SYSTEEM VOOR DE BEPALING VAN BLOEDGLUCOSE Gebruiksaanwijzing
Verklaring van de symbolen Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje van de meter en de prikpen kunnen de volgende symbolen voorkomen. De betekenis hiervan is hieronder weergegeven: Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Waarschuwing (raadpleeg de bijgevoegde documentatie)! De veiligheidsaanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van het apparaat raadplegen, a.u.b. Bewaren bij Houdbaar tot Voor eenmalig gebruik Gesteriliseerd d.m.v.
Toepassing Toepassing Accu-Chek Mobile-bloedglucosemeter Accu-Chek FastClix Mobile-prikpen Bloedglucosemeter voor de kwantitatieve bepaling van bloedglucose in vers capillair bloed met Accu-Chek Mobile-testcassettes. Prikpen met verstelbare prikdiepte voor gebruik met Accu-Chek FastClix-lancettenhouders voor het verkrijgen van capillair bloed uit de vingertop en bij gebruik van een speciaal AST-dopje ook van alternatieve prikplaatsen, zoals de bal van de hand. Uitsluitend geschikt voor zelfcontrole.
Meer over deze gebruiksaanwijzing Meer over deze gebruiksaanwijzing Lees deze gebruiksaanwijzing voor de eerste ingebruikname volledig en zorgvuldig door. Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met onze Customer Service (zie hoofdstuk 21). Met behulp van deze gebruiksaanwijzing leert u stap voor stap met uw meter en prikpen om te gaan. U vindt hierin alle informatie, die u nodig heeft voor zowel de bediening en het onderhoud van uw meter en uw prikpen als voor het oplossen van problemen.
Meer over deze gebruiksaanwijzing Let op! De in deze gebruiksaanwijzing weergegeven datums, tijden of meetresultaten dienen uitsluitend als voorbeeld. Zo worden meetresultaten in de eenheid mmol/l (b.v. 5,8 mmol/l), de datum als Dag.Maand.Jaar (b.v. 26.02.09) en de tijd in de 24-uursweergave (b.v. 18:30) weergegeven. De op de display van uw meter weergegeven gegevens kunnen (en zullen) hiervan afwijken. Op uw meter kunnen bijvoorbeeld de meetresultaten in de eenheid mg/dl (b.v.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 2 6 Kennismaking met de meter en de prikpen 13 1.1 De meter in één oogopslag ...................................................................................................................14 1.2 De prikpen in één oogopslag .................................................................................................................17 1.3 Beknopte weergave van een bloedglucosemeting ...............................................................................
Inhoudsopgave 3 2.3 De eerste testcassette plaatsen ............................................................................................................41 Houdbaarheid van de testcassette ..................................................................................................46 2.4 Beschermende folie van de display verwijderen ....................................................................................48 2.5 Afdekfolie van de batterijen verwijderen .............................
Inhoudsopgave 3.3 4 8 Meetresultaten beoordelen....................................................................................................................84 Meetbereik .....................................................................................................................................84 Twijfelachtige meetresultaten – mogelijke oorzaken van fouten ......................................................85 Instellen van de meter 86 4.1 Overzicht van de instellingen...............
Inhoudsopgave 5 6 4.7 Geluidssterkte instellen .......................................................................................................................126 4.8 Helderheid instellen ............................................................................................................................128 4.9 Taal instellen .......................................................................................................................................
Inhoudsopgave 7 6.3 Weergave van het meetresultaat na een meting ..................................................................................162 mmol/l-meters .............................................................................................................................163 mg/dl-meters ...............................................................................................................................163 6.4 Weergave van waarschuwingen en foutmeldingen ....................
Inhoudsopgave 12 Testcassette vervangen 193 12.1 Vervanging van de cassette voorbereiden............................................................................................194 12.2 Vervanging van de cassette uitvoeren .................................................................................................195 13 Het aantal beschikbare testen opvragen 201 14 Batterijen vervangen 202 15 Meet- en bewaarcondities 207 15.1 Temperatuur ......................................................
Inhoudsopgave 17 Afvalverwijdering: weggooien van de meter 225 18 Technische gegevens 227 19 Onderdelen van het systeem 230 20 Patenten 231 21 Customer Service 232 21.1 Advies en het oplossen van problemen................................................................................................232 21.2 Contactgegevens ................................................................................................................................
Kennismaking met de meter en de prikpen 1 Kennismaking met de meter en de prikpen In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van Aanvullend wordt beschreven, de meter hoe de menu’s eruitzien, de prikpen hoe de meter wordt aan- en uitgezet, de bloedglucosemeting hoe menu’s worden geopend, de eigenschappen van de meter en de prikpen hoe gegevens worden ingevoerd.
Kennismaking met de meter en de prikpen 1.
Kennismaking met de meter en de prikpen 1 Deksel van het batterijencompartiment (rechts: bovenaanzicht; uiterst rechts: geopend) 2 Infraroodvenster (geïntegreerde interface voor de overdracht van gegevens, b.v. naar een computer) 3 Batterijen [1,5 V, Type AAA, alkalimangaan-batterijen resp.
Kennismaking met de meter en de prikpen 10 11 10 Ontgrendelingsknop voor het afnemen van de prikpen 11 Typeplaatje 12 Ontgrendelingsknop voor het openen van de deksel van het cassettecompartiment 13 Deksel van het cassettecompartiment (onder: geopend) 14 Testcassette (in de meter geplaatst) 12 13 16 14
Kennismaking met de meter en de prikpen 1.
Kennismaking met de meter en de prikpen 1.
Kennismaking met de meter en de prikpen 4 Breng bloed op 5 Lees het meetresultaat af 6 Sluit het afdekkapje 19
Kennismaking met de meter en de prikpen 1.4 De belangrijkste eigenschappen in één oogopslag Testcassette in plaats van teststroken De testcassette bevat een doorlopende tape, waarop zich 50 testvelden bevinden. Voor een meting wordt de tape automatisch vooruit gespoeld tot er zich een testveld op de meettip van de cassette bevindt. Eenvoudige meting Voor het uitvoeren van een meting hoeft u op geen enkele toets te drukken.
Kennismaking met de meter en de prikpen Controle van de opgebrachte hoeveelheid bloed De meter detecteert of er voldoende bloed (ca. 0,3 μl = 0,3 duizendste milliliter) is opgebracht en begint hierna pas met de meting. Geel oplichtende displayweergaven Alle displayweergaven lichten op de display geel op tegen een zwarte achtergrond. U kunt de helderheid wijzigen en aan de omgevingscondities aanpassen om het aflezen te vergemakkelijken.
Kennismaking met de meter en de prikpen Markeren van meetresultaten U kunt meetresultaten met verschillende symbolen, die op bijzondere omstandigheden bij de meting wijzen, markeren. Geheugen voor opslag van meetresultaten De meter kan maximaal 500 meetresultaten met tijd en datum van de meting en alle andere voor de meting belangrijke informatie automatisch opslaan.
Kennismaking met de meter en de prikpen 1.5 Beschrijving van de menu’s en de toetsen In dit hoofdstuk wordt weergegeven, hoe de menu’s zijn opgebouwd, wat de betekenis van de symbolen hierin is en hoe u met de toetsen de menu’s kunt bedienen. Een volledig overzicht van de menu’s vindt u achteraan in deze gebruiksaanwijzing. Menu Toetsen Als de meter is ingeschakeld, wordt het geselecteerde menu op de display in de ingestelde taal weergegeven.
Kennismaking met de meter en de prikpen Onderdelen van de menu’s 1 2 3 In de volgende afbeeldingen worden de essentiële onderdelen weergegeven, die in het menu kunnen verschijnen. 1 Titel van de displayweergave resp. van het menu (niet in alle displayweergaven). 2 Gekozen menuonderdeel, gemarkeerd door een drukt, wordt dit geel balkje. Als u op de toets menuonderdeel geselecteerd (commando ”Selecteer” boven de toets). Hierna wordt b.v.
Kennismaking met de meter en de prikpen 4 Het symbool geeft aan, dat de functie (in dit voorbeeld Geluid) ingeschakeld is. geeft aan, dat de functie (in dit 5 Het symbool voorbeeld Streefwaarde ) uitgeschakeld is. 4 5 6 7 8 6 Het hier weergegeven commando wordt uitgedrukt. Welk comvoerd, als u op de toets mando hier staat, hangt af van de actuele displayweergave (zie de beschrijving van de Aan/Uit- en invoertoets).
Kennismaking met de meter en de prikpen Toets (Aan/Uit-toets / invoertoets) Met deze toets kunt u de meter aan- of uitzetten (toets lang ingedrukt houden, zie hoofdstukken 1.6 en 1.7); als Aan/ Uit-toets wordt de toets in de gebruiksaanwijzing weergegeven. door het symbool of het commando uitvoeren, dat boven de toets op de display wordt weergegeven (slechts kort op de toets drukken); als invoertoets, waarmee u het commando op de display uitvoert, wordt de toets door het weergegeven.
Kennismaking met de meter en de prikpen Er zijn verschillende commando’s, zoals bijvoorbeeld (zie nevenstaande afbeeldingen): Selecteer, waarmee het gemarkeerde menuonderdeel wordt geselecteerd. Hierna wordt b.v. een hoger- of een submenu of de displayweergave voor het invoeren van een getal geopend. Verder, waardoor van uren naar minuten wordt gewisseld. OK, waarmee de ingestelde tijd wordt bevestigd. Uit, waardoor het akoestische signaal wordt uitgeschakeld.
Kennismaking met de meter en de prikpen Toets (Omlaag) Met deze toets kunt u zich in een menu of een lijst naar beneden verplaatsen of de waarde van getallen verlagen. De toets (Omlaag) wordt in de gebruiksaanwijzing weergegeven.
Kennismaking met de meter en de prikpen Toets (Omhoog) Met deze toets kunt u zich in een menu of een lijst naar boven verplaatsen of de waarde van getallen verhogen. De toets (Omhoog) wordt in de gebruiksaanwijzing weergegeven.
Kennismaking met de meter en de prikpen 1.6 De meter aanzetten 1 Druk bij een uitgeschakelde meter net zo lang (langer dan 2 seconden) op de Aan/Uit-toets tot de meter wordt ingeschakeld. Deze aanwijzing zal in de gebruiksaanwijzing verder in verkorte vorm worden weergegeven: 1 Zet de meter met aan. De meter voert eerst een displaytest, waarbij in een geel-zwart schaakbordpatroon lichtpuntjes worden weergegeven, uit. 2 Controleer bij de displaytest of er geen fouten in het schaakbordpatroon voorkomen.
Kennismaking met de meter en de prikpen De meter beëindigt de displaytest automatisch na ca. 2 seconden. Na de displaytest geeft de meter eerst het aantal nog in de testcassette beschikbare testen weer en vervolgens het hoofdmenu.
Kennismaking met de meter en de prikpen 1.7 De meter uitzetten U heeft 2 mogelijkheden om de meter uit te zetten: of via het hoofdmenu. met de Aan/Uit-toets Met de Aan/Uit-toets tot het balkje Druk zo lang op de Aan/Uit-toets op de display volledig gevuld is (ten minste 2 seconden). Deze aanwijzing zal in de gebruiksaanwijzing verder in verkorte vorm worden weergegeven: Zet de meter met uit. Hierna wordt het aantal nog beschikbare testen weergegeven en schakelt de meter zichzelf uit.
Kennismaking met de meter en de prikpen Via het hoofdmenu 1 Ga naar het hoofdmenu. 2 Selecteer met de toets deel Uitzetten. 3 Druk op de toets of het menuonder- (Selecteer). De meter geeft ter informatie het aantal beschikbare testen weer en schakelt zichzelf vervolgens uit. Deze mogelijkheid om de meter uit te zetten zal in de gebruiksaanwijzing verder in verkorte vorm worden weergegeven: 1 Zet de meter d.m.v. Uitzetten uit.
Kennismaking met de meter en de prikpen 1.8 Menu’s openen De stappen, die u uit moet voeren om een menu te openen, zijn altijd dezelfde. 1 Bijvoorbeeld: het menu Datum openen: 1 Zet de meter met 2 3 4 aan. 2 Wacht tot het hoofdmenu op de display wordt weergegeven. 3 Druk driemaal op de toets tot het menuonderdeel Instellingen door het gele balkje wordt gemarkeerd. (Selecteer) om het menu 4 Druk op de toets Instellingen te openen.
Kennismaking met de meter en de prikpen 5 Het menu Tijd/Datum is gemarkeerd. (Selecteer) om het menu 5 Druk op de toets Tijd/Datum te openen. 6 6 Selecteer met de toets deel Datum. 7 7 Druk op de toets te stellen. of het menuonder- (Selecteer), om de datum in Het menu Datum is geopend.
Kennismaking met de meter en de prikpen In de gebruiksaanwijzing wordt de weg naar het menu Datum als volgt samengevat: 1 aan, Zet de meter met wacht op het Hoofdmenu, selecteer Instellingen met , open Instellingen met selecteer Tijd/Datum met , open Tijd/Datum met , selecteer Datum met . open Datum met , , Op dezelfde wijze wordt ook beschreven, hoe andere menu’s worden geopend.
