KOOKTIPS NL
Aanwijzingen en tips WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten. Kookadviezen Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. In de onderstaande tabel vindt u de standaardinstellingen voor temperatuur, kooktijd en roosterniveau.
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. Stel de volgende keer de oven‐ temperatuur hoger in. Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere baktijd in. De oventemperatuur is te hoog en de baktijd te kort. De oventemperatuur lager in‐ stellen en de baktijd verlengen. Het cakebeslag is niet ge‐ lijkmatig verdeeld. Verspreid de volgende keer het cakebeslag gelijkmatig over de bakplaat. De oventemperatuur is te laag.
CAKE / GEBAK / BROOD OP BAKPLATEN Verwarm de lege oven voor.
KOEKJES EN BISCUITS (°C) (min) Zandtaartdeeg / Dee‐ Hetelucht greepjes voor op vlaai‐ en/taarten 140 20 - 35 1 Zandtaartdeeg / Dee‐ Boven + onder‐ greepjes voor op vlaai‐ warmte en/taarten, verwarm de oven voor 160 20 - 30 2 Koekjes gemaakt van sponsdeeg 150 - 160 15 - 20 1 Gebak gemaakt van Hetelucht eiwit / Schuimgebakjes 80 - 100 120 - 150 1 Bitterkoekjes Hetelucht 100 - 120 30 - 50 1 Koekjes gemaakt van gistdeeg Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1 Koekjes van blader‐ deeg, verw
Gebruik de eerste rekstand. (°C) (min) Stokbroden met ge‐ smolten kaas Hetelucht 160 - 170 15 - 30 Melkrijst Boven + onderwarmte 180 - 200 40 - 60 Visschotels Boven + onderwarmte 180 - 200 30 - 60 Gevulde groente Hetelucht 160 - 170 30 - 60 Tips voor braden Gebruik hittebestendig kookgerei. Bedruip vleesstukken meerdere malen met hun eigen sap tijdens het roosteren. Braad mager vlees afgedekt. Roostertafels Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de gaartijd.
KALFSVLEES Gebruik de functie: Circulaviegrill. (kg) (°C) (min) Geroosterd kalfs‐ vlees 1 160 - 180 50 - 70 Kalfsschenkel 1,5 - 2 160 - 180 75 - 100 (kg) (°C) (min) 1 - 1,5 150 - 170 50 - 70 (kg) (°C) (min) Gevogelte, porties 0,2 - 0,25 elk stuk 200 - 220 20 - 35 Halve kip 0,4 - 0,5 elk stuk 190 - 210 25 - 40 Kip, haantje 1 - 1,5 190 - 210 30 - 45 Eend 1,5 - 2 180 - 200 45 - 65 LAMSVLEES Gebruik de functie: Circulaviegrill.
VIS (kg) Hele vis (°C) 1 - 1,5 (min) Boven + onder‐ 210 - 220 warmte 30 - 45 GERECHTEN Gebruik de functie: Hetelucht. (W) (°C) (min) Zoet gerecht 200 160 - 180 20 - 35 Gekruide gerechten met gekookte ingre‐ diënten (noodles, groente) 400 - 600 160 - 180 20 - 45 Gekruide gerechten met rauwe ingre‐ diënten (aardappelen, groente) 400 - 600 160 - 180 30 - 45 Knapperig bakken met Pizzafunctie PIZZA PIZZA Gebruik de derde rekstand. Gebruik de derde rekstand.
PIZZA PIZZA Gebruik de derde rekstand. Gebruik de derde rekstand. (°C) (min) Ongedesemd 230 brood, ver‐ warm de oven voor 10 - 20 Bladerdeeg‐ 160 - 180 taart, ver‐ warm de oven voor 45 - 55 Flammku‐ 230 chen, ver‐ warm de oven voor 12 - 20 (°C) Pierogi, ver‐ 180 - 200 warm de oven voor (min) 15 - 25 Brood bakken Voorverwarmen wordt niet aanbevolen. BROOD Gebruik de tweede rekstand.
GRILLEN Gebruik de eerste rekstand. (°C) (min) 1e kant 2e kant Rosbief, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40 Runderfilet, medi‐ um 230 20 - 30 20 - 30 Varkenshaas 210 - 230 30 - 40 30 - 40 Kalfsvlees 210 - 230 30 - 40 30 - 40 Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 Hele vis, 0,5 - 1 kg 210 - 230 15 - 30 15 - 30 Lage Temperatuur Garen Met deze functie bereidt u vlees en vis op magere wijze mals. De functie is niet van toepassing op gevogelte, vet varkensgebraad, gebraad. . 1.
Bevroren gerechten Gebruik de tweede rekstand. Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het voedsel op een bord. Dek het voedsel niet af, want dat kan de ontdooitijd verlengen.
ZACHTE VRUCHTEN GROENTEN (min) Kooktijd tot het sudderen begint Aardbeien / Bos‐ 35 - 45 bessen / Frambo‐ zen / rijpe kruisbes‐ sen STEENVRUCHTEN (min) Kooktijd tot het sudderen begint Perziken / 35 - 45 Kweeperen / Pruimen (min) Door blij‐ ven koken op 100 °C (min) Kooktijd tot het sudderen begint (min) Door blij‐ ven koken op 100 °C Wortelen 50 - 60 5 - 10 Komkom‐ mers 50 - 60 - Gemengde augurken 50 - 60 5 - 10 Koolrabi / Erwten / As‐ perge 50 - 60 15 - 20 10 - 15 Drogen Gebruik d
Bereiding met magnetron Tips voor de magnetron Bereidings-/ontdooiresul‐ taten Mogelijke oorzaak Oplossing Het eten is te droog. Het vermogen was te hoog. De kooktijd was te lang. Zet lager vermogen of/en kortere kooktijd. Het eten is nog steeds niet ontdooid, heet of gekookt nadat de bereidingstijd is verstreken. De kooktijd was te kort. Stel langere kooktijd in. Het magnetronvermogen niet verhogen. Het eten is oververhit aan de randen, maar nog niet voldoende gekookt in het midden.
ZUIVELPRODUCTEN Zet het vermogen op 100 W. (kg) (min) (min) Boter 0,25 4-6 5 - 10 Geraspte kaas 0,2 2-4 10 - 15 CAKE/GEBAK Stel het vermogen in op 200 W, tenzij anders aangegeven.
OPNIEUW VERWARMEN (W) (min) (min) Babymelk, doe lepel in de fles 180 ml 600 0:20 0:40 - Melk 200 ml 1000 11:30 - Water 200 ml 1000 1:30 2 - Saus 200 ml 600 1-3 - Soep 300 ml 600 3-5 - Ingevroren kant-en-klaar-maaltijden 0,5 400 10 - 15 2 - 5 Kant-en-klaargerecht 0,5 600 6-9 2-5 SMELTEN (kg) (W) (min) Chocolade / Chocoladeglazuur 0,15 300 2-4 Boter 0,1 400 00:30 01:30 KOKEN (W) (min) (min) Hele vis 0,5 kg 500 8 - 10 2-5 Visfilet 0,5 kg 400 4-7
KOKEN (W) (min) (min) Rijst 0,2 kg + 400 ml water 600 15 - 18 - Popcorn - 1000 1:30 - 3 - Combimagnetronfunctie Om gerechten korter te bereiden en tegelijkertijd een bruin korstje te geven. De staande tijd is 2 - 5 min. Draai het voedsel halverwege de bereidingstijd om. Gebruik de eerste rekstand tenzij anders aangegeven.
867353978-A-022020