgende voorschriften: a. Het bouwbesluit 680, waarin o.a. naar de normen die hieronder staan wordt verwezen. b. NEN 1078 voorschriften voor aardgasinstallaties GAVO met bijbehorende praktijkrichtlijn (NPR3378). c. Richtlijnen bestaande gasinstallaties, opgesteld door EnergieNed. d. NEN 3028 veiligheidseisen voor centrale verwarmingsinstallaties. e. NEN 1010 veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties.
8.3 Montagemogelijkheden 8.5 Rookgasafvoer en luchttoevoer: opstellingsmogelijkheden en weerstandsberekening Het toestel is ontworpen als een hangend toestel en kan tegen praktisch elke wand worden bevestigd. Deze dient vlak en stevig genoeg te zijn voor het gewicht van het toestel. Hieronder wordt uitleg van de panelen gegeven. Voor alle opstellingssituaties geldt het volgende: • Weerstand De toegestane weerstand van het luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem is aan een maximum gebonden.
Figuur 8.2. Opstellingsmogelijkheden Opstellingssituatie 1 (klasse-C33) Opstellingssituatie 5 (klasse-C83) Door het dak met een dakdoorvoer (individueel). Bij deze opstellingssituatie worden de luchttoevoer en rookgasafvoer individueel naar de dakdoorvoer gebracht, waarbij deze concentrisch door het dak gaan. Half CLV-systeem: luchttoevoer uit de gevel en rookgasafvoer door het dak (collectief). Bij deze situatie geschiedt de luchttoevoer door de gevel en gaan de rookgassen collectief door het dak.
Weerstandsberekening rookgasafvoer / luchttoevoer (RGA/LTV) De noodzaak van een weerstandsberekening De eenheid meterspijplengte ø80 mm De weerstand van het RGA/LTV-systeem wordt groter naarmate de totale lengte van de pijpen en het aantal bochten toeneemt. Omdat de ventilator maar een bepaalde weerstand kan overbruggen, is deze weerstand echter aan een maximum gebonden. Voor het toestel is daarom een maximum weerstand berekend die niet overschreden mag worden.
8.6. Extra aandachtspunten voor de complete installatie Cv-installatie Gasaansluiting Vloerverwarming Aandachtspunten bij toepassing van een vloerverwarming: • Pas uitsluitend diffusiedichte buizen toe, om corrosie in het toestel te voorkomen. Dit is nodig om de zuurgraad (pH) van het cv-water tussen de toegestane waarden van 5 en 8 te houden. • Pas een 100% hydraulisch neutrale vloerverwarmingsset toe.
9. MONTAGE-INSTRUCTIE In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitleg gegeven over het ophangen en aansluiten van het toestel. Eventueel wordt voor uitgebreidere informatie verwezen naar de volgende hoofdstukken. Beschadigingen aan het toestel Eventuele beschadigingen aan het toestel direct aan de leverancier melden. Aandachtspunten voor montage Lees eerst het voorgaande hoofdstuk, “Aandachtspunten voor montage”. Hierin wordt informatie gegeven over zaken die voorafgaand aan de montage van nut kunnen zijn.
9.3 Afmetingen en aansluitingen Benodigde vrije ruimte rondom het toestel • Zijkant • Onderkant • Voorkant • Bovenkant Advies: Minimaal: 150 mm 40 mm 1 meter 250 mm >500 mm 500 mm (15 mm bij geslotendeur) afhankelijk 270 mm (concentrische geveldoervoer) van rookgasafvoer U kunt het toestel met een parker borgen ATTENTIE: ophanging gewijzigd na serienummer 0321L60541 Let op! Bij afwijking van de geadviseerde vrije ruimte wordt de bereikbaarheid van het toestel voor servicedoeleinden beperkt.