Kennismaking met de meter en de prikpen 1.9 Gegevens invoeren De waarde van getallen wijzigen De waarden van getallen, die door een gele achtergrond worden gemarkeerd, kunnen worden gewijzigd. Druk op de toets verlagen. om de waarde van een getal te Een enkele keer drukken op de toets verkleint het getal met 1. Als u de toets ingedrukt houdt, wordt doorlopend verder geteld, tot u de toets loslaat. Druk op de toets verhogen.
Kennismaking met de meter en de prikpen Functies in- of uitschakelen Enkele functies, zoals b.v. het akoestische signaal en het markeren van meetresultaten, kunnen alleen maar worden ingeschakeld of uitgeschakeld. U kunt deze functies herkennen aan het feit, dat er voor de functie geen vinkje of controlevakje Uit staat en dat het commando van de toets resp. Aan is (als er een ander commando wordt weergegeven, dan kan de functie ook worden gewijzigd). Een vinkje betekent, dat de functie is ingeschakeld.
Stappen voor het meten 2 Stappen voor het meten 2.1 De inhoud controleren Controleer of de inhoud van de verpakking volledig is. De lijst met de inhoudsopgave vindt u op de verpakking. Mocht er iets ontbreken, dan kunt u contact opnemen met onze Customer Service. Het adres hiervan staat achter in deze gebruiksaanwijzing vermeld.
Stappen voor het meten 2.2 Meeteenheid van de bloedglucosewaarde controleren ACCU-CHEK ® Mobile ACCU-CHEK and ACCU-CHEK Mobile are trademarks of Roche Ser.No. GG0001384 MIC/KS XX-U8 Art.No. 2248891011 2xAAA mmol/l Made in Germany 3V For help call (800) 440-3638 US Patents Pending FCC ID: VWI U8 IC: 3100A-U8 Mannheim Germany 40 0088 Bloedglucosewaarden kunnen in twee verschillende meeteenheden worden weergegeven (mmol/l en mg/dl). Daarom bestaan er twee versies van dezelfde meter.
Stappen voor het meten 2.3 De eerste testcassette plaatsen In een nieuwe, nog niet gebruikte meter bevindt zich geen testcassette. Lees de bijsluiter van de verpakking met de testcassette goed door. Hierin vindt u andere belangrijke informatie, o.a. over bewaring en mogelijke oorzaken van onjuiste meetresultaten. Als de verpakking beschadigd is, mag u de testcassette niet gebruiken. Hiermee bestaat anders het gevaar, dat er onjuiste meetresultaten worden verkregen.
Stappen voor het meten 1 Schuif het afdekkapje aan het geribbelde vlak zo ver mogelijk in de richting van de pijl. Het afdekkapje moet hierbij voelbaar worden vastgeklemd. 2 Draai de meter met de onderkant naar boven.
Stappen voor het meten 3 Schuif de knop voor het ontgrendelen van de deksel van het cassettecompartiment in de richting van de pijl. De deksel springt open. 4 Open de deksel van het cassettecompartiment volledig. Hierbij moet, vlak voordat de deksel volledig geopend is, enige weerstand worden overwonnen, waarbij gelijktijdig een KLIK hoorbaar is. KLIK De deksel van het cassettecompartiment is volledig geopend, als deze – zoals in de afbeelding – iets naar buiten staat.
Stappen voor het meten 5 Neem de cassette uit de verpakking. 6 Plaats de cassette zo in de meter, dat de zilverkleurige kant zich aan de bovenkant bevindt.
Stappen voor het meten 7 Sluit de deksel van het cassettecompartiment en druk deze dicht. De deksel moet met een hoorbare KLIK sluiten. KLIK 8 Schuif het afdekkapje zo ver mogelijk in de richting van de pijl dicht. Het afdekkapje moet hierbij voelbaar worden vastgeklemd.
Stappen voor het meten Houdbaarheid van de testcassette Als er zich een testcassette in de meter bevindt, controleert de meter regelmatig wanneer de cassette in de meter is geplaatst en berekent hieruit de gebruiksduur. Iedere testcassette moet binnen 3 maanden zijn opgebruikt (gebruiksduur). Als u een aangebroken testcassette in de meter plaatst, dan wordt de gebruiksduur bepaald vanaf de datum dat de cassette voor het eerst in de meter werd geplaatst. Deze datum is in de cassette opgeslagen.
Stappen voor het meten Als u een meting start en de houdbaarheid van de cassette loopt binnenkort af of is reeds verlopen, dan deelt de meter u dit mee. De eerste mededeling verschijnt 10 dagen voordat de houdbaarheid is verlopen, de volgende mededelingen verschijnen 5, 2 en 1 dag(en) ervoor. Druk op de toets starten. (Verder ) om de meting te Is de houdbaarheid van de testcassette verlopen, dan verschijnt de nevenstaande mededeling. uit en plaats een nieuwe Zet de meter met testcassette in de meter.
Stappen voor het meten 2.4 Beschermende folie van de display verwijderen De display van de meter wordt door een beschermende folie afgedekt. Trek deze beschermende folie van de display af. 2.5 Afdekfolie van de batterijen verwijderen De meter wordt geleverd met reeds geplaatste batterijen. Op de contacten van de batterijen is een afdekfolie aangebracht om voortijdige ontlading te voorkomen. Voordat u de meter kunt gebruiken, moet u eerst deze afdekfolie verwijderen.
Stappen voor het meten 2.6 Taal instellen Nadat u een testcassette heeft geplaatst en de beschermende folie van de display en de batterijen heeft verwijderd (zie hoofdstukken 2.3 tot 2.5), moet u de taal, waarin de meter teksten moet weergeven, instellen. De meter vraagt u hier automatisch naar, als u de meter voor het eerst aanzet.
Stappen voor het meten 1 Druk bij een uitgeschakelde meter net zo lang (langer dan 2 seconden) op de Aan/Uit-toets tot de meter wordt ingeschakeld. Als de meter voor het eerst wordt aangezet, verschijnt automatisch het menu voor het selecteren van de taal. De in de fabriek ingestelde taal is English UK. U kunt deze taal selecteren of door een andere taal vervangen.
Stappen voor het meten 2 Druk zo vaak op de toets of tot de door u gewenste taal door het gele balkje gemarkeerd wordt weergegeven. onder de 3 Druk vervolgens op de toets display om de taal te selecteren. De meter geeft ter afsluiting de taal weer, die u zojuist heeft geselecteerd. 4 Bevestig deze informatie met de toets i (OK). Als u per ongeluk de verkeerde taal heeft geselecteerd, kunt u deze instelling later wijzigen (zie hoofdstuk 4.9).
Stappen voor het meten De meter voert vervolgens een displaytest, waarbij in een geel-zwart schaakbordpatroon lichtpuntjes worden weergegeven, uit. 5 Controleer of er in het schaakbordpatroon fouten voorkomen. Voorbeelden van fouten in het schaakbordpatroon vindt u in hoofdstuk 9. Als er in het schaakbordpatroon fouten voorkomen, kan dit er eventueel toe leiden, dat meetresultaten niet juist worden weergegeven.
Stappen voor het meten Hierna geeft de meter weer tot wanneer de cassette houdbaar is. 6 Druk op de toets (Verder). De meter geeft het aantal in de testcassette aanwezige, voor metingen beschikbare, testen weer. Vervolgens wordt het hoofdmenu weergegeven. U kunt nu kiezen, wat u wilt gaan doen, b.v.: een bloedglucosemeting uitvoeren Druk op (Selecteer). de meter uitzetten Selecteer Uitzetten met druk op . instellingen invoeren Selecteer Instellingen met .
Meten van de bloedglucosewaarde 3 Meten van de bloedglucosewaarde Als u een testcassette heeft geplaatst, de beschermende folie van de display en de batterijen heeft verwijderd en de taal heeft ingesteld (zie hoofdstuk 2), kunt u met de meter bloedglucosemetingen uitvoeren. Voor het uitvoeren van een bloedglucosemeting heeft u alleen nodig: De tijd en de datum zijn in de fabriek reeds op de meter ingesteld. Als deze van de actuele tijd resp.
Meten van de bloedglucosewaarde 3.1 Prikpen voorbereiden Met de prikpen kan bloed uit een vingertop of van andere (alternatieve) prikplaatsen worden verkregen. De prikpen kan op 11 prikdiepten worden ingesteld en hierdoor aan uw individuele huidtype worden aangepast. De prikpen kan zowel afzonderlijk als bevestigd aan de meter worden gebruikt.
Meten van de bloedglucosewaarde De prikpen is uitsluitend bedoeld voor persoonlijk gebruik! De prikpen mag uitsluitend worden gebruikt voor het verkrijgen van bloed bij één persoon. Als de prikpen ook door anderen wordt gebruikt of als medische beroepsbeoefenaren dezelfde prikpen gebruiken voor het verkrijgen van bloed bij meerdere personen, bestaat het risico van overdracht van infecties. Deze prikpen is hierdoor dan ook niet geschikt voor professionele toepassing in gezondheidszorginstellingen.
Meten van de bloedglucosewaarde Lancettenhouder plaatsen Om met de prikpen bloed te kunnen verkrijgen, moet er een lancettenhouder in worden geplaatst. 1 Leg een nieuwe lancettenhouder gereed. rode streep nieuw lancettenhouder Een gebruikte lancettenhouder kunt u herkennen aan het feit, dat er op het witte gedeelte een rode streep zichtbaar is. Een gebruikte lancettenhouder kunt u niet opnieuw gebruiken. gebruikte lancettenhouder 2 Trek het dopje van de prikpen.
Meten van de bloedglucosewaarde 3 Schuif de nieuwe lancettenhouder – met het witte uiteinde eerst – in de prikpen. De lancettenhouder is juist in de prikpen geplaatst, als bij het plaatsen een KLIK wordt gehoord. 4 Plaats het dopje weer op de prikpen. Hierbij moeten de uitsparing in de rand van het dopje en de uitstulping op de prikpen met de weergave van de prikdiepte (zilveren streepje) precies in elkaar passen. Het dopje moet hierbij hoor- en voelbaar worden bevestigd.
Meten van de bloedglucosewaarde Instellen van de prikdiepte markering van de prikdiepte halve stand van de prikdiepte U kunt de prikdiepte van het lancet op 11 standen (van 0,5 tot 5,5) instellen. Het zilveren streepje (markering voor de prikdiepte) op de prikpen geeft de ingestelde prikdiepte aan. Hoe hoger het cijfer, des te groter de prikdiepte. De halve standen van de prikdiepte worden aangegeven met een punt. De prikdiepte 1,5 is ingesteld, als het streepje is ingesteld op de punt tussen 1 en 2.
Meten van de bloedglucosewaarde Nieuw lancet gereed maken voor gebruik Als u net een nieuwe lancettenhouder heeft geplaatst, hoeft u geen nieuw lancet gereed te maken voor gebruik. 2 2 1 1 Als u met de prikpen al bloed heeft verkregen, heeft u bij de eerstvolgende bloedafname pas weer een nieuw lancet nodig. Hiervoor moet de lancettenhouder in de prikpen worden gedraaid. Beweeg het hendeltje aan de zijkant van de prikpen zo ver mogelijk naar rechts (1) en vervolgens weer naar links (2).
Meten van de bloedglucosewaarde Gebruikte lancettenhouder vervangen Als u het zesde en laatste lancet gebruikt heeft, moet u de lancettenhouder vervangen door een nieuwe. 1 Trek het dopje van de prikpen. 2 Pak de lancettenhouder bij de uitsparingen in de prikpen vast. 3 Trek de lancettenhouder uit de prikpen. U kunt gebruikte lancettenhouders met het gewone huisvuil weggooien. 4 Plaats een nieuwe lancettenhouder (zie rubriek ”Lancettenhouder plaatsen”).
Meten van de bloedglucosewaarde Prikpen van de meter afnemen en weer aan de meter bevestigen Als u de prikpen gescheiden van de meter wilt gebruiken, kunt u deze op de volgende wijze van de meter afnemen: 1 Schuif de ontgrendelingsknop van de prikpen (aan de onderkant van de meter) zo ver mogelijk in de richting van de pijl. Houd deze in deze positie vast, tot u de prikpen van de meter heeft afgenomen. 2 Schuif de prikpen in de richting van de pijl uit zijn geleiders.
Meten van de bloedglucosewaarde Als u de prikpen aan de meter wilt bevestigen, gaat u als volgt te werk: Zowel op de meter als op de prikpen bevinden zich 2 geleiders. Bij het bevestigen moeten de geleiders van de prikpen in de geleiders in de uitsparing van de meter worden geschoven. 1 Plaats de prikpen zo in de voorkant van de uitsparing, dat de multifunctionele bedieningsknop zich aan de voorkant bevindt en de tekst ”Accu-Chek FastClix Mobile” naar de meter is gericht.
Meten van de bloedglucosewaarde 3.2 Uitvoeren van een bloedglucosemeting Als u een lancettenhouder in de prikpen heeft geplaatst en de prikdiepte heeft ingesteld, kunt u nu met de bloedglucosemeting beginnen. i Was uw handen met warm water en zeep en droog ze goed af, voordat u met een meting begint. Hierdoor worden resten van b.v. eten, drinken of huidcrème, die zich op de huid bevinden en de meting kunnen storen, verwijderd.