9.4 Aansluiten van de cv- en tapwaterleidingen 1. aansluiting warm water (1/2 ") 16 2. aansluitpijp ø15 mm (30 cm) 3. cv-aanvoerleiding (1" wartel) 15 4. terugslagklep (22 mm) 5. overstortventiel cv-zijdig 6. ontluchtdopje 7. aftapkraantje 8. aansluiting gastoevoer (1/2") (incl. aansluitpijp ø15 mm, 30 cm) 9. condensafvoerpijp 10. aansluitpijp ø15 mm (30 cm) 11. sifon (getekend zonder vuilopvangbeker) 12. aansluiting koud water (1/2") 13. aftapkraantje 14. cv-retourleiding (22 mm) 15.
9.5 Aansluiten gaszijdig 9.6 Aansluiten verbrandingsgasafvoer en luchttoevoer Parallelle aansluiting (ø80 mm) aansluitpijp (15 mm) Figuur 9.5 Luchttoevoerpijp rechts gaskraan Figuur 9.4 1. Verwijder de kunststof dop van de leiding onder het toestel; 2. Monteer de aansluitpijp (meegeleverd); 3. Monteer een gas-afsluitkraan in de gasleiding; Indien het toestel gemonteerd wordt op een oud stalen gasleidingnet, wordt geadviseerd een filter in de gasleiding te plaatsen.
9.7 Aansluiten van de kamerthermostaat en eventuele buitenvoeler Aansluiten van een AAN/UIT-kamerthermostaat Aansluiten van een OpenTherm-thermostaat Let op! Zorg dat het toestel bij bevestiging uitgeschakeld is! AAN/UIT Figuur 9.8 Gebruik deze kabel niet voor OpenThermthermostaten. Knip de tyrap door waarmee de kabels vastgemaakt zijn. Aansluitpunt 1-2 is direct op de print aangesloten.
9.8 Aansluiten condensafvoer 9.9 Aansluiten van een zonneboiler De ECONPACT is geschikt om gebruikt te worden als naverwarmer voor zonlichtsystemen (met een maximum temperatuur van 95oC). Onderstaande aansluitingen gelden voor de Aquasol 1 en Aquasol 3. Raadpleeg ook de handleiding van de zonneboiler. Elektrische aansluiting van de zonneboiler • • Schuif de afvoerslang ca. 3 cm over de aansluitpijp; Plaats de vuilopvangbeker met de dop naar voren, zodat deze gemakkelijk schoongemaakt kan worden.
Waterzijdig aansluiten van de zonneboiler Plaats een doorstroombegrenzer op de aangegeven plaats. Er zijn twee mogelijkheden: Plaats een knelkoppeling met een ingebouwde doorstroombegrenzer. ECONPACT 225C: 6 l/min Zie blz. 13 voor het artikelnummer. OF Plaats de doorstroombegrenzer uit de ECONPACT tussen vlakke koppelingen. Let op de juiste richting! Verwijder altijd de doorstroombegrenzer uit het toestel. Monteer in de plaats hiervoor een extra pakking. Figuur 9.
10. EERSTE INGEBRUIKSTELLING VAN HET TOESTEL 10.1 Voorbereidingen 3. Los de pompen Nu de montage is voltooid, kan het toestel ingebruik worden gesteld. Doe dit in de onderstaande volgorde. Draai de pomp-as een paar slagen rond Zorg dat de stekker uit het stopcontact is 1. Verwijder de mantel ophangpunten Figuur 10.3 Draai de afdichtdop voorop de pomp geheel los en geef met een schroevendraaier een draai aan de as. Doe dit bij beide pompen! 4.
10.2 In bedrijf nemen. 8. Ontlucht het cv-zijdige voorraadvat en controleer de stand van de interne terugslagklep In bedrijf nemen 1. Open de gaskraan; 2. Steek de stekker in het stopcontact. Het toestel zal met zijn opstartprogramma beginnen. Controleer de stand van de terugslagkleppen. Sleuf in stromingsrichting! Alles gaat goed: het display geeft aan: Na de opstart-cyclus zal het toestel eerst zijn voorraadvat gaan verwarmen (bij comfortstand).