Meten van de bloedglucosewaarde Bloedglucosemeting starten door het openen van het afdekkapje 1 Schuif het afdekkapje aan het geribbelde vlak zo ver mogelijk in de richting van de pijl. Hierbij wordt het afdekkapje na het overwinnen van enige weerstand vastgeklemd. De tape mag hierbij niet worden aangeraakt, omdat deze hierdoor beschadigd zou kunnen worden. Indien de meter uitgeschakeld was, wordt deze nu aangezet. Er klinkt een akoestisch signaal (indien Ak.
Meten van de bloedglucosewaarde Vervolgens transporteert de meter een testveld naar de meettip van de cassette. De tape mag hierbij niet worden aangeraakt, omdat deze hierdoor beschadigd zou kunnen worden. Kort na het transport van het testveld naar de meettip van de cassette, verschijnt de aanwijzing Bloed opzuigen en klinkt opnieuw een akoestisch signaal (indien Ak. signaal ingeschakeld is).
Meten van de bloedglucosewaarde U kunt het afdekkapje ook bij een reeds ingeschakelde meter openen. De meter schakelt dan over op Meten. Er wordt een testveld naar de meettip van de cassette getransporteerd en aansluitend wordt de aanwijzing Bloed opzuigen weergegeven. Uitzonderingen hierop zijn: U bevindt zich in het menu Instellingen. Na het openen van het afdekkapje wordt u in dit geval gevraagd, of u daadwerkelijk een meting uit wilt voeren (zie hoofdstuk 16.2).
Meten van de bloedglucosewaarde Bloedglucosemeting via het hoofdmenu starten 1 Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu. Als de meter reeds ingeschakeld is: 1 Wissel van het actueel weergegeven menu naar het hoofdmenu. 2 Selecteer Meten met . open Meten met , Op de display verschijnt de aanwijzing Afdekkapje openen. Als u toch geen meting uit wilt voeren, moet u op de (Annuleer ) drukken.
Meten van de bloedglucosewaarde 3 Schuif het afdekkapje aan het geribbelde vlak zo ver mogelijk in de richting van de pijl. De tape mag hierbij niet worden aangeraakt, omdat deze hierdoor beschadigd zou kunnen worden. Nadat u het afdekkapje geopend heeft, transporteert de meter een testveld naar de meettip van de cassette. De tape mag hierbij niet worden aangeraakt, omdat deze hierdoor beschadigd zou kunnen worden.
Meten van de bloedglucosewaarde Verkrijgen van een bloeddruppel Gebruik voor iedere bloedafname een nieuw lancet. Hiermee verkleint u het risico van infecties en is het verkrijgen van bloed vrijwel pijnloos. Voor het verkrijgen van bloed zijn in principe alle vingers geschikt. Bepaalde vingers kunnen echter niet geschikt zijn door bijvoorbeeld een infectie van de huid of van een vingernagel.
Meten van de bloedglucosewaarde Om met de prikpen bloed te kunnen verkrijgen, moet u deze aanspannen. Span de prikpen pas vlak voor het prikken. Als de prikpen in gespannen toestand wordt bewaard, kunnen er onderdelen worden verbogen, waardoor het goede functioneren van de prikpen wordt belemmerd. 1 Span de prikpen door de multifunctionele bedieningsknop geheel in te drukken. Als u de bedieningsknop vervolgens weer los laat, komt deze voor een derde weer naar buiten. De prikpen is nu aangespannen.
Meten van de bloedglucosewaarde Voor het verkrijgen van bloed moet het dopje op de prikpen zijn geplaatst. Zonder dopje wordt de punctie te diep en pijnlijker dan noodzakelijk. 2 Druk de prikpen stevig op de gewenste prikplaats. U voelt de opening voor het lancet met de kleine uitstulping op het dopje tegen uw huid drukken. 3 Druk de multifunctionele bedieningsknop geheel in. Het lancet wordt hierdoor ontspannen en dringt de huid overeenkomstig de ingestelde prikdiepte binnen.
Meten van de bloedglucosewaarde Bloeddruppel op het testveld opbrengen U kunt de meter tijdens het opbrengen van het bloed op het testveld in de hand houden of neerleggen. Houdt de meter echter niet met het testveld naar boven. Als u het testveld naar boven houdt, kan er bloed in de meter lopen en deze vervuilen. Als op de display de aanwijzing Bloed opzuigen wordt weergegeven: 1 Houd de bloeddruppel, direct nadat deze zich heeft gevormd, in het midden van het testveld op de meettip van de cassette.
Meten van de bloedglucosewaarde 2 Haal uw vinger van het testveld weg, zodra Meting loopt en het zandlopersymbool op de display worden weergegeven. Er is dan voldoende bloed door het testveld opgezogen en het akoestische signaal klinkt (indien Ak. signaal ingeschakeld is). Het zandlopersymbool geeft aan, dat er op dit moment een meting wordt uitgevoerd. Na ca. 5 seconden is de meting voltooid. Het meetresultaat verschijnt op de display en het akoestische signaal klinkt (indien Ak. signaal ingeschakeld is).
Meten van de bloedglucosewaarde De meter uitzetten Uitzetten door middel van het afdekkapje 1 Sluit het afdekkapje. De meter geeft het aantal beschikbare testen weer en schakelt zichzelf vervolgens uit. i Het meetresultaat wordt ten minste 15 seconden op de display weergegeven. Als u het afdekkapje sluit, voordat deze tijd is verstreken, dan wordt het meetresultaat nog steeds weergegeven. Pas als de 15 seconden verstreken zijn, verschijnt het aantal beschikbare testen op de display.
Meten van de bloedglucosewaarde Met de Aan/Uit-toets uitzetten 1 Druk zo lang op de Aan/Uit-toets tot het balkje op de display volledig gevuld is (ten minste 2 seconden). Voordat de meter zichzelf uitschakelt, geeft deze aan dat u het afdekkapje moet sluiten en geeft hierna ter informatie het aantal nog beschikbare testen. 2 Sluit het afdekkapje.
Meten van de bloedglucosewaarde Symbolen, die tezamen met het meetresultaat worden weergegeven De volgende symbolen kunnen tezamen met het meetresultaat worden weergegeven: U heeft het streefwaardenbereik geactiveerd. Het meetresultaat is of lager dan de onderste grenswaarde of hoger dan de bovenste grenswaarde van het ingestelde streefwaardenbereik. in plaats van een meetwaarde: het meetresultaat is lager dan 0,6 mmol/l (10 mg/dl). De batterijen zijn bijna leeg.
Meten van de bloedglucosewaarde Meetresultaten markeren U kunt meetresultaten markeren om bepaalde, met dit meetresultaat samenhangende, gebeurtenissen of bijzondere eigenschappen van het meetresultaat te beschrijven. U kunt een meetresultaat alleen markeren, zolang dit na een meting op de display wordt weergegeven en u vervolgens het menu Markeren opent.
Meten van de bloedglucosewaarde Een meetresultaat kan gelijktijdig van de volgende markeringen zijn voorzien: Algemeen en Voor maaltijd Algemeen en Na maaltijd Een meetresultaat kan echter niet gelijktijdig met Voor maaltijd en Na maaltijd worden gemarkeerd. Als een van beide markeringen reeds ingeschakeld is, dan wordt deze automatisch uitgeschakeld, als u de andere markering inschakelt. U kunt markeringen steeds wijzigen (in- en uitschakelen), zolang u zich in het menu Markeren bevindt.
Meten van de bloedglucosewaarde De volgende beschrijvingen beginnen met de weergave van het meetresultaat na een meting. Algemeen, Voor Maaltijd en Na maaltijd 1 Druk op (Markeren). Het menu Markeren wordt geopend. Alle markeringen geeft aan, dat zijn uitgeschakeld. Een controlevakje een markering is uitgeschakeld, een vinkje dat deze is ingeschakeld. 2 Selecteer Algemeen, Voor maaltijd of Na maaltijd . met 3 Druk op (Aan).
Meten van de bloedglucosewaarde Rechts naast het meetresultaat kunnen 3 symbolen worden weergegeven. Als een meetresultaat met 4 symbolen zou zijn gemarkeerd, wordt het symbool niet weergegeven. Bijvoorbeeld: Als de temperatuur bij de meting te hoog of te laag was en het meetresultaat buiten het streefwaardenbereik ligt, wordt het meetresultaat automatisch met de symbolen en gemarkeerd (zie hoofdstuk 16.2 resp. 4.6).
Meten van de bloedglucosewaarde Menu Markeren verlaten: 1a Zet de meter met of uit. of 1b Selecteer Hoofdmenu met (Selecteer). 2 Sluit het afdekkapje.
Meten van de bloedglucosewaarde Herinnering 1 Druk op (Markeren ). . 2 Selecteer Herinnering met 3 Druk op (Selecteer). Het menu Herinneringen wordt geopend. In hoofdstuk 4.5 vindt u hierover alle informatie. Controle 1 Druk op (Markeren). 2 Selecteer Controle met 3 Druk op . (Selecteer). Welke handelingen u bij een functiecontrole (meting van controleoplossing) verder moet uitvoeren, staat in hoofdstuk 7.2 beschreven.
Meten van de bloedglucosewaarde 3.3 Meetresultaten beoordelen Meetbereik Als het weergegeven meetresultaat overeenkomt met uw fysieke toestand, moet u de aanwijzingen van uw arts opvolgen. Als het weergegeven meetresultaat echter niet overeenkomt met uw fysieke toestand, moet u een functiecontrole uitvoeren met een Accu-Chek Mobile-controleoplossing (zie hoofdstuk 7). Herhaal vervolgens de bloedglucosemeting.
Meten van de bloedglucosewaarde Twijfelachtige meetresultaten – mogelijke oorzaken van fouten Als uw meter regelmatig twijfelachtige meetresultaten of foutmeldingen weergeeft, moet u de hieronder genoemde punten controleren. Als uw antwoord op deze vragen afwijkt van het hierbij gegeven antwoord, moet u het betreffende punt bij de volgende meting corrigeren.
Instellen van de meter 4 Instellen van de meter 4.1 Overzicht van de instellingen De meter beschikt over meerdere functies, die u echter pas kunt gebruiken, als u de hierbij behorende instellingen ingevoerd heeft. Deze functies betreffen in de eerste plaats aanpassingen van de meter aan uw persoonlijke behoeften (b.v. het geluid van het akoestische signaal en van de herinneringen). Op de volgende 2 pagina’s vindt u een overzicht van de instellingen.
Instellen van de meter Menu Instelling Tijd/Datum Tijd Midden-Europese tijd (MET) Datum Actuele datum Tijdweergave (weergave van tijd en datum) Selectie- / Instelmogelijkheid uu:mm * uu:mm uu:mm uu:mm am/pm uu:mm am/pm uu:mm am/pm uu:mm am/pm uu:mm Standaardinstelling DD.MM.JJ ** uu:mm dag van de week DD.MM. DD. Maand MM/DD/JJ MM/DD Maand DD DD. Maand JJ/MM/DD DD.MM.JJ * uu = uren, mm = minuten; b. v. 09:45 (uu:mm) ** DD = dag, MM = maand, JJ = jaar; b. v. 25.11.09 (DD.MM.
Instellen van de meter 88 Menu Instelling Selectie- / Instelmogelijkheid Standaardinstelling Geluid Ak. signaal Aan of Uit Aan Herinneringen Ak. signaal Aan of Uit Aan Ak.
Instellen van de meter 4.2 Menu Instellingen openen 1 Zet de meter met aan, wacht op het Hoofdmenu, selecteer Instellingen met . open Instellingen met , De voor het instellen te gebruiken toetsen zijn in de hoofdstukken 1.5 en 1.9 beschreven. Een volledig overzicht van de menu’s vindt u achteraan in deze gebruiksaanwijzing.
Instellen van de meter Het menu Instellingen biedt u de volgende keuzemogelijkheden: Hoofdmenu: om naar het hoofdmenu te gaan Tijd/Datum: tijd en datum instellen, tijdweergave selecteren Geluid: Akoestisch signaal, geluid bij Herinneringen en Akoestische modus in- of uitschakelen Herinneringen: herinneringstijdstippen instellen Streefwaarde: boven- en ondergrens van het streefwaardenbereik instellen Geluidsterkte: geluidssterkte van het akoestische signaal instellen Helderheid: de helderheid van de
Instellen van de meter 4.3 Tijd en datum instellen, tijdweergave selecteren De tijd en de datum zijn in de fabriek reeds op de meter ingesteld. Als u de functie Herinneringen wilt gebruiken of uw meetresultaten b.v. met een computer wilt verwerken, moet u de tijd en de datum controleren en corrigeren, als deze van de actuele tijd resp. de actuele datum afwijken. Alle meetresultaten worden met tijd en datum opgeslagen.
Instellen van de meter Tijd instellen 1 Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, selecteer Instellingen met , open Instellingen met selecteer Tijd/Datum met , open Tijd/Datum met , selecteer Tijd met . open Tijd met , , De uurweergave wordt op een gele achtergrond weergegeven. Als er een tijdweergave ingesteld is, waarbij de tijd in de 12-uursweergave wordt weergegeven, wordt er achter de tijd aanvullend am (’s ochtends) of pm (’s middags) toegevoegd.