10.3 Het toestel afstemmen op de installatie Optimalisatie van de cv-installatie Fabrieksmatig zijn de instellingen afgestemd op veruit de meest voorkomende cv-installaties. Bij deze instellingen zal praktisch elke cv-installatie goed functioneren. Indien gewenst kan het toestel echter eenvoudig worden aangepast aan bijzondere situaties, zoals bij een WA-regeling. De ECONPACT heeft hiervoor de mogelijkheid om middels parameters het toestelgedrag aan te passen. Hieronder worden de mogelijkheden aangegeven.
10.
10.5 Extra informatie over de weersafhankelijke regeling van de ECONPACT Werking van de regeling Op deze bladzijde worden alleen details vermeld van de WA-regeling van de ECONPACT. Zie blz. 28 voor een overzicht van weersafhankelijke regelingen. Bij een bepaalde buitentemperatuur en een ingestelde stooklijn hoort een gewenste cv-aanvoertemperatuur. Bij een buitentemperatuur van 5oC en stooklijn 9 volgt een gewenste cv-aanvoertemperatuur van 76oC.
10.6 Extra uitleg over de AGPO Modulation klokthermostaat Uitleg over de weersafhankelijke regeling van de AGPO Modulation klokthermostaat Temperatuurinstelling. De ingestelde ruimtetemperatuur van de Modulation hoeft niet hoger te zijn dan de instelling op de thermostatische radiatorkranen. De ingestelde ruimtetemperatuur bepaalt namelijk mede de stooklijn. Advies: stel overdag een ruimtetemperatuur in van 20°C en corrigeer eventueel later.
11. INSPECTIE EN AFSTELLEN Onder normale omstandigheden heeft het toestel minimaal een keer per twee jaar een inspectiebeurt nodig. Op deze en de volgende bladzijde wordt uitleg gegeven over de inspectiebeurt. Als er sprake is van een sterke vervuiling van de toegevoerde verbrandingslucht of van andere bijzondere omstandigheden kan uw installateur of onderhoudsbedrijf besluiten om de mate en de frequentie van het onderhoud intensiever te maken.
Controle van de afstelling van het gasblok Werkingsprincipe van de gastoevoer Aansluiting van de drukmeter GAS LUCHT Omrekenwaarde: 0,1 mbar = 10Pa = 1mmwk 1 2 3 4 Meetpunt gasvoordruk Meetpunt geregelde gasdruk Instelschroef voor bijstellen drukverschil T-stuk in de siliconen slang (apart aanbrengen) 5 Instelkraan voor gastoevoer (indien aanwezig) Deze is verzegeld en mag absoluut niet bijgesteld worden! 6 Hoofdgasinspuiter Figuur 11.
12. STORINGEN EN SERVICE-ONDERDELEN Het toestel wordt door ingebouwde elektronica volledig aangestuurd en gecontroleerd. Als er ergens in het toestel een storing wordt gesignaleerd zal het toestel, afhankelijk van de soort storing, uitschakelen en een foutcode weergeven op het display. Aan de meeste storingen zijn foutcodes verbonden (2 categoriën). 12.1 Storingslijst met mogelijke oorzaken en oplossingen Vergrendelende codes Blokkerende codes Het toestel is vergrendeld.
Cv-retoursensor fout: niet aangesloten of defect • • Signaleringen Bij deze signaleringen is het temperatuurverschil over de cv-wisselaar hoger dan 22oC. Dit is het geval als de watercirculatie niet voldoende is. Als het temperatuurverschil weer lager dan 22oC wordt, verdwijnen deze signaleringen weer. Er is in deze situatie wel warmtelevering mogelijk, maar op een lagere belasting. Controleer of alle radiatorkranen openstaan en als er een bypass is gemonteerd, controleer deze.
12.3 Overzicht van het toestel en serviceonderdelen Let op bij het vervangen van onderdelen: trek de stekker uit het stopcontact! Het is nodig dat onderdelen, die terug worden gestuurd naar AGPO, worden voorzien van een volledig ingevuld retourlabel. Plak een sticker (zie onderstaand voorbeeld), waarvan er 10 zijn bijgesloten bij het toestel, op dit label òf schrijf het serienummer en type toestel op dit label. serienummer van het toestel Omschrijving...............................................
13. WERKING EN TECHNISCHE GEGEVENS 13.1 Werking van het toestel Figuur 13.1 Het principeschema van de ECONPACT 225C Werking voor de cv-installatie Aansturing Als de kamerthermostaat warmtevraag creëert, zal het toestel ontsteken. Als het toestel in de wachttijd staat (na cv-of tapwatervraag) of als het functioneert voor tapwaterwerking, zal het pas ontsteken wanneer deze condities zijn opgeheven. Op het display is bij cv-werking een -c- te zien.
Opstartcyclus Einde warmtevraag 1. De stekker wordt in het stopcontact gestoken. 2. De ventilator (16) draait op het maximum toerental (aanduiding FHI). 3. Tegelijkertijd draaien de beide pompen (32 en 130) 1. Gasblok (44) stopt de gastoevoer. 2. De ventilator (16) draait 20 seconden na. 3. Na cv-verwarming draait de cv-pomp 7 minuten na (afhankelijk van de instelling). Na tapwater verwarming draait de tapwaterpomp 30 seconden na.
13.2 Extern beschikbare opvoerhoogte 13.3 Tapwaterzijdig drukverlies Bij de installatie van het toestel dient m.b.t. de pompen op twee zaken gelet te worden: 1. De tapwaterpomp moet altijd op maximaal staan (als er geen schakelaar op zit staat hij maximaal). 2. De cv-pomp moet de weerstand van de aangesloten cv-installatie kunnen overwinnen en bij het werkpunt van die weerstand dient de stroming voldoende te blijven.
13.4 Technische gegevens Specifikaties eenheid ECONPACT 225C en 225C HP kW kW 30 - 100 28,0 - 8,4 25,2 - 7,5 kW kW % % % 24,7 - 7,3 26,4 - 8,0 98,1 (88,3) 104,9 (94,4) 109,3 (98,4) modulerend 4,0 3,0 - 1,0 80 (30 - 90) 100 (30 - 100) Capaciteit nominale belasting modulatiebereik (G25; b.w.) (o.w.) % b.w. = bovenwaarde o.w. = onderwaarde Centrale verwarming 80/60oC 50/30oC vollastrendement (CE) o.w. (b.w.) 80/60oC vollastrendement (CE) o.w. (b.w.) 50/30oC laagstandrendement (CE o.w. (b.w.
13.5 Elektrisch aansluitschema en aansluitingen op de toestelconnector Jumper 5 (JP5; alleen bij DMF04B) Bij alle ECONPACTtoestellen, zonder cv-druksensor: jumper zo monteren. Bij alle ULTIMAtoestellen, met cvdruksensor: jumper zo monteren.
14. CERTIFICATIES VAN DE AGPO HR ECONPACT 225C EN 225C HP 14.1 CE-markering Conformiteitsverklaring: Fabrikant: Ferroli S.p.A Adres: San Bonifacio 37047(VR) Italy. Verklaart hiermede: De AGPO/ Ferroli cv-ketels met de typeaanduiding: Voldoen aan de EEG richtlijnen: - Gastoestellenrichtlijn (90/396/EEG) - Rendementsrichtlijn (92/42/EEG). - Laagspanningsrichtlijn voor elektrisch materiaal - Richtlijn inzake elektromagnetische compabiliteit ECONPACT 225C en 225C HP (73/23/EEG). (89/336/EEG).
GARANTIEBEWIJS GARANTIEVOORWAARDEN Dit AGPO produkt wordt door AGPO b.v. aan de installateur gegarandeerd onder de onderstaande voorwaarden. De installateur garandeert dit produkt onder dezelfde volgende voorwaarden aan de gebruiker: 1 2 3 4 5 6 7 De garantietermijn is geldig vanaf de installatiedatum en na ontvangst binnen 8 dagen van het volledige ingevulde en ondertekende garantiebewijs. De garantietermijn voor cv-ketels en apparatuur bedraagt 2 jaar.