Instellen van de meter 24-uursweergave 12-uursweergave 2 Stel het aantal uren met 3 Druk op in. (Verder ). De minutenweergave wordt nu op een gele achtegrond weergegeven. 4 Stel het aantal minuten met 5 Druk op in. (OK resp.Verder ).
Instellen van de meter 24-uursweergave 12-uursweergave Alleen bij weergave van de tijd in de 12-uursweergave: De toevoeging am of pm wordt op een gele achtergrond weergegeven. 5a Selecteer am of pm met 5b Druk op . (OK). De meter geeft ter afsluiting de tijd weer, die u zojuist heeft ingesteld. 6 Druk op (OK). De meter keert terug naar het menu Tijd/Datum.
Instellen van de meter Datum instellen 1 2 3 De volgorde van dag, maand en jaar is bij het instellen van de datum afhankelijk van de ingestelde tijdweergave. Tot het instellen van de volgorde is de procedure overigens hetzelfde. De volgende volgorden zijn mogelijk: 1 Dag – Maand – Jaar 2 Maand – Dag – Jaar 3 Jaar – Maand – Dag 1 aan, Zet de meter met wacht op Hoofdmenu, selecteer Instellingen met , open Instellingen met selecteer Tijd/Datum met , open Tijd/Datum met , selecteer Datum met .
Instellen van de meter In het volgende voorbeeld wordt de instelling van de datum volgens volgorde 1 . De dagweergave wordt op een gele achtergrond weergegeven. 2 Stel de dag met 3 Druk op in. (Verder). De maandweergave wordt nu op een gele achtergrond weergegeven. 4 Stel de maand met 5 Druk op in. (Verder). Het jaartal wordt nu op een gele achtergrond weergegeven. 6 Stel het jaartal met 7 Druk op 96 (OK). in.
Instellen van de meter of of De meter geeft ter afsluiting de datum weer, die u zojuist heeft ingesteld. De datum wordt overeenkomstig de ingestelde Tijdweergave weergegeven (zie nevenstaande voorbeelden). 8 Druk op (OK). De meter keert terug naar het menu Tijd/Datum. i Mocht de ingevoerde datum niet bestaan (b.v. 31 april), dan keert de meter na bevestiging van het laatste ingevoerde gegeven met OK (stap 7) terug naar de eerste invoerpositie.
Instellen van de meter Tijd- en datumweergave selecteren 1 Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, selecteer Instellingen met , open Instellingen met selecteer Tijd/Datum met , open Tijd/Datum met selecteer Tijdweergave met . open Tijdweergave met , , , De actueel ingestelde tijd- en datumweergave wordt door een geel balkje weergegeven.
Instellen van de meter 2 Selecteer de gewenste tijd- en datumweergave . met 3 Druk op (Selecteer). De meter geeft ter afsluiting de tijd- en datumweergave weer, die u zojuist heeft geselecteerd. 4 Druk op (OK). De meter keert terug naar het menu Tijd/Datum.
Instellen van de meter 4.4 Geluid instellen Het menu Geluid biedt u de volgende keuzemogelijkheden: Hoofdmenu: om naar het hoofdmenu te gaan Terug: om naar het menu Instellingen te gaan Ak. signaal: akoestisch signaal in- of uitschakelen Herinneringen: akoestisch signaal bij herinneringen in- of uitschakelen Ak. modus: Akoestische modus in- of uitschakelen Akoestisch signaal: Als Ak.
Instellen van de meter Herinneringen: u kunt hier instellen of er bij Herinneringen (zie hoofdstuk 4.5) akoestische signalen worden afgegeven of niet. Als Herinneringen is ingeschakeld (standaardinstelling), worden er akoestische signalen afgegeven. Akoestische modus: als de akoestische modus is ingeschakeld (standaardinstelling: Uit), geeft de meter u d.m.v. de hiervoor genoemde akoestische signalen aanwijzingen voor het uitvoeren van de meting.
Instellen van de meter Akoestisch signaal, geluid bij Herinneringen en Akoestische modus in- en uitschakelen Ak. signaal, Herinneringen en Ak. modus kunnen alleen maar worden ingeschakeld en uitgeschakeld. De procedure is in alle gevallen hetzelfde en wordt daarom alleen met Ak. signaal als voorbeeld uitgelegd. 1 102 aan, Zet de meter met wacht op Hoofdmenu, , selecteer Instellingen met , open Instellingen met , selecteer Geluid met , open Geluid met selecteer Ak.
Instellen van de meter Vinkje betekent ingeschakeld Controlevakje betekent uitgeschakeld (Aan of Uit ) om het akoestische 2 Druk op signaal in- of uit te schakelen. De meter blijft hierna in het menu Geluid. i Als u de akoestische modus wilt gebruiken, moet u beide, Ak. modus en Ak. signaal, inschakelen.
Instellen van de meter 4.5 Herinneringen instellen U kunt maximaal 10 herinneringstijdstippen instellen. Als de meter uitgeschakeld is, worden dagelijks ”Herinnering” en de herinneringstijd op het ingestelde tijdstip op de display weergegeven. Gelijktijdig klinkt een akoestisch signaal, indien u Herinneringen in het menu Geluid heeft ingeschakeld. U kunt de herinnering en het akoestische signaal uitschakelen door op een willekeurige toets te drukken.
Instellen van de meter Het menu Herinneringen biedt u de volgende keuzemogelijkheden: Hoofdmenu: om naar het hoofdmenu te gaan Terug: om naar het menu Instellingen te gaan Nieuw: om een nieuw tijdstip voor een dagelijkse herinnering in te stellen Bewerken: om een bestaande herinneringstijd te bewerken (wordt alleen weergegeven, als er ten minste één tijdstip is ingesteld) Na 1 uur: om een eenmalige herinnering na 1 uur in te stellen Na 2 uren: om een eenmalige herinnering na 2 uren in te stellen N
Instellen van de meter Nieuwe herinnering instellen 1 Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, selecteer Instellingen met , open Instellingen met selecteer Herinneringen met , . voor Herinneringen geeft aan, dat Het controlevakje er nog geen herinnering is ingesteld of dat alle ingestelde herinneringen uitgeschakeld zijn. Een vinkje geeft aan, dat er ten minste een herinnering is ingesteld en ook geactiveerd is. 2 Open Herinneringen met selecteer Nieuw met .
Instellen van de meter 24-uursweergave 12-uursweergave De uurweergave wordt op een gele achtergrond weergegeven. 3 Stel het aantal uren met in. Bij de eerste druk op een toets wordt als tijd 00:00 (24-uursweergave) of 01:00 am (12-uursweergave) weergegeven. 4 Druk op (Verder). De minutenweergave wordt nu op een gele achtergrond weergegeven. 5 Stel het aantal minuten met 6 Druk op in. (OK resp.Verder ).
Instellen van de meter 24-uursweergave 12-uursweergave Alleen bij weergave van de tijd in de 12-uursweergave: de toevoeging am of pm wordt op een gele achtergrond weergegeven. 6a Selecteer am of pm met 6b Druk op . (OK). De meter geeft ter afsluiting de herinneringstijd weer, die u zojuist heeft ingesteld. De herinnering is tegelijkertijd geactiveerd. 7 Druk op (OK). De meter keert terug naar het menu Herinneringen bewerken.
Instellen van de meter Bestaande herinnering bewerken (activeren/uitschakelen, wijzigen, wissen) 1 Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, , selecteer Instellingen met , open Instellingen met , selecteer Herinneringen met , open Herinneringen met , selecteer Bewerken met . open Bewerken met Op de display verschijnt de lijst met bestaande herinneringen. geeft aan, dat een herinnering is Een controlevakje uitgeschakeld, een vinkje dat deze is geactiveerd.
Instellen van de meter Hierna vindt u onder de tijd de volgende keuzemogelijkheden: Uitschakelen, om een geactiveerde herinnering uit te schakelen (de tijd blijft behouden) of Activeren, om een uitgeschakelde herinnering weer te activeren Wijzigen, om de herinneringstijd te wijzigen Wissen, om deze herinnering te wissen Annuleren, als u deze herinnering niet wilt bewerken In de volgende voorbeelden wordt de tijd alleen in de 24-uursweergave weergegeven en beschreven.
Instellen van de meter Herinnering activeren of uitschakelen 1 Selecteer Activeren (Uitschakelen) met 2 Druk op . (Selecteer). De meter geeft ter afsluiting de herinneringstijd weer, die u zojuist heeft geactiveerd of uitgeschakeld. 3 Druk op (OK ). De herinnering is nu geactiveerd resp. uitgeschakeld. De meter keert terug naar het menu Herinneringen bewerken.
Instellen van de meter Herinnering wijzigen 1 Selecteer Wijzigen met 2 Druk op . (Selecteer). 3 Stel de nieuwe herinneringstijd in (procedure, zie ”Nieuwe herinnering instellen”). De meter geeft ter afsluiting de herinneringstijd weer, die u zojuist heeft gewijzigd. 4 Druk op (OK). De herinneringstijd is nu gewijzigd en de herinnering is tegelijkertijd geactiveerd. De meter keert terug naar het menu Herinneringen bewerken.
Instellen van de meter Herinnering wissen 1 Selecteer Wissen met 2 Druk op . (Selecteer). De meter geeft ter afsluiting de herinneringstijd weer, die u zojuist heeft gewist. 3 Druk op (OK). De herinneringstijd is nu gewist. De meter keert terug naar het menu Herinneringen bewerken of, als u de laatste herinnering heeft gewist, naar het menu Herinneringen.
Instellen van de meter Annuleren – herinnering niet bewerken Als u een geselecteerde herinnering toch niet wilt bewerken, kunt u de bewerking annuleren. 1 Selecteer Annuleren met 2 Druk op . (Selecteer). De meter keert zonder wijziging van de herinnering terug naar het menu Herinneringen bewerken.
Instellen van de meter Eenmalige herinnering na 1 uur, 2 uren of 3 uren instellen De meter kan u eenmalig na 1 uur, 2 uren of 3 uren aan een meting herinneren. U hoeft hiervoor geen tijd in te stellen. Deze herinneringen kunnen zinvol zijn, als u b.v. een zojuist gemeten resultaat nog eens wilt controleren. Nadat de herinnering is gegeven, wordt deze automatisch gewist.
Instellen van de meter De meter geeft ter afsluiting aan, dat u hieraan na 1 uur (of na 2 of 3 uren) herinnerd zult worden. 3 Druk op (OK). De meter keert terug naar het menu Herinneringen bewerken. De eenmalige herinnering wordt net als iedere andere herinnering in de lijst met herinneringen weergegeven, d.w.z. dat de bijbehorende tijd wordt weergegeven en niet b.v. ”Na 1 uur”.
Instellen van de meter Eenmalige herinnering wissen 1 Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, , selecteer Instellingen met , open Instellingen met , selecteer Herinneringen met , open Herinneringen met , selecteer Bewerken met . open Bewerken met Op de display verschijnt de lijst met bestaande herinneringen. geeft aan, dat een herinnering is Een controlevakje uitgeschakeld, een vinkje dat deze is geactiveerd. 2 Selecteer de herinneringstijd, die u wilt wissen, . met 3 Druk op (Selecteer).
Instellen van de meter Bij een eenmalige herinnering vindt u onder de tijd uitsluitend de volgende keuzemogelijkheden: Wissen, om deze herinnering te wissen Annuleren, als u deze herinnering niet wilt wissen Anders dan bij de dagelijkse herinneringen kunt u eenmalige herinneringen niet activeren of uitschakelen of de tijd ervan wijzigen. 4 Selecteer Wissen met 5 Druk op . (Selecteer). De meter geeft ter afsluiting de herinneringstijd weer, die u zojuist heeft gewist. 6 Druk op (OK).
Instellen van de meter 4.6 Streefwaardenbereik instellen U kunt uw persoonlijke streefwaardenbereik voor bloedglucosewaarden invoeren (standaardinstelling: Uit). Meetresultaten, die boven of beneden dit streefwaardenbereik liggen, worden met het symbool gemarkeerd. Het streefwaardenbereik omvat de bloedglucosewaarden, die bij een optimale therapie zouden moeten worden verkregen. Bepaal in overleg met uw arts het voor u zinvolle streefwaardenbereik.
Instellen van de meter Streefwaardenbereik instellen 1 Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, selecteer Instellingen met , open Instellingen met selecteer Streefwaarde met . open Streefwaarde met , , geeft aan, dat het streefwaarEen controlevakje denbereik is uitgeschakeld, een vinkje dat dit is geactiveerd. Als u tot nu toe nog geen streefwaardenbereik heeft ingevoerd, kunt u de beide grenswaarden nu direct invoeren. De beide grenswaarden worden nu door streepjes weergegeven.
Instellen van de meter 2 Stel de onderste grenswaarde met in. Bij de eerste druk op een toets wordt de standaardinstelling 3,9 mmol/l (70 mg/dl) weergegeven. 3 Druk op (Verder). Voor de bovenste grenswaarde wordt de standaardinstelling 7,8 mmol/l (140 mg/dl) weergegeven. 4 Stel de bovenste grenswaarde met 5 Druk op in. (OK). De meter geeft ter afsluiting het streefwaardenbereik weer, dat u zojuist heeft ingesteld. Dit is tegelijkertijd geactiveerd. 6 Druk op (OK).
Instellen van de meter Bestaand streefwaardenbereik bewerken (activeren/uitschakelen, wijzigen) 1 Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, selecteer Instellingen met , open Instellingen met selecteer Streefwaarde met .
Instellen van de meter Streefwaardenbereik activeren of uitschakelen 1 Selecteer Uitschakelen (Activeren) met 2 Druk op . (Selecteer). De meter geeft ter afsluiting weer, dat het streefwaardenbereik nu uitgeschakeld (geactiveerd) is. 3 Druk op (OK). De meter keert terug naar het menu Instellingen.
Instellen van de meter Streefwaardenbereik wijzigen 1 Selecteer Wijzigen met 2 Druk op . (Selecteer). 3 Stel het nieuwe streefwaardenbereik in (procedure, zie ”Streefwaardenbereik instellen”). De meter geeft ter afsluiting het streefwaardenbereik weer, dat u zojuist heeft gewijzigd. 4 Druk op (OK). Het streefwaardenbereik is nu gewijzigd en tegelijkertijd geactiveerd. De meter keert terug naar het menu Instellingen.
Instellen van de meter Annuleren – streefwaardenbereik niet bewerken Als u het streefwaardenbereik toch niet wilt bewerken, kunt u de bewerking annuleren. 1 Selecteer Annuleren met 2 Druk op . (Selecteer). De meter keert zonder wijziging van het streefwaardenbereik terug naar het menu Instellingen.
Instellen van de meter 4.7 Geluidssterkte instellen U kunt de geluidssterkte van het akoestische signaal in 5 verschillende niveaus instellen. 1 aan, Zet de meter met wacht op Hoofdmenu, selecteer Instellingen met , open Instellingen met selecteer Geluidsterkte met . open Geluidsterkte met , , Hoe meer balkjes er op de display gevuld zijn, des te harder het geluid is. De standaardinstelling is niveau 3. 2 Stel de geluidssterkte met in.
Instellen van de meter De meter geeft ter afsluiting de geluidssterkte weer, die u zojuist heeft ingesteld. 4 Druk op (OK). De meter keert terug naar het menu Instellingen.
Instellen van de meter 4.8 Helderheid instellen U kunt de helderheid van de op de display weergegeven teksten en symbolen in 3 verschillende niveaus instellen. 1 aan, Zet de meter met wacht op Hoofdmenu, selecteer Instellingen met , open Instellingen met selecteer Helderheid met . open Helderheid met , , Hoe meer balkjes er op de display gevuld zijn, des te hoger de helderheid is. De standaardinstelling is niveau 2. 2 Stel de helderheid met in.
Instellen van de meter De meter geeft ter afsluiting de helderheid weer, die u zojuist heeft ingesteld. 4 Druk op (OK). De meter keert terug naar het menu Instellingen.
Instellen van de meter 4.9 Taal instellen U kunt voor de op de display weergegeven teksten één van in totaal 15 talen instellen. De taal moet voor het eerst bij de eerste ingebruikname van de meter worden ingesteld.
Instellen van de meter 1 Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, selecteer Instellingen met , open Instellingen met , selecteer Taal met . open Taal met , De actueel ingestelde taal wordt door een geel balkje weergegeven. 2 Selecteer de gewenste taal met 3 Druk op . . De meter geeft ter afsluiting de taal weer, die u zojuist heeft geselecteerd. 4 Druk op (OK). De meter keert terug naar het menu Instellingen.
Instellen van de meter Onjuiste instelling van de taal corrigeren Als u zich heeft vergist en een verkeerde taal heeft ingesteld, kunt u de menu’s later mogelijk niet meer lezen. Met behulp van de volgende aanwijzingen kunt u de taal toch wijzigen: 1 Zet de meter met aan. 3 Druk 3 maal op . Het menu ”Instellingen” wordt nu op een gele achtergrond weergegeven. 4 Druk op . 5 Druk 6 maal op . Het menu ”Taal” (laatste menuonderdeel) wordt nu op een gele achtergrond weergegeven. 6 Druk op .
De meter als dagboek gebruiken 5 De meter als dagboek gebruiken De meter kan maximaal 500 meetresultaten met tijd en datum opslaan. Om een meetresultaat op te slaan hoeft u niets te doen. Alle meetresultaten worden automatisch door de meter in het geheugen opgeslagen. Naast meetresultaat, tijd en datum wordt ook alle andere, voor de meting belangrijke informatie opgeslagen.
De meter als dagboek gebruiken 5.1 Opgeslagen meetresultaten bekijken U heeft twee mogelijkheden om alle opgeslagen meetresultaten te bekijken: via het menu Geheugen met de toets komt u direct bij de opgeslagen Met de toets meetresultaten. De keuzemogelijkheden van het menu Geheugen staan u dan echter niet ter beschikking. Om alle mogelijkheden van het menu Geheugen te kunnen gebruiken, moet u deze via het hoofdmenu openen. Er zijn twee soorten weergave van opgeslagen meetresultaten: Enkel en Lijst.
De meter als dagboek gebruiken In het geheugen wordt als laatste (meest recente) meetresultaat XX.X resp. X.X met streepjes bij de datum en de tijd weergegeven: Resultaatweergave Enkel Resultaatweergave Lijst deze displayweergave betekent, dat er bij de laatste meting geen meetwaarde is verkregen. In dit soort gevallen is er bij de laatste meting of een foutmelding weergegeven of u heeft na de aanwijzing Bloed opzuigen geen bloed (of controleoplossing) opgebracht.
De meter als dagboek gebruiken Via het menu Geheugen Opgeslagen meetresultaten via het menu Geheugen bekijken: aan, Zet de meter met wacht op Hoofdmenu, selecteer Geheugen met , open Geheugen met selecteer Alle waarden met . open Alle waarden met , , Het laatst opgeslagen meetresultaat wordt weergegeven, afhankelijk van de instelling in de resultaatweergave Enkel of Lijst. Het commando van toets ven.
De meter als dagboek gebruiken Met de toets (Omlaag) Opgeslagen meetresultaten met de toets bekijken: Als de meter uitgeschakeld is: Druk net zo lang (langer dan 2 seconden) op meter wordt ingeschakeld. tot de Het laatst opgeslagen meetresultaat wordt weergegeven, afhankelijk van de instelling in de resultaatweergave Enkel of Lijst. Het commando van toets ven.
De meter als dagboek gebruiken Alle opgeslagen meetresultaten bekijken Het maakt niet uit, hoe u de opgeslagen meetresultaten wilt bekijken (vie het menu Geheugen of met de ): u komt op dezelfde manier bij alle opgeslatoets gen meetresultaten. Enkel Oudere meetresultaten bekijken: om naar het eerstvolgende, oudere 1 Druk op meetresultaat te gaan. Om vervolgens weer terug te keren naar de recentere meetresultaten: Lijst om naar het eerstvolgende, recentere 2 Druk op meetresultaat te gaan.
De meter als dagboek gebruiken 5.2 Gemiddelde waarden weergeven De meter kan uit de opgeslagen meetresultaten gemiddelde waarden berekenen. U kunt selecteren, met welke meetresultaten de gemiddelde waarden worden berekend. De gemiddelde waarde wordt berekend met alle meetresultaten, die aan uw selectiecriteria voldoen.
De meter als dagboek gebruiken 1 Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, , selecteer Geheugen met , open Geheugen met , selecteer Gemiddelden met .
De meter als dagboek gebruiken 2 Selecteer Alle waarden, Voor maaltijd of Na maal. tijd met 3 Druk op (Selecteer). 4 Selecteer met de tijdsperiode, waarbinnen de waarden gemeten zijn: 7, 14 of 30 dagen. Door selectie van de tijdsperiode wordt alleen vastgelegd, welke gemiddelde waarde als eerste weergegeven wordt. U kunt later van de ene tijdsperiode direct naar de andere tijdsperiodes wisselen. 5 Druk op (Selecteer).
De meter als dagboek gebruiken 6 Druk op om van het 7-dagen-gemiddelde naar het 14-dagen-gemiddelde en vervolgens naar het 30-dagen-gemiddelde te wisselen. om van het 30-dagen-gemiddelde 7 Druk op terug naar het 14-dagen-gemiddelde en vervolgens terug naar het 7-dagen-gemiddelde te gaan. 8 Druk op (OK). De meter keert terug naar het menu Gemiddelden. De gemiddelde waarden van Voor maaltijd zijn met het symbool gemarkeerd. De gemiddelde waarden van Na maaltijd zijn met het symbool gemarkeerd.
De meter als dagboek gebruiken i De meter berekent de gemiddelde waarde van een bepaalde tijdsperiode ook, als de opgeslagen meetresultaten een kleiner tijdsbestek beslaan. Bijvoorbeeld: Er zijn alleen gedurende de laatste 5 dagen metingen uitgevoerd. Dan worden de gemiddelde waarden van alle drie tijdsperiodes (7, 14 en 30 dagen) met de meetresultaten van de laatste 5 dagen berekend.
De meter als dagboek gebruiken 5.3 Meetresultaten downloaden De meter bezit een ingebouwde infraroodvenster (volgens IrDA-normen, IrDA = Infrared Data Association), waarmee de meetresultaten draadloos naar een hiertoe uitgeruste computer of handheld (PDA) of naar speciale verwerkingssystemen kunnen worden gedownload. Het infraroodvenster bevindt zich in de deksel van het batterijencompartiment van de meter.
De meter als dagboek gebruiken Afhankelijk van het door u gekozen soort verwerking heeft u een speciaal softwareprogramma en/of speciale hardwareproducten nodig. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
De meter als dagboek gebruiken Het menu Data zenden biedt u de volgende keuzemogelijkheden: Hoofdmenu: om naar het hoofdmenu te gaan (alleen als het menu vanuit het menu Geheugen is geopend) Terug: om naar het menu Geheugen te gaan (alleen als het menu vanuit het menu Geheugen is geopend) Voor analyse: om meetresultaten met hardware- of softwareproducten van Roche Diagnostics te downloaden Tabel naar PC: om meetresultaten in de vorm van een tabel naar een PC te downloaden 146
De meter als dagboek gebruiken Downloaden met de toetsen en starten Als de meter uitgeschakeld is: Druk gelijktijdig net zo lang (ten minste 2 seconden) op en tot de meter wordt ingeschade toetsen keld. Na de displaytest en de weergave van het aantal nog beschikbare testen wordt het menu Data zenden weergegeven.
De meter als dagboek gebruiken Downloaden via het menu Geheugen starten Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, selecteer Geheugen met , open Geheugen met selecteer Data zenden met .
De meter als dagboek gebruiken Meetresultaten voor verdere bewerking downloaden 1 Lees de gebruiksaanwijzing van het gebruikte softwareprogramma resp. de hardware goed door. Hierin vindt u alle informatie voor het downloaden van uw gegevens. 2 Bereid de ontvangende zijde (softwareprogramma of hardware) voor op het downloaden van de meetresultaten. 3 Plaats de meter op een afstand van 5–20 cm van het infraroodvenster van de ontvangende zijde.
De meter als dagboek gebruiken 6 Indien noodzakelijk, start u het downloaden van de meetresultaten aan de ontvangende zijde (softwareprogramma of hardware). U wordt tijdens het downloaden op de display over de voortgang geïnformeerd. Als u de meetresultaten toch niet wilt downloaden, (Annuleer) kunt u het downloaden met de toets annuleren. De meter keert dan naar het menu Geheugen terug (als u via het menu Geheugen gekomen bent) of schakelt zichzelf uit (als u de meter met de heeft aangezet).
De meter als dagboek gebruiken Meetresultaten als tabel downloaden De meter kan de meetresultaten zonder speciale hardware of software naar een computer downloaden. De enige voorwaarde hierbij is, dat de computer over een infraroodvenster conform de IrDA-normen beschikt (IrDA = Infrared Data Association). Het CSV-bestand bevat altijd alle meetresultaten, die in de meter zijn opgeslagen. Meetresultaten, die op een eerder tijdstip reeds waren gedownload, worden nogmaals gedownload.
De meter als dagboek gebruiken CSV-bestand, geopend in een tekstverwerkingsprogramma Serienummer;Datum van downloaden;Tijd van downloaden 123456789;10.05.2009;09:18 Datum;Tijd;Meetwaarde;Eenheid;Temperatuurwarschuwing;Buiten streefwaardenbereik;Algemeen;Voor maaltijd;Na maaltijd;Controle 10.05.2009;08:21;6.5 (117);mmol/l (mg/dl); ; ; ; ; ; 09.05.2009;18:05;7.1 (128);mmol/l (mg/dl); ; ; ; ; ; 09.05.2009;12:37;7.5 (135);mmol/l (mg/dl); ;X; ; ; ; 09.05.2009;08:16;6.2 (112);mmol/l (mg/dl); ; ; ;X; ; 08.05.
De meter als dagboek gebruiken 1 Zet de computer aan. 2 Plaats de meter op een afstand van 5–20 cm van het infraroodvenster van de computer. Plaats de beide infraroodvensters zodanig, dat ze naar elkaar toe gericht zijn. 5–20 cm 3 In het menu Data zenden: selecteer Tabel naar PC . met 4 Druk op de toets (Selecteer), om het downloaden van de meetresultaten te starten. U wordt tijdens het downloaden op de display over de voortgang geïnformeerd.
De meter als dagboek gebruiken Als u de meetresultaten toch niet wilt downloaden, (Annuleer ) kunt u het downloaden met de toets annuleren. De meter keert dan naar het menu Geheugen terug (als u via het menu Geheugen gekomen bent) of schakelt zichzelf uit (als u de meter met de heeft aangezet). toetsen Als het downloaden van de meetresultaten beëindigd is, schakelt de meter zich ca. 2 seconden later automatisch uit.
De meter als dagboek gebruiken Als het downloaden is mislukt Als de meetresultaten niet worden gedownload, schakelt de meter zichzelf na ca. 60 seconden automatisch uit. Het downloaden kan door de volgende oorzaken zijn mislukt: Er is tijdens het downloaden een fout opgetreden. Start het downloaden van de meetresultaten opnieuw. De infraroodvensters zijn te ver van elkaar verwijderd of niet goed naar elkaar toe gericht.
De meter als dagboek gebruiken 5.4 Displayweergave van opgeslagen meetresultaten instellen Voor de weergave van de opgeslagen meetresultaten (menu Geheugen – Alle waarden ) kunt u over twee soorten weergave beschikken: Enkel en Lijst. 156 Resultaatweergave Enkel Resultaatweergave Enkel (standaardinstelling): Bij deze manier van weergeven van de meetresultaten wordt op de display een meetresultaat weergegeven. Boven het meetresultaat (hier 7,2 mmol/l) staan de tijd en de datum van de meting.
De meter als dagboek gebruiken 1 Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, selecteer Geheugen met , open Geheugen met selecteer Weergave met . open Weergave met , , 2 Selecteer de gewenste resultaatweergave met . 3 Druk op (Selecteer). Van de gemaakte selectie wordt een voorbeeld weergegeven. 4 Druk op de toets (Verder).
De meter als dagboek gebruiken De meter geeft ter afsluiting de resultaatweergave weer, die u zojuist heeft geselecteerd. of 5 Druk op (OK). De meter keert terug naar het menu Geheugen. of 158 Als er geen meetresultaten in het geheugen van de meter zijn opgeslagen, wordt het meetresultaat door X vervangen en worden er bij de tijd en de datum streepjes weergegeven.
Akoestische modus 6 Akoestische modus Hoe u de akoestische modus in kunt schakelen, wordt in hoofdstuk 4.4 beschreven. Als de akoestische modus is ingeschakeld, geeft de meter u d.m.v. akoestische signalen aanwijzingen voor het uitvoeren van de meting en het meetresultaat wordt eveneens door een reeks akoestische signalen weergegeven.
Akoestische modus toebrengen en zelfs de dood tot gevolg hebben. In het bijzonder als door middel van de akoestische modus opvallende, van de normale waarden afwijkende bloedglucosewaarden worden bepaald, moeten er samen met een ziende persoon verdere controlemetingen worden uitgevoerd om het meetresultaat te controleren. Wij adviseren personen met een visuele beperking om zich bij bloedglucosemetingen in principe altijd door een goed ziende persoon te laten ondersteunen.
Akoestische modus 6.1 Akoestisch signaal bij het aanzetten van de meter Als de akoestische modus is ingeschakeld, hoort u telkens een akoestisch signaal ( ), als u de meter aanzet. Het maakt hierbij niet uit met welke toets u de meter aanzet: door het openen van het afdekkapje om een meting uit te voeren (zie hoofdstuk 3.2) met de Aan/Uit-toets (zie hoofdstuk 2.2) met de toets , om opgeslagen meetresultaten te bekijken (zie hoofdstuk 5.
Akoestische modus 6.3 Weergave van het meetresultaat na een meting Als een meetresultaat na een bloedglucosemeting op de display wordt weergegeven, wordt dit in de akoestische modus ook d.m.v. akoestische signalen weergegeven. De meetwaarde wordt niet als geheel weergegeven, maar als de individuele cijfers waaruit het getal is samengesteld. Voorbeelden: De meetwaarde 7,6 mmol/l wordt als 0 – 7 – Komma – 6 weergegeven. De meetwaarde 138 mg/dl wordt als 1 – 3 – 8 weergegeven. Ieder cijfer wordt d.m.v.
Akoestische modus mmol/l-meters mg/dl-meters Eerst worden de tientallen, dan de eenheden, vervolgens de decimale komma en tot slot de tienden weergegeven. Tussen elke groep pieptonen wordt telkens een korte pauze ingelast. De tientallen worden altijd weergegeven, ook als de meetwaarde lager dan 10 is. Voor het tiental klinkt in dit geval 1 lange pieptoon, hetgeen overeenkomt met nul. De decimale komma wordt weergegeven door 1 zeer korte pieptoon ( ).
Akoestische modus 6.4 Weergave van waarschuwingen en foutmeldingen Als de batterijen bijna leeg zijn of als het laatste testveld van de cassette gebruikt is, geeft de meter een akoestische waarschuwing. Deze bestaat uit twee korte pieptonen, die driemaal achterelkaar worden ). afgegeven ( De waarschuwing wordt op verschillende tijdstippen gegeven.
Functiecontrole van de meter 7 Functiecontrole van de meter U kunt controleren of er met de meter juiste meetresultaten worden verkregen. Voor deze functiecontrole wordt er in plaats van bloed glucosecontroleoplossing op het testveld opgebracht. De meter controleert na afloop van de functiecontrolemeting zelf of het met de glucosecontroleoplossing verkregen meetresultaat juist is en informeert u over het resultaat hiervan.
Functiecontrole van de meter 7.1 Functiecontrole voorbereiden Voor het uitvoeren van een functiecontrolemeting heeft u het volgende nodig: de meter met een in de meter geplaatste testcassette, een ongeopend penseelflesje met Accu-Chek Mobile-controleoplossing; de oplossing in de penseelflesjes is uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik. Een functiecontrolemeting komt in principe overeen met een gewone meting, in plaats van bloed brengt u echter controleoplossing op het testveld op.
Functiecontrole van de meter 7.2 Uitvoeren van een functiecontrole Start als bij een bloedglucosemeting: open of het afdekkapje of selecteer in Hoofdmenu het menuonderdeel Meten. Bij de onderstaande beschrijving wordt ervan uitgegaan, dat het afdekkapje geopend wordt. 1 Schuif het afdekkapje aan het geribbelde vlak zo ver mogelijk in de richting van de pijl. Hierbij wordt het afdekkapje na het overwinnen van enige weerstand vastgeklemd.
Functiecontrole van de meter Er klinkt een akoestisch signaal (indien Ak. signaal ingeschakeld is) en de displaytest en het aantal nog beschikbare testen worden achtereenvolgens op de display weergegeven. 2 Controleer bij de displaytest of er geen fouten in het schaakbordpatroon voorkomen. Vervolgens transporteert de meter een testveld naar de meettip van de cassette.
Functiecontrole van de meter 3 Draai het afsluitdopje van het penseelflesje. Knijp hierbij niet te hard in het flesje, zodat er geen controleoplossing uit het flesje loopt. 4 Houd het flesje enigszins schuin met het penseeltje naar beneden. 5 Knijp zachtjes in het flesje tot u een druppeltje op het penseeltje ziet verschijnen. 6 Stop dan met in het flesje te knijpen. Het druppeltje wordt vervolgens weer door het penseeltje opgenomen. Het penseeltje is nu gereed voor gebruik.
Functiecontrole van de meter U kunt de meter tijdens het opbrengen van de controleoplossing op het testveld in de hand houden of neerleggen. Houdt de meter echter niet met het testveld naar boven. Als u het testveld naar boven houdt, kan er controleoplossing in de meter lopen en deze vervuilen. 7 Strijk de controleoplossing met de punt van het penseeltje in het midden van het testveld op de meettip van de cassette. Zodra de controleoplossing in contact komt met het testveld, wordt deze opgezogen.
Functiecontrole van de meter Er is dan voldoende controleoplossing door het testveld opgezogen en het akoestische signaal klinkt (indien Ak. signaal ingeschakeld is). Het zandlopersymbool geeft aan, dat er op dit moment een meting wordt uitgevoerd. Na ca. 5 seconden is de meting voltooid en wordt het meetresultaat op de display weergegeven. i De meter kan bloed en controleoplossing niet van elkaar onderscheiden.
Functiecontrole van de meter 10 Selecteer Controle met 11 Druk op . (Selecteer). De meter geeft vervolgens aan, dat u de kleur van de etiket van het flesje in moet voeren. Het invoeren van de juiste kleur is belangrijk, omdat de meter hiermee bepalen kan of het meetresultaat juist is. 12 Selecteer de kleur met 13 Druk op . (Selecteer). Vervolgens wordt het meetresultaat nogmaals weergegeven, ditmaal tezamen met de markering Controle (symbool ). 14 Druk op 172 (Verder).
Functiecontrole van de meter De meter geeft de bovenste- en onderste grenswaarde van het concentratiebereik (controlewaardenbereik) weer. Het weergegeven controlewaardenbereik is afhankelijk van de geselecteerde kleur van de controleoplossing. 15 Druk op de aangegeven waarden dienen slechts als voorbeeld (Verder). De meter controleert automatisch of het meetresultaat binnen het weergegeven controlewaardenbereik ligt.
Functiecontrole van de meter De meter keert terug naar het hoofdmenu. 17 Zet de meter met of via Uitzetten uit. 18 Sluit het afdekkapje. 19 Gooi het flesje vervolgens bij het gewone huisvuil.
Functiecontrole van de meter U kunt ook zelf controleren of het resultaat binnen het juiste controlewaardenbereik ligt. Vergelijk hiertoe het meetresultaat met de tabel met het controlewaardenbereik op de kartonnen verpakking van de testcassette. Het meetresultaat moet binnen het aangegeven controlewaardenbereik liggen.
Functiecontrole van de meter Controle niet OK – mogelijke oorzaken van fouten Als Controle niet OK Controle herhalen wordt weergegeven, dan ligt het meetresultaat niet binnen het aangegeven controlewaardenbereik. Controleer de op de volgende pagina genoemde punten. Als uw antwoord afwijkt van het aangegeven antwoord, moet u het betreffende punt corrigeren en de meting herhalen.
Functiecontrole van de meter Heeft u de functiecontrolemeting overeenkomstig de gebruiksaanwijzing uitgevoerd? ja Heeft u de controleoplossing pas opgebracht, nadat de aanwijzing hiertoe op de display ja was verschenen? Heeft u de controleoplossing direct, nadat u het flesje heeft geopend, opgebracht? ja Heeft u de juiste kleur ingevoerd? ja Heeft u de meting in het juiste temperatuurbereik (10 – 40 °C) uitgevoerd? ja Is de vervaldatum van de controleoplossing overschreden (zie het etiket op de onder
Menu Extra’s 8 Menu Extra’s Het menu Extra’s biedt u enerzijds verdere mogelijkheden om de meter te controleren. Anderzijds moet u via dit menu het reinigen van de meter en het vervangen van een niet volledig gebruikte testcassette voorbereiden. Het menu Extra’s biedt u de volgende keuzemogelijkheden: Hoofdmenu: om naar het hoofdmenu te gaan Displaytest: voor het uitvoeren van een separate displaytest (zie hoofdstuk 9).
Displaytest uitvoeren 9 Displaytest uitvoeren Als u wilt controleren of de displayweergave foutloos functioneert, kunt u dit niet alleen na het aanzetten van de meter doen, maar ook d.m.v. de displaytest in het menu Extra’s. Hierbij wordt de displaytest niet slechts ca. 2 seconden weergegeven, maar totdat u de test afbreekt (maximaal 1 minuut). 1 aan, Zet de meter met wacht op Hoofdmenu, , selecteer Extra’s met , open Extra’s met selecteer Displaytest met .
Displaytest uitvoeren 3 Controleer of er in het schaakbordpatroon fouten voorkomen. Als er in het schaakbordpatroon fouten voorkomen, kan dit er eventueel toe leiden, dat meetresultaten niet juist worden weergegeven. Ruil de meter om bij uw leverancier of neem contact op met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics. Displaytest zonder fouten 4 Druk op de toets (Verder). De meter keert terug naar het menu Extra’s.
Houdbaarheid van de testcassette weergeven 10 Houdbaarheid van de testcassette weergeven Hoe lang een geplaatste cassette nog houdbaar is, kunt u als volgt controleren: 1 aan, Zet de meter met wacht op Hoofdmenu, , selecteer Extra’s met , open Extra’s met selecteer Houdbaarheid met . open Houdbaarheid met , De houdbaarheid wordt weergegeven. 2 Druk op (Verder). De meter keert terug naar het menu Extra’s.
De meter en de prikpen reinigen 11 De meter en de prikpen reinigen 11.1 De meter reinigen Aan de buitenkant Door het werkingsprincipe van de meter met de testcassette komt de meter normaal gesproken niet in contact met bloed of controleoplossing. Daarom behoeft de meter niet regelmatig te worden gereinigd. In het geval van een verontreiniging, veroorzaakt door onjuist gebruik, kan het nodig zijn om de meter te reinigen.
De meter en de prikpen reinigen Aan de binnenkant U moet de binnenkant van de meter alleen reinigen, als u vaststelt, dat het gebied rond de meettip van de cassette zichtbaar vervuild is, de foutmelding E-1 met de tekst ”Cassette defect Plaats nieuwe cassette” wordt weergegeven; een oorzaak van de foutmelding zou een fout bij het in gereedheid brengen van het testveld kunnen zijn, Om de meter aan de binnenkant te kunnen reinigen, moet u Reinigen in het menu Extra’s openen en vervolgens de testcassette u
De meter en de prikpen reinigen 1 Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, , selecteer Extra’s met , open Extra’s met , selecteer Reinigen met . open Reinigen met De meter geeft nu aan, dat u het afdekkapje moet openen. Als u de meter toch niet wilt reinigen, kunt u de voor(Annuleer) bereiding hiervoor met de toets annuleren.
De meter en de prikpen reinigen 2 Schuif het afdekkapje aan het geribbelde vlak zo ver mogelijk in de richting van de pijl. De meter geeft vervolgens aan, dat u de testcassette moet verwijderen. De meter schakelt zichzelf ongeveer 2 seconden later automatisch uit. 3 Draai de meter met de onderkant naar boven.
De meter en de prikpen reinigen 4 Schuif de knop voor het ontgrendelen van de deksel van het cassettecompartiment in de richting van de pijl. De deksel springt open. 5 Open de deksel van het cassettecompartiment volledig. Hierbij moet, vlak voordat de deksel volledig geopend is, enige weerstand worden overwonnen. KLIK 186 De deksel van het cassettecompartiment is volledig geopend, als deze – zoals in de afbeelding – iets naar buiten staat.
De meter en de prikpen reinigen 6 Verwijder de cassette uit het cassettecompartiment. 7 Controleer of er zich aan de binnenkant van de meettip van de cassette pluisjes, kruimels of iets dergelijks bevinden. 8 Indien dit het geval is, moet u deze voorzichtig verwijderen.
De meter en de prikpen reinigen Als de meetoptiek zichtbaar vervuild is, moet u de binnenkant van de meter als volgt reinigen: 9 Dep de meetoptiek en de voorste opening van de meter voorzichtig met een licht bevochtigd doekje of wattenstaafje af. 10 Dep de in de zijwand van de meter liggende sensoren voorzichtig met een licht bevochtigd doekje of wattenstaafje af. Zorg ervoor, dat er geen vloeistof in de meter terechtkomt. Vermijd krassen op de meetoptiek en de sensoren.
De meter en de prikpen reinigen 11 Laat de deksel van het cassettecompartiment open en sluit het afdekkapje. 12 Dep de binnenkant van het afdekkapje voorzichtig met een licht bevochtigd doekje of wattenstaafje af. 13 Verwijder eventueel achtergebleven pluisjes. 14 Laat de meter goed drogen.
De meter en de prikpen reinigen 15 Doe het afdekkapje weer open. De meter schakelt zichzelf nu in en geeft de foutmelding E-2 weer. De foutmelding heeft in dit geval geen betekenis, omdat u de cassette voor het reinigen van de meter al uit de meter heeft genomen. U hoeft hier in dit geval geen aandacht aan te schenken. De meter schakelt zichzelf automatisch weer uit. Ga gewoon verder met stap 16. 16 Plaats de cassette met de zilverkleurige kant naar boven weer terug in de meter.
De meter en de prikpen reinigen 17 Sluit de deksel van het cassettecompartiment en druk deze dicht. De deksel moet met een hoorbare KLIK sluiten. KLIK 18 Sluit het afdekkapje.
De meter en de prikpen reinigen 11.2 De prikpen reinigen Voor een probleemloze werking moet de prikpen regelmatig, en bij verontreiniging met bloed onmiddellijk, worden gereinigd. Als u de prikpen wilt reinigen, moet u deze van de meter afnemen (zie hoofdstuk ”Prikpen van de meter afnemen en weer aan de meter bevestigen”). De prikpen mag uitsluitend aan de buitenkant worden schoongemaakt.
Testcassette vervangen 12 Testcassette vervangen Als u een volledig gebruikte testcassette of een testcassette, waarvan de houdbaarheid is verlopen, door een nieuwe testcassette wilt vervangen, lees dan verder in hoofdstuk 12.2. Als u een aangebroken testcassette, die nog ongebruikte testvelden bevat, uit de meter wilt verwijderen, moet u eerst de in hoofdstuk 12.1 beschreven voorbereidingen treffen. U kunt een aangebroken cassette op een later tijdstip weer in de meter plaatsen.
Testcassette vervangen 12.1 Vervanging van de cassette voorbereiden Zet de meter met aan, wacht op Hoofdmenu, , selecteer Extra’s met , open Extra’s met selecteer Vervang cass. met . open Vervang cass. met , De meter geeft nu aan, dat u het afdekkapje moet openen. Als u de cassette toch niet wilt vervangen, kunt u de (Annuleer) voorbereiding hiervoor met de toets annuleren.
Testcassette vervangen 12.2 Vervanging van de cassette uitvoeren 1 Schuif het afdekkapje aan het geribbelde vlak zo ver mogelijk in de richting van de pijl. Als u het vervangen van de cassette via Vervang cass. heeft voorbereid, geeft de meter aan, dat u de testcasssette kunt vervangen. Kort hierna schakelt de meter zichzelf automatisch uit.
Testcassette vervangen 2 Draai de meter met de onderkant naar boven. 3 Schuif de knop voor het ontgrendelen van de deksel van het cassettecompartiment in de richting van de pijl. De deksel springt open.
Testcassette vervangen 4 Open de deksel van het cassettecompartiment volledig. Hierbij moet, vlak voordat de deksel volledig geopend is, enige weerstand worden overwonnen. KLIK De deksel van het cassettecompartiment is volledig geopend, als deze – zoals in de afbeelding – iets naar buiten staat. 5 Verwijder de cassette uit het cassettecompartiment. U kunt de gebruikte testcassettes met het gewone huisvuil weggooien.
Testcassette vervangen 6 Neem een nieuwe cassette uit de verpakking. 7 Plaats de cassette zo in de meter, dat de zilverkleurige kant zich aan de bovenkant bevindt.
Testcassette vervangen 8 Sluit de deksel van het cassettecompartiment en druk deze dicht. De deksel moet met een hoorbare KLIK sluiten. KLIK Nadat u de deksel van het cassettecompartiment gesloten heeft, schakelt de meter zichzelf in en wordt de displaytest uitgevoerd. 9 Druk op de toets (Verder).
Testcassette vervangen Op de display wordt de houdbaarheid van de cassette weergegeven. 10 Druk op de toets (Verder). De meter geeft het aantal nog beschikbare testen weer en gaat vervolgens naar het hoofdmenu. 11 Sluit het afdekkapje. Als de eerder uit de meter verwijderde testcassette nog ongebruikte testvelden bevat en de houdbaarheid ervan nog niet is verlopen, kunt u de cassette op een later tijdstip weer in de meter plaatsen.
Het aantal beschikbare testen opvragen 13 Het aantal beschikbare testen opvragen U kunt het aantal nog beschikbare testen van de geplaatste cassette d.m.v. een druk op een toets opvragen. Als de meter uitgeschakeld is: Druk net zo lang (langer dan 2 seconden) op de toets tot de meter wordt ingeschakeld. Het in de cassette nog beschikbare aantal testen wordt weergegeven. De meter schakelt zichzelf na een korte tijd automatisch weer uit.
Batterijen vervangen 14 Batterijen vervangen Deze melding verschijnt, als de batterijen bijna leeg zijn. De melding wordt telkens weergegeven, als u de meter uitzet en de batterijen nog niet vervangen zijn. Na de eerste melding kunt u nog ca. 50 metingen uitvoeren. Wij adviseren u om de batterijen zo spoedig mogelijk te vervangen. De capaciteit van de batterijen is al duidelijk verminderd en veranderende omgevingscondities (b.v. kou) kunnen de prestaties nog verder verminderen. U heeft 2 alkalimangaan-batterijen resp.
Batterijen vervangen Meetresultaten en instellingen blijven in de meter opgeslagen, als u de batterijen vervangt of de meter zonder batterijen opbergt. De meter bevat een ingebouwde back-up-batterij. Deze zorgt voor de stroomvoorziening, zolang er geen batterijen in de meter zijn geplaatst. De back-upbatterij heeft een levensduur van ca. 5 jaren. Als deze leeg is, kan deze niet door een nieuwe batterij worden vervangen. Een lege back-up-batterij heeft echter geen invloed op het functioneren van de meter.
Batterijen vervangen 1 Schuif de deksel van het batterijencompartiment zo ver mogelijk in de richting van de pijl, om deze te ontgrendelen. Hierbij moet enige weerstand worden overwonnen. De deksel is juist ontgrendeld, als deze met een KLIK over deze weerstand glijdt. 2 Klap de deksel van het batterijencompartiment omhoog en naar boven open.
Batterijen vervangen 3 Draai de meter zodanig, dat het batterijencompartiment naar beneden is gericht. De batterijen vallen uit de meter. 4 Plaats twee nieuwe batterijen in het batterijencompartiment. Let hierbij op de symbolen en in het batterijencompartiment. De overeenkomstige zijde van de batterij moet naar boven wijzen.
Batterijen vervangen 5 Klap de deksel van het batterijencompartiment weer dicht. 6 Schuif de deksel van het batterijencompartiment zo ver mogelijk in de richting van de pijl dicht, om deze te vergrendelen. De deksel sluit met een KLIK.
Meet- en bewaarcondities 15 Meet- en bewaarcondities Voor het betrouwbaar functioneren van de meter en de prikpen en voor het verkrijgen van juiste meetresultaten, moet u de op de volgende pagina’s weergegeven condities in acht houden. 15.1 Temperatuur Bewaar de meter zonder batterijen en zonder testcassette bij temperaturen tussen -25 en +70 °C. Bij bloedglucosemetingen en functiecontrolemetingen moet de temperatuur tussen +10 en +40 °C liggen.
Meet- en bewaarcondities Bij temperaturen beneden +8 °C of boven +42 °C kunnen geen metingen worden uitgevoerd. In dit geval verschijnt de volgende foutmelding: Bewaar de prikpen niet in aangespannen toestand of langdurig bij zeer lage of hoge temperaturen, zoals b.v. in een hete auto. Er kunnen anders onderdelen van de prikpen worden verbogen, waardoor het goede functioneren van de prikpen kan worden belemmerd. 15.
Meet- en bewaarcondities 15.3 Lichtomstandigheden Teksten, getallen en symbolen, die op de display verschijnen, worden geel verlicht weergegeven. Als er fel licht op de display schijnt, is het mogelijk, dat de displayweergaven slecht zichtbaar zijn. Scherm de meter hiervan, indien noodzakelijk, af, b.v. met uw lichaam. Vermijd met de meter zeer intense lichtbronnen (b.v. direct zonlicht, filmzon). Deze kunnen het functioneren van de meter beïnvloeden en tot foutmeldingen leiden. 15.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen 16 Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen 16.1 Symbolen De meter geeft de meeste informatie weer in de vorm van tekst. Daarnaast wordt tezamen met een meetresultaat – zowel na een meting als in het geheugen – verdere informatie door symbolen weergegeven. De batterijen zijn bijna leeg. Dit is het meetresultaat van een functiecontrole. De temperatuur lag tijdens de meting buiten het toegestane temperatuurbereik van +10 tot +40 °C.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen 16.2 Mededelingen Cassette leeg: Deze melding verschijnt, als u een meting start en alle testvelden van de cassette gebruikt zijn. Plaats een nieuwe cassette in de meter. Houdbaarheid van de cassette: Deze melding verschijnt aan het begin van een meting, als de testcassette nog slechts 10 dagen houdbaar is. De melding wordt herhaald, als de cassette nog 5, 2 en 1 dag(en) houdbaar is. Druk op de toets starten.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen Batterijen bijna leeg: Deze melding verschijnt, als de batterijen bijna leeg zijn. De melding wordt telkens weergegeven, als u de meter uitzet en de batterijen nog niet vervangen zijn. Na de eerste melding kunt u nog ca. 50 metingen uitvoeren. Vervang de batterijen zo spoedig mogelijk.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen Afdekkapje open: Deze melding verschijnt, als u bezig bent met het wijzigen van een instelling (b.v. de datum) of met het invoeren van een nieuwe instelling (b.v. een herinnering) en het afdekkapje opent. Sluit het afdekkapje weer, als u met het instellen verder wilt gaan. of Selecteer met of wilt Meten. of u wilt Doorgaan met instellen Doorgaan met instellen: in dit geval geeft de meter aan, dat u het afdekkapje moet sluiten.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen Afdekkapje dicht: Deze melding verschijnt, als u het afdekkapje sluit, nadat de meter een testveld in gereedheid heeft gebracht. Open het afdekkapje weer, als u met de meting verder wilt gaan. of Selecteer met of u Niet meten of Meten wilt. Niet meten: hierna gaat de meter naar het hoofdmenu. Het in gereedheid gebrachte testveld kan niet meer worden gebruikt, omdat de meter de tape vooruit spoelt. Hierdoor wordt het aantal beschikbare testen verminderd.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen Temperatuur te laag / te hoog: Deze melding verschijnt aan het begin van een meting, als de omgevingstemperatuur of de temperatuur van de meter tussen +8 en +10 °C of tussen +40 en +42 °C ligt. Selecteer met of annuleren. of u de meting wilt voortzetten voortzetten: hierna brengt de meter een testveld in gereedheid. annuleren: hierna gaat de meter naar het hoofdmenu. Sluit het afdekkapje.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen zijn. Onjuiste meetresultaten kunnen tot onjuiste beslissingen met betrekking tot de behandeling leiden, waardoor er ernstige schade aan de gezondheid kan worden toegebracht. Breng de meter daarom in een omgeving met een temperatuur tussen +10 en +40 °C en wacht tot de meter op (omgevings)temperatuur is gekomen. Herinnering: Als u herinneringen heeft ingesteld, verschijnt op het ingestelde tijdstip deze melding.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen 16.3 Storingen De meter kan niet worden aangezet. De batterijen zijn leeg of niet in de meter geplaatst. Plaats nieuwe batterijen. U heeft de batterijen verkeerd geplaatst. Neem de batterijen uit de meter en plaats deze, zoals is aangegeven in het batterijencompartiment. De elektronica is door condenswater nat geworden. Laat de meter langzaam drogen. De meter is defect.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen Bij tijd en datum worden alleen streepjes weergegeven De meter heeft de tijd en de datum vergeten. U heeft de batterijen vervangen of de meter zonder batterijen bewaard en de back-up-batterij is leeg. De back-up-batterij zorgt er normaal gesproken voor, dat de tijd en de datum in de meter behouden blijven, als er geen batterijen zijn geplaatst. Stel de tijd en de datum weer in.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen 16.4 Foutmeldingen E-1 Op de volgende pagina’s vindt u een beschrijving van alle foutmeldingen, inclusief de oorzaak en de oplossing van het probleem. Als er een foutmelding wordt weergegeven, moet u de meter uitzetten: tot het balkje Druk zo lang op de Aan/Uit-toets op de display volledig gevuld is (ten minste 2 seconden).
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen E-2 E-3 Er bevindt zich geen testcassette in de meter. Er is een fout aan de meter opgetreden. Als de foutmelding na het aanzetten van de meter opnieuw verschijnt: Plaats een nieuwe testcassette. De RFID-reader in de meter is defect. Neem contact op met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics. De RFID-chip op de cassette is beschadigd of ontbreekt. De cassette is onbruikbaar.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen E-4 Aan de binnenkant van de meettip van de cassette bevinden zich pluisjes, kruimels of iets dergelijks. Verwijder deze. Volg hiervoor de aanwijzingen in hoofdstuk 11.1 op. i U kunt van hieruit direct naar het menu Reinigen gaan, zonder dat de meter eerst uitgezet moet worden. Druk hiertoe op de (Verder). toets De cassette is verkeerd in de meter geplaatst. U heeft met het testveld te weinig bloed of controleoplossing opgezogen.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen E-6 Tijdens de meting is de meter blootgesteld geweest aan een fel licht, b.v. zonlicht, waardoor de meting is gestoord. U heeft te vroeg bloed of controleoplossing op het testveld opgebracht, d.w.z. voordat op de display de aanwijzing Bloed opzuigen werd weergegeven. Ga in de schaduw of scherm de meter van fel licht, b.v. met uw lichaam. Herhaal de meting. Herhaal de meting.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen E-7 E-8 Er is een fout aan de meter opgetreden. Als de foutmelding na het aanzetten van de meter opnieuw verschijnt: De omgevingstemperatuur of de temperatuur in de meter is voor een meting te laag (lager dan +8 °C) of te hoog (hoger dan +42 °C). Neem contact op met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.
Symbolen, mededelingen, storingen en foutmeldingen E-9 Als de batterijen zo zwak zijn, dat er geen metingen meer kunnen worden uitgevoerd, verschijnt deze melding gedurende 3 seconden op de display. Hierna wordt de meter automatisch uitgezet. Plaats twee nieuwe batterijen.
Afvalverwijdering: weggooien van de meter 17 Afvalverwijdering: weggooien van de meter Tijdens bloedglucosemetingen kan de meter met bloed in aanraking komen. Hierdoor vormen gebruikte meters een potentieel infectiegevaar. Hierom dient uw gebruikte meter, nadat de batterijen zijn verwijderd, te worden weggegooid conform de lokaal geldende voorschriften. De back-up-batterij dient ook te worden verwijderd (zie volgende pagina).
Afvalverwijdering: weggooien van de meter Back-up-batterij verwijderen Naast de batterijen, die zich in het batterijencompartiment bevinden, bevindt er zich aan de zijkant van het batterijencompartiment nog een derde batterij, de back-up-batterij. Deze moet eveneens worden verwijderd, voordat u de meter weggooit. Verwijder de back-up-batterij als volgt: 1 Breek met een kleine schroevendraaier of een vergelijkbaar gereedschap het dwarsschotje weg, dat zich voor de batterij bevindt.
Technische gegevens 18 Technische gegevens Type apparaat Accu-Chek Mobile-bloedglucosemeter Artikelnr./Serienr. Zie het typeplaatje aan de onderkant van de meter Meetprincipe Reflectiefotometrische bepaling van glucose in vers capillair bloed. Bij gebruik van andere monstermaterialen wordt verwezen naar de bijsluiter van de Accu-Chek Mobile-testcassette. Hoewel u altijd volbloed op het testveld opbrengt, geeft uw meter bloedglucosewaarden weer, die overeenkomen met waarden in plasma.
Technische gegevens Temperatuur tijdens metingen +10 tot +40 ºC tijdens opslag Meter zonder batterijen en zonder testcassette: ” met batterijen en zonder testcassette: ” met batterijen en met testcassette: 228 -25 tot +70 ºC -10 tot +50 ºC +2 tot +30 ºC Luchtvochtigheid tijdens metingen tijdens opslag 15 tot 85 % relatieve luchtvochtigheid 15 tot 93 % relatieve luchtvochtigheid Hoogte Zeeniveau tot 4.000 m boven N.A.P.
Technische gegevens Elektromagnetische compatibiliteit Dit apparaat voldoet aan de eisen m.b.t. de elektromagnetische storingsgevoeligheid conform NEN-EN-ISO 15197 Annex A. De testen voor de storingsgevoeligheid (m.b.t elektrostatische ontlading) werden uitgevoerd op basis van de basisnorm IEC 61000-4-2. Daarnaast voldoet het aan de eisen m.b.t. elektromagnetische straling conform EN 61326. De elektromagnetische emissie is dienovereenkomstig gering.
Onderdelen van het systeem 19 Onderdelen van het systeem De volgende onderdelen horen bij de Accu-Chek Mobile-meter: De volgende onderdelen horen bij de Accu-Chek FastClix Mobile-prikpen: Accu-Chek Mobile-testcassettes Gebruik uitsluitend deze testcassettes voor het uitvoeren van een meting met de Accu-Chek Mobilemeter. Accu-Chek FastClix-lancettenhouders Gebruik uitsluitend deze lancettenhouders, als u met de Accu-Chek FastClix Mobile-prikpen bloed wilt verkrijgen.
Patenten 20 Patenten Accu-Chek Mobile-meter Accu-Chek FastClix Mobile-prikpen US 5,889,585; US 6,055,060; US 6,379,317 EP 1 263 320; US 6,379,317; US 6,419,661; US 7,077,828; US 7,223,276; US 7,273,484; US 7,322,998, US Re.
Customer Service 21 Customer Service 21.1 Advies en het oplossen van problemen 21.2 Contactgegevens Bij vragen over de bediening van uw Accu-Chek Mobile-meter of uw Accu-Chek FastClix Mobile-prikpen, bij twijfelachtige meetresultaten of als u vermoedt dat uw meter, testcassette, prikpen of lancettenhouder defect is/zijn, kunt u contact opnemen met de afdeling Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics. Voer zelf geen reparaties of aanpassingen aan de meter of prikpen uit.
Trefwoordenregister 22 Trefwoordenregister A Aan/Uit-toets 15, 26 Aantal beschikbare lancetten 17, 60 Aantal beschikbare testen 31, 201 Aanzetten, meter 30 Geheugen met meetresultaten oproepen 134 meetresultaten downloaden 144 uitvoeren van een meting 65, 68 Afdekkapje 15, 65, 69 Afvalverwijdering batterijen 203, 225 meter 225 testcassette 197 Akoestisch signaal 100 bij herinneringen 100 bij metingen 100 inschakelen 102 uitschakelen 102 weergave van meetresultaten via ~ 162 Akoestische modus 100, 101, 159 in-,
Trefwoordenregister C Controle 83 markering 78 Controle, functie~ 165 markeren 83, 171 oorzaken van fouten 176 uitvoeren 167 Controleoplossing 165 houdbaarheid 177 weggooien 174 Controleren, meter 165 CSV-bestand 151 Customer Service 232 D Datum instellen 95 Display 15, 228 helderheid instellen 128 symbolen op de ~ 210 Displaytest 30 uitvoeren 179 Downloaden, meetresultaten 144 als tabel (CSV-bestand) 151 oorzaken van fouten 155 234 voor bewerking 149 Duur van de meting 74, 227 E Eenmalige herinnering 11
Trefwoordenregister Geheugen, voor opslag van meetresultaten 133 resultaatweergave 134,156 Geluid instellen 100 Gemiddelde waarden 139 H Helderheid, display 128 Herinnering 104 activeren 109, 111 akoestisch signaal bij ~ 100 bewerken 109 na een meting instellen 83 nieuwe ~ instellen 106 uitschakelen 109, 111 wijzigen 109, 112 wissen 109, 113 HI (displayweergave) 77, 84, 210 Houdbaarheid, testcassette 46, 211 laten weergeven 181 I Infraroodvenster 15, 144 Instellingen Akoestisch signaal 100 Akoestische modus
Trefwoordenregister M Markeren, meetresultaat 78 Markering Algemeen 78, 80 Controle 78, 83, 171 Na maaltijd 78, 80 Voor maaltijd 78, 80 Meetbereik 84, 227 Meetcondities 207 Meeteenheid meetresultaat (mmol/l en mg/dl) 5, 40 Meetmethode 227 Meetresultaten downloaden 144 gemiddelde waarden 139 markeren 78 oproepen uit het geheugen 134 Menu beschrijving 23 openen 34 overzicht 240 Meter aanzetten 30 geheugen met meetresultaten oproepen 134 meetresultaten downloaden 144 uitvoeren van een meting 65, 68 236 bewaren
Trefwoordenregister Overzicht menu’s 240 meter 14 prikpen 17 symbolen 210 P Patenten 231 Prikdiepte instellen 59 weergave 17, 59 Prikpen aan de meter bevestigen 63 bloed verkrijgen met de ~ 70 overzicht 17 reinigen 192 spannen 71 van de meter afnemen 62 R Reinigen meter 182 prikpen 192 Resultaatweergave, opgeslagen meetresultaten 134 instellen 156 S Specificaties 229 Sterretje (symbool) 78, 210 Storingen 217 Streefwaardenbereik 119 activeren 122, 123 bewerken 122 instellen 120 symbool 77, 119, 210 uitschak
Trefwoordenregister Testcassette 16 eerste ~ plaatsen 41 gebruiksduur 46 houdbaarheid 46, 181, 211 vervaldatum 46 vervangen 193 weggooien 197 Testen (testvelden) 20 weergave van nog beschikbare ~ 31, 32, 201 Testveld 15 Thermometer (symbool) 77, 210, 215 Tijd- en datumweergave selecteren 98 Tijd instellen 92 Toepassingsgebied meter 3 prikpen 3 Toets Aan/Uit-~ 15, 26 invoer-~ 15, 26 Omlaag 15, 28, 137 Omhoog 15, 29, 201 Typeplaatje 16, 40 238 U Uitzetten, meter 32 na meting 75, 76 V Vervaldatum controleoplo
Trefwoordenregister 239
Overzicht van de menu’s 23 Overzicht van de menu’s Hoofdmenu Meten Uitzetten Geheugen Instellingen Meetresultaat Markeren Alle waarden Controle Kleur Algemeen Aan Voor maaltijd Aan Na maaltijd Aan Herinnering Herinneringen Tijd/Datum Gemiddelden Tijd Uit Alle waarden 7 dagen Datum Uit Voor maaltijd 14 dagen Tijdweergave Uit Na maaltijd 30 dagen Data zenden Voor analyse Tabel naar PC Weergave Enkel Lijst selecteren met openen of instellen met 240
Overzicht van de menu’s Geluid Herinneringen Streefwaarde Ak. signaal Nieuw Herinneringen Bewerken Ak. modus Geluidsterkte Act. Uitschakelen Wijzigen Na 1 uur Act. Uitschakelen Na 2 uren Wijzigen Na 3 uren Wissen Helderheid Annuleren Taal Annuleren Hoofdmenu Extra’s Displaytest Houdbaarheid Reinigen Vervang cass.
ACCU-CHEK, ACCU-CHEK MOBILE en FASTCLIX zijn merken van Roche. Roche Diagnostics GmbH 68298 Mannheim, Germany www.accu-chek.